Muziek en cabaret in gevangenschap, door Nadet Somers en Frans Schreuder
Walburg Pers, Zutphen 2005
Gestrand, 69-70, 72
Een groep jonge mannen en vrouwen rond een piano. De pianist in korte broek; één van de vrouwen, klein en met guitige ogen zit op de piano. De foto is gemaakt op 31 december 1939, tijdens het Indische debuut van het ABC-cabaret dat werd uitgezonden via de Nederlands-Indische Radio Omroep Maatschappij (NIROM). Rond pianist Cor Lemaire staan en zitten van links naar rechts: Gerard Hartkamp, Wim Kan, Lya Sten, Lizzy Valesco en Corry vonk. Door de radio-uitzending was het ABC-cabaret op slag in heel Indië bekend en trok het overal volle zalen.
Toen het cabaret op 3 december 1939 uit Nederland vertrok, stond een tournee van 100 dagen door Nederlands-Indië gepland. op uitnodiging van de Bond van Nederlands-Indische Kunstkringen. De reis ging per trein naar Napels om daar scheep te gaan. Het zou echter 2279 dagen duren eer Wim Kan en Corry vonk weer voet zetten op Nederlandse bodem. De oorlog in Europa belemmerde een terugkeer naar Nederland en ook in Nederlands-Indië groeide de oorlogsdreiging. Er was zorg om het bezette moederland, maar het echtpaar Kan-Vonk maakte het beste van hun verlengde verblijf Foto's uit die tijd, veelal gemaakt door de eveneens in Indië gestrande televisiepionier Erik de Vries, tonen een ontspannen gezinsleven: Wim en Corry aan het ontbijt, bijgestaan door een Indonesische bediende; Corry breiend en Wim schrijvend aan een tafel op een terras. 'Toch bleven zij enigszins buitenbeentjes in de koloniale samenleving. Erik de Vries bestempelde zichzelf en het cabaret-echtpaar zelfs als 'a-kolonialen'. De shows bevatten namelijk altijd wel een nummer waarin onverholen kritiek op de koloniale gezapigheid werd geuit, een nummer waar het publiek weinig waardering voor kon opbrengen. Dat nam niet weg dat de programma's over het algemeen met veel geestdrift werden ontvangen.
Maar tijdens de tournee van het ABC-cabaret over Sumatra, eind 1941, werden alle verdere voorstellingen plotseling stopgezet omdat Japan de oorlog in de Pacific was begonnen. Wim Kan werd opgeroepen door het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en moest zich zo snel mogelijk in Bandoeng melden. Het cabaretgezelschap viel uit elkaar. Soldaat Kan heeft nog de hoop gekoesterd om als cabaretier bij de afdeling Ontwikkeling en Ontspanning van het KNIL te werk gesteld te worden, maar daar zagen zijn meerderen weinig heil in. Hij kreeg de functie van radio-omroeper van de generale staf.
In het boek 100 dagen uit en thuis doet hij op enigszins cynische wijze verslag van de eerste oorlogsdagen. Hij beschrijft de feesten die op de valreep in Bandoeng werden gehouden en de binnenkomst van de eerste stoottroepen in de stad. Vijf dagen na de capitulatie van het KNIL begon voor hem de krijgsgevangenschap.
Gestrand, 72-73
Het eerste kamp waarin Wim Kan terecht kwam was 's Lands Opvoedings Gesticht (L.O.G.), een gebouwencomplex in het oostelijk deel van de stad Bandoeng. Vrij snel na zijn internering vroeg hij aan Nico Raver hem bij de optredens te begeleiden. Nico Raver stemde toe. Hij kreeg het zelfs voor elkaar dat zijn accordeon uit zijn huis naar het kamp werd gehaald. Samen verzorgden zij nu de optredens van het uit elkaar gevallen ABC-cabaret. Dit was het begin van een samenwerking die bet grootste deel van de oorlog zou voortduren.
