Aantekeningen DepartementenIn Batavia: De departementen van Algemeen Bestuur stonden onder leiding van een directeur, het departement van Oorlog onder de commandant van het leger en dat van Marine onder de commandant der zeemacht.
In Bandoeng:
|
Aantekeningen Rechtswezen[Semarang – Landgerecht]
|
Resoluties van De Veiligheidsraad
[Wikepedia] |
Aantekeningen per plaats
|
Semarang - Verduisteringsproef[Semarang 2 – Javasche Bank] |
Surabaya – KampongsStraatjes met een aantal pittoreske geveltjes:
|
Yogyakarta – Terugkeer generaal SudirrmanDe Gelderlander 11 Juli 1949 |
Overzicht ArchitectenArchitecten die met 3 of meer projecten genoemd zijn in de wandelingen. NB: Vanuit een wandeling kan slechts één maal naar dit overzicht worden doorgeklikt en wel bij de eerste keer dat de architect in de wandeling wordt genoemd.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overzicht Gouverneurs-generaal
De Gouverneur-Generaal, die in naam des Konings het algemeen bestuur van Ned.-Indië uitoefent, staat aan het hoofd van de regeering van Ned.-Indië. Hij wordt benoemd en ontslagen door den Koning, op voordracht van den Ministerraad. Hij moet Nederlander zijn en minstens 30 jaren oud. Hij is verder onderworpen aan zekere verbodsbepalingen tot voorkoming van strijd tusschen zijn plicht als Landvoogd en zijn finantieele belangen. De wet houdt voor den Gouverneur-Generaal geen bepalingen omtrent een ambtstermijn in maar regel is dat de Landvoogd na vijfjarige ambtsduur zijn ontslag vraagt.
[…] dat dit bestuur geschiedt met inachtneming van ’s Konings ‘aanwijzingen’. Dientengevolge is, volgens gangbare opvatting, het geheele regeeringsbeleid van den Gouverneur-Generaal, door tusschenkomst van den Minister van Koloniën, onder toezicht van de Staten-Generaal gebleven. Kan het opperbestuur niet instemmen met de handelwijze van den Gouverneur-Generaal, dan kan dit in het uiterste geval tot zijn ontslag leiden.
De finantieele politieke verantwoordelijkheid van den Gouverneur-Generaal vond nog geen regeling. Zijne strafrechtelijke politieke verantwoordelijkheid wordt in de Indische Staatsregeling behandeld.
De Gouverneur-Generaal is hoofd van de uitvoerende macht. Voorts is hij opperbevelhebber van de in N.-I. aanwezige land- en zeemacht, behoudens, wat het laatste betreft, hare administratieve betrekkingen tot het departement van Defensie in den Haag. Elk gedeelte van N.-I. kan door den Gouverneur-Generaal in staat van oorlog of beleg worden verklaard, indien de handhaving der uit- of inwendige veiligheid dit eischt. De Landvoogd heeft voorts een zekere dispensatiebevoegdheid en het recht van gratie van straffen door rechterlijke vonnissen in N.-I. opgelegd, zoolang de veroordeelden zich daar bevinden. Ten slotte is de Gouverneur-Generaal nog administratief rechter in hoogste instantie in geschillen tusschen autonome lichamen.
[Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 378-386]
De afbeeldingen zijn overgenomen van het Rijksmuseum. Dit instituut heeft op internet de site ‘Rijksstudio’, waar men kan zoeken naar een onderwerp en de gewenste afbeelding kan downloaden.
De zwart-wit foto’s van de portretten van de Gouverneurs-generaal die zijn opgenomen in De Landsverzameling II zijn vergeleken met de gekleurde afbeeldingen van de portretten op de site van het Rijksmuseum en vervolgens is een selectie gemaakt.
In 1945 zijn een aantal portretten beschadigd, gescheurd en door vocht aangetast met gebroken lijsten teruggevonden in een goedang van de Kodakfilmmaatschappij in de Sluisbrugstraat in Weltevreden. [Verlaat Rapport Indië, 2-5]
[De portretten zijn in 1950 ondergebracht bij het Rijksmuseum.]
