door J.J. de Stigter [Brochure zonder jaartal]

 

Christelijk Militair Tehuis, 3, 5, 9

[Cimahi – Beheerder] 

Een en ander over het werk van het Christelijk Militair Tehuis “Prinses Juliana” te Tjimahi
Christelijke Militaire Tehuizen dragen een min of meer persoonlijk stempel. Hetzij een bestuurslid erin op den voorgrond treedt, of de beheerder, beiden zullen zij het tehuis iets geven, dat het van andere soortgelijke inrichtingen onderscheidt.
Dat onderscheid zal uitkomen in de aankleeding van het tehuis, zoowel als in de wijze, waarop de lange avonden doorgebracht of besteed worden.
Omtrent de manier, waarop het Christelijk karakter der instelling tot uiting behoort te komen, bestaat verschil van meening. Waar de militaire tehuizen in het openbaar besproken worden, kan men telkens weer opmerken, dat sprekers van verschillende richtingen hun sympathie betuigen met een heel breed standpunt: een huiselijk milieu, waarop de Christelijke geest zijn stempel drukt, maar geen kerkelijke richting of leerstelligheid.
Dit standpunt wordt in ons tehuis ingenomen en in praktijk gebracht.
We trachten daardoor het tehuis aantrekkelijk te maken voor álle Europeesche militairen, miliciens zoowel als vrijwilligers, die geen tehuis hebben. Hen te bewaren, voorzoover we dat kunnen, voor velerlei verleiding. Hen te stimuleeren in de richting van arbeiden voor een zelfstandig bestaan en een eigen huisgezin.
Dat ons kunnen in deze zeer beperkt is ... is door mij reeds eerder uiteengezet [...].
In ons tehuis vinden de bezoekers allerlei, dat tot tijdpasseering dient. Daarenboven ook volop gelegenheid om den vrijen tijd nuttig te besteden. Het núttig besteden van den tijd wordt bij ons sterk op den voorgrond geplaatst.
Voor tijdpasseering hebben we een goed biljart, schaak-, dam- en dominospelen en een kegelbaan.
Een uitgebreide leestafel en een welvoorziene, maar eenigszins verouderde bibliotheek reken ik tot de dingen, die het nuttige met het aangename vereenigen. [...]
In de gewonen dagelijkschen gang van zaken neemt het onderwijs een groote plaats in. Van Maandag tot Vrijdag wordt daaraan 2½ uur per avond besteed, terwijl het één avond op twee plaatsen tegelijk gegeven wordt. Aan dit onderwijs nemen momenteel 18 Europeesche militairen beneden dan rang van onderofficier deel.
Er wordt les gegeven in: Nederlandsche taal, Rekenen, aanschouwelijke Meetkunde, Aardrijkskunde en Geschiedenis van Indië en Boekhouden. [...]
De bedoeling van dit onderwijs is niet alleen den leerlingen voldoende schoolkennis bij te brengen voor het onderofficiersschap, maar ook om den lust tot verdere studie op te wekken of aan te wakkeren.
Vijftien jaar geleden ben ik te Bandoeng begonnen om onderwijs te geven in het tehuis en nog altijd beschouw ik het als het núttigste deel van mijn werk. [...]
Tegenwoordig wordt het tehuis geregeld door 20 – 25 militairen per avond bezocht. ’s Zondags stijgt het aantal soms tot boven de 50. Het zijn bijna allemaal jonge menschen, beneden de rang van onderofficier. [...]
Tussen 5 uur en half 6 komen de eerste bezoekers. De meesten beginnen met het inzien van de krant. Tegen 6 uur verdeelen ze zich over school, bibliotheek en biljartkamer. Slechts een paar blijven in de koffiekamer om een spelletje te spelen of een brief te schrijven.
Van de voorgalerij wordt in het koude Tjimahi ’s avonds geen gebruik gemaakt.
De lessen duren tot half 9. Behalve Zaterdag en Zondag. Dan zijn de avonden geheel aan ontspanning gewijd.
Om half 9 réunie in de koffiekamer. De grammofoon wordt opgedraaid of iemand zet zich voor het orgel. Dan is het een poosje druk in de koffiekamer.
Recruten, die om half 10 thuis moeten zijn, verdwijnen om 9 uur. De overigen tusschen half 10 en half 11, terwijl een enkele nog wel eens een ‘en petit comité’ blijft napraten ... en dan wordt het wel eens 12 uur.
’s Zondags ochtends drinken we, naar Hollandsche gewoonte, na kerktijd koffie, met iets erbij, wat we allemaal graag lusten. Meestal is er dan een groot gezelschap bijeen.
Kerstfeest en nationale feestdagen zijn hoogtijden in het tehuis. Het groote gezin, dat zich op zulke dagen om den disch vereenigt, doet uitkomen, dat het tehuis nog iets meer is dan een uitspanningsplaats.