In het L.O.G. mochten de vrouwen pakjes voor hun mannen afgeven. Bij dergelijke gelegenheden brachten Corry Vonk en Lies Peters, Nico Rayer's vrouw, allerlei spullen die het duo nodig zou kunnen hebben bij hun optredens. Later werd het regime strenger en was bezoek van de vrouwen niet meer mogelijk. Het zogenaamde foerageren zorgde echter toch voor enkele heimelijke contacten. Het foerageren hield in dat de geïnterneerde mannen, onder Japanse begeleiding, met handkarren door Bandoeng trokken om voedsel in te slaan voor het kamp. Onnodig te zeggen dat dit een favoriet corvee was. In zijn programma Kawat-melodieën, dat Wim Kan in zijn volgende kamp schreef en uitvoerde, heeft hij dit foerageren bezongen. En dan was er de zogenaamde ABC-melk-fourage: Wim Kan en Nico Rayer trokken samen de kar waarop bij de Bandoengse melkcentrale zuivel voor het kamp geladen werd. Deze foeragetochten boden hen de gelegenheid hun vrouwen te zien die ook zogenaamd inkopen deden. Later wisten Corry Vonk en Lies Peters via via nog enkele fotootjes, voedingsmiddelen en vitamine-c tabletten, aan hun echtgenoten te sturen.
Gestrand, 73-76
[Cimahi – Getransporteerd]
[Kan – Burma dagboek, 50]
Op zondag 31 mei 1942 verhuisden de geïnterneerde mannen van het L.O.G. naar Tjimahi-treinkampement. De mannen moesten de zwaar geladen karren zelf zeventien kilometer door de stad trekken. Voor de vrouwen bood deze tocht weer een gelegenheid een glimp van hun mannen op te vangen.
In Tjimahi kreeg Wim Kan in eerste instantie geen toestemming voor een optreden. Om de tijd toch zo nuttig mogelijk te besteden nam hij deel aan verschillende activiteiten die in het kamp werden georganiseerd, zoals Engelse les en literaire bijeenkomsten. Maar op 12 juni werd hij tijdens de Engelse les weggeroepen om zich direct bij de overste te melden. Goed nieuws: de Japanse kampcommandant had cabaretvoorstellingen toegestaan, met de waarschuwing erbij om geen propaganda te maken. De volgende ochtend begon Wim Kan direct met Nico Rayer te repeteren. Aan het eind van de dag moest hij de liedjes en grapjes laten lezen aan de overste. Toen deze zijn goedkeuring verleende volgde een aaneenschakeling van voorstellingen, waarbij steeds zo rond de driehonderd man publiek aanwezig was. Het programma, dat nog veel liedjes uit het oude ABC-cabaret bevatte, duurde drie kwartier en begon om acht uur 's avonds.
Uit zijn dagboek blijkt dat Wim Kan zich door deze voorstellingen weer in zijn element voelde en geïnspireerd raakte om een nieuw programma voor te bereiden. Ook alle teksten van dit nieuwe programma moesten vooraf worden gecontroleerd. De overste en de tolken dienden daarbij als tussenpersonen voor de Japanse commandant. Wim Kan en Nico Rayer kregen een ruime kamer toegewezen waarin zij konden repeteren, een groot voorrecht. Een andere voorkeursregeling bestond eruit dat soldaat Wim Kan in Tjimahi mocht blijven om het amusement te verzorgen, terwijl de andere minderen op transport werden gesteld. Zijn nieuwe programma ging op 27 juni 1942 in première en bestond uit de volgende onderdelen: 1 Introductie (Mens, hier leer je leven) 2 M'n eerste (Dirk Witte) 3 lch küsse Ihre Hand, Madame 4 De brief over de voorstelling 5 Fancy Fair 6 Solo Rayer 7 Verliefde mensen 8 Black-outs 9 En toch! 10 Louis-Davidspotpourri 11 Ezeltjes.
Het hele programma duurde anderhalf uur en begon om half 7 's avonds. Niet alleen Wim Kan trad op in Tjimahi. Zo was er op zondagavond 28 .juni een optreden van de drie harmonicaspelers Jan Maas, Hans van Heusden en Nico Rayer. Dit optreden vond in de openlucht plaats en werd door duizend man bijgewoond. Ook enkele Japanse soldaten wisten de muziek te waarderen.