Het bleek inderdaad een curiositeit te zijn; als je de zestig portretten die erin staan bekijkt, heb je moeite te geloven dat deze mensen meer macht en invloed bezaten dan menig vorst in Europa. Het is waar dat zij rekening en verantwoording schuldig waren aan een gezelschap van zeventien cijferaars en pennelikkers in Holland, en in principe teruggeroepen en ontslagen konden worden (dat is ook weleens gebeurd) maar Holland was ver weg.
[Kousbroek – Oostindisch kampsyndroom, 25-31]
Vanuit dit overzicht kan naar de genoemde tekstdelen worden doorgeklikt, maar vervolgens kan men alleen via ‘vorige’ (links boven) terugklikken naar Aantekeningen, waaronder dit overzicht is opgenomen.
Gouverneurs-generaal van de VOC |
|
![]() |
1610-1614 Pieter BothDeze met zijn ongekamde haren was d’ eerste landvoogd Pieter Both. Genoemd in: |
![]() |
1614-1615 Gerrit ReijnstGeïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 1234a Genoemd in: |
![]() |
1615-1619 Laurens ReaelVlak bij hem staat Dr. Laurens Reael. Hij was als ambassadeur van de Republiek der Nederlanden tegenwoordig bij de kroning van Karel de Eerste als koning van Engeland, die hem tot ridder sloeg, een nieuw helmteken en een wapenspreuk toekende. De grootste merkwaardigheid aan deze Gouverneur Generaal was zijn onbetwist talent als dichter. P.C. Hooft heeft een gedicht op hem vervaardigd en Vondel een gedicht aan hem opgedragen. Genoemd in: |
![]() |
1619-1623 en
|
![]() |
1623-1627 Pieter Carpentier
|
1627-1629 Jan Pieterszoon Coen |
|
![]() |
1629-1632 Jacques SpecxGeïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 1325 Genoemd in: |
![]() |
1632-1636 Hendrik Brouwer
|
![]() |
1636-1645 Antony van DiemenAntonio van Diemen (1636) werd boekhouder-generaal bij trommelslag, in een tijd, zooals Valentijn beschrijft, “waarin men verlegen wierd om een algemeen boekhouder, en hieromtrent zóó in het nauw raakte, dat men zich genoodzaakt vond met de trom te laten rond slaan, om te zien of er iemand onder de soldaten of onder de andere borsten was, die zijn dienst daartoe wilde aanbieden”. |
![]() |
1645-1650 Cornelis van der Lijn
|
![]() |
1650-1653 Carel Reiniersz |
![]() |
1653-1678 Mr. Joan MaetsuykerJoan Maetsuyker heeft het hier als landvoogd wel het langst uitgehouden. Hier staat hij voor U in den ouderdom van zestig jaren, met lange grijze lokken. Hij is een zeventig jaar geworden, waarvan vijf en twintig, tot aan zijn dood, in ’s Compagnies dienst als gouverneur Generaal. |
![]() |
1678-1681 Rycklof van GoensZiehier Rijcklof van Goens, zijn kloek uiterlijk verloochent zijn flinken aard niet. Hij heeft uitgemunt als koopman, als ambtenaar, als diplomaat, als staatsman, als veldoverste en als admiraal. Hij was allerminst een bureaucraat, te veel man van de daad en de practijk. Toen de Regeering hem Gouverneur Generaal maakte, vond hij het maar half leuk en vroeg binnen het jaar nog ontslag, wat hem pas zes maanden later werd verleend. |
![]() |
1681-1684 Cornelis Janszoon SpeelmanHet beeld dat nu volgt, is zeker niet dat van een Adonis. Toch zijn weinig landvoogden hier zóózeer vereerd als Cornelis Speelman. Bij zijn dood werden groote gouden en zilveren penningen met zijn wapen – twee handen, daaronder een hamer – erop, uitgedeeld. Zijn begrafenis, die der Regeering de enorme som van honderd een en dertig duizend en vierhonderd rijksdaalders heeft gekost, werd begeleid door 229 kanonschoten. |
![]() |