Terwijl zijn tweede programma nog draaide, studeerde Wim Kan alweer een derde in. Enkele medegevangenen hielpen hem door het aanleveren van teksten. De première van de derde show – uiteraard met door de Japanners goedgekeurde teksten – vond plaats op donderdag 23 juli 1942. Tezamen vulden liedjes en conference anderhalf uur. In dit programma, waarin hij al meer elementen van de kampsituatie verwerkte, zong hij voor de eerste keer het liedje 'lk zoek een steuntje in m'n rug'. Dit liedje zou gedurende de krijgsgevangenschap in vele optredens een plaats krijgen.
Ik zoek een steuntje in m’n rug! In de chaos vond de man, Refrein In de chaos vond de man |
Refrein Maar de man zijn krukje blijft Refrein |
In het liedje geeft Wim Kan op treffende wijze weer hoe de gevangen mannen opleefden bij elk gerucht dat dc oorlog in het nadeel van de Japanners begon te verlopen. Men klampte zich vast aan geruchten, aan astrologische voorspellingen en zelfs aan een eeuwenoude Javaanse legende die inzicht zou geven in de duur van de gevangenschap. Hoe treffend dat hij dit liedje speciaal aan Corry Vonk opdroeg, die hij liefkozend 'Olle' noemde. Zij was immers zijn steun en toeverlaat die hem met haan praktische instelling en opgewektheid door heel wat onzekere en twijfelende periodes heen had geholpen!
Gestrand, 76-83
[Cimahi – Ziekten]
[Cimahi – Getransporteerd]
Hoewel Wim Kan de hoop koesterde dat de bevrijding een vierde programma overbodig zou maken, begon hij toch met de voorbereiding van het programma 'Kawat-melodiën 42'. Op zaterdag 29 augustus ging dit programma in première. Het duurde van half 6 tot 8 uur.
1 Openings-conference 2 Kawat melodieën 3 Hopla, hier zijn wij 4 Voetbal Josefientje 5 Jansen ziet er niets meer in 6 Solo Rayer 7 Dagverblijf imitaties 8 Kawat melodieën
De tekst van 'Kawat-Melodieën' omvat de verschillende aspecten van het kampleven. Zo besteedt Wim Kan aandacht aan het dagelijkse corvee, de cursussen die worden gegeven, het geloof in de astrologie om het einde van de oorlog te voorspellen en het verlies van beschavingsnormen zodra het om eten gaat.
7.30 Ochtendreveille (melodie: So Blue)
3 maal 3 slagen op de bel, ik weet niet wat dat beduidt, zoo’n hol geluid
Moet ik eruit of moet ik erin
Ik heb niet de minste zin
Waarom toch steeds zo vroeg, voor onze boeg ligt tijd genoeg
Zoo’n vroeg begin, heeft niet de minste zin
Mijn klamboe is hangerig en ik zoek verlangerig, naar een sfeer van weleer
De dag trekt een gezicht waar je van schrikt
Het ochtendlicht heeft ook nog gin zin, ‘k ga er nog even in.
8.00 Eten halen (melodie: ’drie stuivers opera’ die haai heeft scherpe tanden)
En de mensch heeft idealen en die gooit hij overboord
Op ’t moment van eten halen, is hij rijp voor massamoord
Aristocraten en proleten, het verschil is minimaal
En de mensch vormt zij illusie voor een betere wereldstaat
Maar het eindigt steeds met ruzie, als het om zijn broodje gaat.
9 uur Ochtendfourageurs rukken uit (melodie: Adieu mijn kleine garde officier)
Adieu mijn kleine ochtendfourageur, adieu, adieu
Veel geluk voor jou, groeten aan je vrouw
Adieu mijn kleine ochtendfourageur, adieu, adieu
Pas goed op op straat, dat je met niemand praat
Laat de anderen maar ploeteren, voor tuin- en plaatscorvee
Voor keuken, riool en wc.