1684-1691 Johannes CamphuijsNaast hem staat in mijn beeldengalerij Johannes Camphuys, een zilversmidsleerling te Amsterdam, die het niet langer kon harden op den driepoot en op bonavontuur naar den Grooten Oost ging. Hij nam dienst bij de Oost-Indische Compagnie, leed schipbreuk bij de eerste reis hierheen, gaf het niet op, ging ten tweedemale scheep en werd bij aankomst in Batavia klerk ter Algemene Secretarie. Zoo klom hij op tot Gouverneur Generaal. Genoemd in: |
![]() |
1691-1704 Willem van OuthoornEigenaardig dat al die vroegere Landvoogden zoo vroom waren. Camphuys’ opvolger, Mr. Willem van Oudshoorn, was het ook. Hij vervuld te Batavia de functie van diaken, daarna ouderling, en schonk als Gouverneur Generaal 100 riem papier voor het drukken van in het Portugeesch – destijds de taal der Mardijkers en Indo’s – vertaalde psalmen. Van Oudshoorn was de eerste Landvoogd in Indië (Amboina) geboren. Genoemd in: |
![]() |
1704-1709 Joan van HoornDe regeering van Joan van Hoorn kenmerkte zich door niets bijzonders, zijn persoonlijk leven echter door het feit, dat hij na zijn aftreden naar Holland terugkeerde met een voor dien tijd zeer aanzienlijke som van ruim f 472.200 aan wissels. Genoemd in: |
![]() |
1709-1713 Abraham van RiebeeckAanschouwt hier, Dames en Heeren, in zijn deftig, effen zwart costuum met de witte platte befkraag, Mr. Abraham van Riebeeck, zoon van Johan van Riebeek den stichter van de Kaap de Goede Hoop. Onder zijn bewind kwamen onder meer tot stand een weg naar de Zuidkust van Java en de eerste koffie-aanplant in de omstreken van Batavia, waar het nieuwe stadhuis in 1710 werd voltooid en de tinmijnen op Banka werden ontdekt. Genoemd in: |
![]() |
1713-1718 Christoffel van Swoll |
![]() |
1718-1725 Hendrik ZwaardecroonEnfin, we gaan verder, en staan nu voor het beeld van Henricus Zwaardecroon. Er spreken alles behalve welwillendheid en openhartigheid uit dit gezicht. Een zwarte schaduw werd op zijn bewind geworpen door zijn bevel tot de onmenschelijk wreede terechtstelling – zonder afdoende bewijzen – van Pieter Erberveld. De afgrijselijke gedenksteen in de Bataviasche benedenstad doet veelmeer de herinnering voortleven aan een onverantwoordelijke misgreep zijner rechters dan aan de onbewezen misdaad van Pieter Erberveld. Genoemd in: |
![]() |
1725-1729 Mattheus de Haan |
![]() |
1729-1732 Mr. Diederik DurvenGeïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 284 Genoemd in: |
![]() |
1732-1735 Dirck van CloonGenoemd in: |
![]() |
1735-1737 Abraham PatrasGeïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 1154-1155 Genoemd in: |
![]() |
1737-1741 Adriaan ValckenierWij slaan enkele onbeduidende figuren over, en komen te staan tegenover Adriaan Valckenier, berucht om zijn ontactvol dempen van de opstand te Batavia, waarbij 10.000 Chineezen werden vermoord, en van den door hem gegeven last tot gevangenneming van de drie Raden van Indië: Van Imhoff, De Haze en Van SchInne. Valckenier werd voor zijn boosheid gestraft. Na zijn aftreden, op reis naar Nederland, heeft men hem aan de Kaap de Goede Hoop gearresteerd in naam der Heeren Zeventien en hem teruggevoerd naar Batavia, waar hij in het Kasteel werd gevangen gezet. Genoemd in: |
![]() |
1741-1743 Johannes ThedensGeïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 1402-1403 Genoemd in: |
![]() |
1743-1750 Gustaaf Willem baron van ImhoffBaron van Imhoff een zeer geloovig man, zal niet licht vergeten worden, ten eerste als stichter van Buitenzorg en eerste bewoner van het landvoogdelijk paleis aldaar. Voorts heeft hij den bouw van een Lutherse Kerk te Batavia mogelijk gemaakt, terwijl onder zijn bewind nog zijn opgericht het eerste postkantoor in 1740 en de eerste Bank van leening. Genoemd in: |
![]() |
1750-1761 Jacob MosselBaron Van Imhoff werd opgevolgd door Jacob Mossel. Neen, hij was geen Israëliet, al stond hij als een groot koopman bekend. Hij heeft uit eigen middelen het drukken van den Bijbel in het Maleisch bekostigd. Genoemd in: |
![]() |
1761-1775 Petrus Albertus van der ParraOp denzelfden dag van Mossel’s overlijden werd tot Gouverneur Generaal benoemd Petrus Albertus van der Parra, de eenige landvoogd, die Europa, dus ook Nederland, nooit gezien heeft. Het is net of men dat aan zijn uiterlijk kan zien, doch die indruk kan wel op dwaling berusten. Genoemd in: |
![]() |
1775-1777 Jeremias van RiemsdijkDeze groote, robuste figuur naast Van der Parra, is Jeremias van Riemsdijk, die destijds door den Raad van Indië unaniem tot Gouverneur Generaal verkozen werd, doch op den avond vóór zijn installatie als zoodanig is gestorven. Hij heeft vooral vermaardheid verworven door zijn vijf huwelijken en zijn talrijke nakomelingschaap. Men heeft in een omvangrijk genealogisch boekwerk over het geslacht Van Riemsdijk aangetoond, dat zoowat een derde der Indo-Europeesche bevolking op den stamboom van den ouden Jeremias was geënt. Genoemd in: |
![]() |
1777-1780 Reinier de KlerkNaast hem staat in vol ornaat Reynier de Klerk. Hij heeft vele jaren gewoond in het door hem gebouwde landhuis op Molenvliet West No. 111 (thans het Landsarchief). Ook het landgoed Grogol behoorde hem toe. Dat hij evenals zijn voorgangers veel voor zijn kerk over had, blijkt wel uit een schenking van duizend rijksdaalders, welke hij vereerde aan Dominee Josua van Yperen bij diens aankomst in Indië. Genoemd in: |
![]() |
1780-1796 Mr. Willem Arnold AltingGeïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 19 Genoemd in: |
Gouverneurs-generaal tijdens de Bataafse Republiek en de Franse tijd. |
|
![]() |
1796-1801 Mr. Pieter Gerardus van Overstraten |
![]() |
1801-1804 Johannes SibergAlting en Van Overstraten loopen wij voorbij. Dat waren geen markante figuren. Siberg en Wiese eigenlijk ook, maar met Johannes Siberg was het toch een bijzonder geval. Hij trad eerst op als waarnemend Gouverneur Generaal, vroeg een half jaar daarna ontslag, werd daarentegen als Gouverneur Generaal “voorloopig” bevestigd, verzocht nogmaals ontslag, en kreeg eindelijk vergunning zijn waardigheid over te dragen aan Wiese. Feitelijk is Sieberg dus nooit officieel Landvoogd geweest Genoemd in: |
![]() |
1804-1808 Albertus Henricus WieseAlbertus Wiese een Bremer van geboorte, kwam op zijn dertiende jaar als scheepsjongen in het land, waar hij later als Gouverneur Generaal zou heerschen. |
![]() |
1808-1811 Mr. Herman Willem DaendelsHier hebt gij Mr. Herman Willem Daendels, de eerste Landvoogd die het Koninklijk gezag heeft vertegenwoordigd – àl zijn voorgangers waren Compagnies dienaren – de eerste ook, die officieel den titel van Excellentie voerde. Hij was geen levens-autodidact, geen self made man, want hij had een veelzijdig wetenschappelijke opleiding genoten, doch afgaande op zijn autocratisch beleid en zijn onbeperkte macht zou men hem een dictator kunnen noemen. Genoemd in:
|
![]() |
1811 Jan Willem JanssensGeïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 496-497 Genoemd in: |
Engels bestuur1811 Lord Minto |
Gouverneurs-generaal van Nederlandsch-Indië |
|
![]() |
1819-1826 Godert Alexander Gerard Philip baron van der CapellenDe figuur naast die van Daendels is die van Baron Van der Capellen, van beteekenis doordat hij de koloniën weer overnam namens de Nederlandsche Regeering, nadat zij eerst een tijd lang onder Engelsch bewind gestaan hadden, vervolgens tot eigendom van Frankrijk waren verklaard. Genoemd in: |
![]() |
1826-1830 Hendrik Merkus baron de KockBijkans zonder voorbeeld is de carrière van Hendrik Merkus de Kock, dit op het oog zoo gezellig Pickwick-type. Hij begon zijn loopbaan als klerk eerst bij het comité van welzijn, daarna bij het ministerie van oorlog en werd, zonder eenige militaire school te hebben doorloopen, vrij plotseling kolonel en kapitein ter zee, functie doende van den chef van den generalen staf, voldeed uitstekend, en bracht het zelfs tot chef van den generalen staf der Koninklijke en Koloniale Marine en van de mobile militaire divisie te Batavia. |
![]() |
1830-1833 Johannes graaf van den BoschOp hem volgt Johannes van den Bosch, te Batavia aangekomen als luitenant der genie in 1797. Hij was de stichter van het cultuurstelsel in Nederlandsch-Indië. Hij heeft, door de landgoederen Pondok-Gedeh en Tjibinoeng in het Buitenzorgsche aan te koopen en in cultuur te brengen zich ook voor zijn nakomelingen verdienstelijk gemaakt. Genoemd in: |
![]() |
1833-1836 Jean Chretien BaudWij staan niet stil bij J.C. Baud van wien niets te vertellen valt dan dat hij dertien kinderen gehad heeft. Genoemd in: |
![]() |
1836-1840 Dominique Jacques de EerensMeer beteekenis had D.J. de Eerens, die als soldaat in Indië kwam. Hij had meer dan den maarschalkstaf in zijn ransel, want hij wist het nog te brengen tot Luitenant Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië op een salaris van een honderd vijftig duizend gulden ’s jaars. Hij genoot de eer, hier in Indië te ontvangen Prins Willem Frederik Hendrik der Nederlanden, de éénige Oranje die deze kolonie uit eigen aanschouwing kende. Dat gebeurde in 1837. |
1840-1841 Carel Sirardus Willem graaf van HogendorpDie nu aan de beurt is, heeft, zooals gij ziet, een echt Van Hogendorp’s gezicht, gelijk wij dat kennen uit de boeken over onze vaderlandsche geschiedenis. Zijn naam luidt: Carel Sirardus Willem Graaf van Hogendorp. Hij was de zoon van Dirk van Hogendorp, die na eerst resident op Java te zijn geweest, gezant aan het Russische hof werd. Van Dirk den vader weet de historie meer te vertellen, dan van den zoon Carel Sirardus Willem van Hogendorp, die trouwens maar waarnemend Gouverneur Generaal is geweest en twaalf kinderen naliet. Genoemd in: |
|
![]() |
1841-1844 Mr. Pieter MerkusZijn opvolger was Mr. Merkus. Ook deze nam aanvankelijk het Landvoogdschap slechts waar. Eerst twee jaar later, in 1845 zou zijn definitieve benoeming tot het hoge ambt uitkomen. Genoemd in: |
1844-1845 Jhr. Joan Cornelius Reijnst |
|
![]() |
1845-1851 Jan Jacob RochussenWij kunnen ook de beelden van Reynst en Rochussen gerustelijk passeeren. Over hen valt niets van belang voor ons mee te deelen. Misschien hebt gij bij Uzelven reeds de opmerking gemaakt dat Jan Jacob Rochussen wel een der knapste Apollonische figuren onder al die Landvoogden was. De meesten waren geen Adonis. Genoemd in: |
![]() |
1851-1856 Mr. Albertus Jacob Duymaer van TwistHier staat Mr. Albertus Jacob Duymaer van Twist, vooral bekend als den geduchten tegenstander van Multatuli, die zich eens schriftelijk bij Koning Willem den Derde had beklaagd, dat deze Gouverneur Generaal hem belette “zijn plicht als ambtenaar te doen”. Onder diens bewind kwam intusschen in 1853 de eerste tentoonstelling van voortbrengselen der natuur en van landbouw en nijverheid in Nederlandsch-Indië te Batavia tot stand. Genoemd in: |
![]() |
1856-1861 Charles Ferdinand PahudDit is Charles Ferdinand Pahud. Sommigen beweren het aan zijn gezicht te kunnen zien, dat hij indertijd eerst voor schoolmeester heeft gestudeerd. Hoe het zij, voor het onderwijs heeft hij in elk geval veel gedaan, en dat is toch geen geringe verdienste. Tijdens zijn bestuur werd bijvoorbeeld het Gymnasium Willem III te Batavia opgericht en geopend (op 17 November 1860). Toen is er nog iets gebeurd, dat U zeker vergeefs in archieven en kronieken uit dien tijd zoeken zult. Genoemd in: |
![]() |
1861-1866 Mr. Ludolf Anne Jan Wilt baron Sloet van de BeeleThans leid ik U voor het beeld van Baron Sloet van de Beele, type van een Oud-Hollanschen aristocraat. Hij was het, die in 1804 de ethnologische en nijverheidstentoonstelling te Serang (Bantam) en de tweede tentoonstelling van landbouw en nijverheid in het daarop volgende jaar te Batavia opende. Genoemd in: |
![]() |
1866-1872 Mr. Pieter MijerNaast hem staat Mr. Pieter Mijer, een der bekwaamste en werkzaamste Landvoogden van Nederlandsch-Indië, die de geschiedenis weet aan te wijzen. Hij heeft veel geschriften nagelaten, die nu nog vaak door weetgierige ambtenaren geraadpleegd worden. Genoemd in: |
![]() |
1872-1875 Mr. James LoudonHij werd opgevolgd door Mr. James Loudon, die van Engelsche afkomst was. Dikwijls had hij ook vooraanstaande Engelschen uit Londen en Singapore te logeeren. Eens telde hij een Engelsch handelsmagnaat uit laatstgenoemde plaats onder zijn gasten te Buitenzorg, waarvan de omstreken destijds nog door tijgers onveilig werden gemaakt. Genoemd in: |
![]() |
1875-1881 Mr. Johan Willem van Lansberge Genoemd in: |
![]() |
1881-1884 Frederik ‘s JacobGeïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 1302 Genoemd in: |
![]() |
1884-1888 Otto van Rees |
![]() |
1888-1893 Mr. Cornelis Pijnacker HordijkMr Pijnacker Hordijk bijvoorbeeld was de eerste, die in z’n eentje, gekleed in een zwart lustren jasje en een witte pantalon ’s ochtends vroeg wandelingen maakte om het Koningsplein. Dat deed hij ook graag in den namiddag tusschen licht en donker. Overigens zag het groote publiek hem niet. Hij was, onder ons gezegd, een leelijk klein mannetje met een kaal hoofd, een korte baard en schrikkelijk schele oogen. Ik heb in mijn leven nog niet iemand ontmoet, die zoo jammerlijk scheel keek als deze Landvoogd. Niettemin zag hij als staatsman drommels goed uit zijn oogen. Genoemd in: |
![]() |
1893-1899 Jhr. Carel Herman van der WijckZijn opvolger was Jhr. C.H. van der Wijck, zooals gij hier zien kunt met zijn grijzen krullebol en zwaren grijzen knevel, een kranige representatieve figuur, maar door zijn buitengewone trotschheid niet populair. Genoemd in: |
![]() |
1899-1904 Willem RooseboomDat wij in die dagen nog leefden onder een Bestuur dat ingesteld was op het behoud der koloniën bleek wel duidelijk uit de benoeming van den opvolger van Jhr. Van der Wijck. Tegenwoordig, ruim dertig jaren daarna, is het streven naar ontwikkeling in alle opzichten daarbij het hoofddoel. Immers, meerdere ontwikkeling in elke richting geeft vanzelf de beste waarborgen voor het behoud. Die opvolger was generaal W. Rooseboom, militair commandant van de vesting Amsterdam. Men vond het indertijd hier ongehoord, dat een Gouverneur Generaal zou komen, die niets van Indië wist, hier nooit geweest was en niets van een ambtenaar had. Genoemd in: |
![]() |
1904-1909 Johannes Benedictus van HeutszHier staan we voor de beeltenis van Johannes Benedictus van Heutsz den pacificator van Atjeh. Uiterlijk herkent men hem direct aan zijn eigenaardigen vogelneus en de eigenzinnige “je m’en fis”-uitdrukking op zijn gezicht. Genoemd in: |
![]() |
1909-1916 Alexander Willem Frederik IdenburgNaast den pacificator van Atjeh staat zijn vriend en krijgsmakker Alexander Willem Frederik Idenburg. Deze was een ‘Onderkoning’, die geen prijs stelde op uiterlijk vertoon, iets wat den Inlander, die als alle Oosterlingen voor pracht en praal zeer gevoelig is, vreemd aandeed. Hij reisde eenvoudig, zonder veel omslag, hij was geen verschijning, die ontzag inboezemde, de Inlandsche wereld zag niet in hem den ongenaakbaren Toean Besar van Bogor. Onder zijn bestuur ontwikkelden zich verschillende Inlandsche stroomingen en de belangrijkste beweging in de Inlandsche maatschappij, de Sarikat Islam. Genoemd in: |
![]() |
1916-1921 Mr. Johan Paul graaf van Limburg StirumHad Idenburg de ethische politiek hier ingeluid, zijn opvolger Mr. Johan Paul graaf van Limburg Stirum huldigde haar à outrance. Voor het Inlandsch paleis-personeel, gewoon in bamboezen hutten zonder comfort, werden steenen woningen gebouwd, volledig gemeubileerd en van electrisch licht voorzien. Elke woning had een voorgalerijtje met stoelen, een tafeltje met een vaas, welke op gezette tijden door de gravin Van Limburg Stirum, geboren baronnesse Smynia, eigenhandig met bloemen uit haaredele’s tuin werd gevuld. Genoemd in:
|
![]() |
1921-1926 Mr. Dick FockHet werd tijd, dat een man met andere, gezonde opvattingen, dat een sterke man, die Indië door-en-door kent, het opperbestuur zou overnemen. Die man was Mr. Dirk Fock, dien U hiernaast ziet staan. Groot en forsch van bouw, met een kop zoo leelijk als die van Socrates en van Paul Verlaine. Maar hij wist wat hij wilde en deed wat hij wilde. Hij begon met al de ziekelijke, vooze en slappe takken van den Regeerings-boom te snoeien, met het gevolg dat deze voordeeliger groeide en bloeide. Genoemd in: |
![]() |
1926-1931 Jhr. Mr. Andries Cornelis Dirk de GraeffDe laatste figuur van het Koloniaal Nirom-panopticum is die van Jhr. Mr. André C.D. de Graeff, op dit oogenblik minister van Buitenlandsche Zaken te ’s-Gravenhage. Hij was gehuwd met een dochter van Gouverneur Generaal Van der Wijck, en toonde zich al dadelijk bij zijn optreden een vurig aanhanger en voorstander van de ethische politiek van Graaf Van Limburg Stirum. Wat Mr. Fock moeizaam met hamer en houweel had afgebroken, bouwde Jhr. De Graaf geduldig en vol toewijding weer op Genoemd in: |
![]() |
1931-1936 Jhr. Mr. Bonifacius Cornelis de JongeGenoemd in: |
1936-1945 Alidius Warmoldus Lambertus Tjarda van Starkenborgh StachouwerGenoemd in:
|
|
![]() |
1945-1948 Hubertus Johannes van Mook (Luitenant Gouverneur-generaal)Genoemd in: |
Hoge vertegenwoordigers van de Kroon in Nederlands-Indië 1948-1949 Louis Joseph Maria Beel 1949 Antonius Hermanus Johannes Lovink |
Overzicht Ministers van koloniën
Juli 1887 Augustus 1901 September 1902 September 1902 Augustus 1905 Februari 1908 Mei 1908 Augustus 1909 Augustus 1913 September 1918 November 1919 Augustus 1925 September 1925 Maart 1926 Augustus 1929 Mei 1933 Juni 1937 Juli 1939 Augustus 1939 November 1941 |
– augustus 1901 – september 1902 – augustus 1905 – februari 1908 – mei 1908 – augustus 1909 – augustus 1913 – september 1918 – november 1919 – augustus 1925 – september 1925 – maart 1926 – augustus 1929 – mei 1933 – juni 1937 – juli 1939 – augustus 1939 – november 1941 – mei 1942 |
J.T. Cremer |
[Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 1113]