Jij brengt vleesch met vellen, rijst met maaien, groenten, suiker en thee
Berichten met tegenspraak mee.
Adieu mijn kleine ochtendfourageur, adieu, adieu, haast je langzaam hoor
Het is hier straks ‘rood voor, rood voor’
Adieu hoor t’ is hier straks rood voor.
9.30 Tuincorvee (melodie: Ajel koekoek)
Groep 1, groep 2, wie gaat er mee, wie heeft er idee in ‘t schoffelcorvee
De boontjes die bloeien, radijsjes in groei
De slokans die vloeien, m’n kruithof in bloei
Tomaten en uitjes in zomergestoei, die regen in buitjes, m’n kruithof in bloei
Of ik even een blik mag geven, want m’n kruithof staat in bloei
Doe mee aan dat leuke gezellige geknoei, tot heil van de keuken,
M’n kruithof in bloei.
11 uur Koffieuurtje (melodie: Irgend who auf der Welt)
Ergens in het kampement staat een wankele koffietent
Het rendez-vous gebied der kampementse chique
Ergens in ’t kampement, drink je koffie voor 3 cent
Gratis uitzicht op de pindakaasfabriek
Als je ooit bij je vrouw, zulke koffie drinken zou
‘k geloof dat elk dan zijn vrouw voor 3 cent verkopen zou
Maar niet in ’t kampement bij die wankele koffietent,
Drink je koffie met niets voor 3 cent.
12 uur, verloren voorwerpen (melodie: Ich hab mein Herz in Heidelberg verloren)
Ik heb mijn mok in de koffietent verloren, ’t was op een zwoele zomerdag
Ik hield haar vast bij allebei haar oren, tot ik haar plotseling niet meer voor me zag
Met heel veel moeite wrong ik me naar voren
Maar slechts de bon lag eenzaam in m’n hand
Want ik heb m’n mok in de koffietent verloren
M’n mok is daar voorgoed gestrand.
1 uur Eten halen – En de mensch heeft idealen enz.
2 uur in ’t zonnebad (melodie: In ’t Scheveningse zonnebad)
In ’t kampementse zonnebad, daar zie je wat, daar hoor je wat,
Daar ligt de bloem der Zuid-Pacific streken,
Weer nieuwe kracht voor niets doen aan te kweken
Je wilt wel iets, maar komt tot niets, in ’t zonnebad.
3 uur Palmen (melodie: Palmen van Hawai)
Palmen van Tjimahi, die ken ik voor m’n leven
O schoone palmen van Tjimahi, zoo statig maar zoo saai.
Als ik ooit deze plaats ga verlaten, wil ik nooit meer van palmen horen praten
Van die palmen van Tjimahi, zoo statig maar zoo saai.
4 uur Lesuur (melodie: An apple for the teacher)
Een uurtje met de leeraar, tot leerlings zieleheil
Dat houdt de geest van een krijgsgevangen mensch op peil
Japans en Frans en Engels, Latijn en Grieks en Spaans
Naast Eskimos en Tibetaans, hoog Duits en plat Jordaan
En als de mens van les komt, geschaafd in menig vak
Gooit hij zijn cigarettenpeukie in de mandibak
Je leert van Freud en Einstein, Marconi en nog meer
Maar op het rooster zoek je tevergeefs ‘Beschavingsleer’.
5 uur Mandi-uurtje (melodie: Im weiszen Rösseln an Bodensee)
In de mandibak van de badkamer, staat ’s middags het water zoo laag,
De kraan is het peil aan het verfzorgen,
maar dat is pas voor de volgende morgen
In de mandibak van de badkamer drijft menig groenig geval
En niemand weet of ‘ie daarmee of met ’t water baden zal.
6 uur Orders worden bekend gemaakt (melodie: Sonja)
Zonde, zonde om dat af te knippen. ’t Stond nu net zo aardig overeind
’t wordt een sectie van geplukte kippen, als dat kuifje weer verdwijnt
Zonde, zonde om dat af te knippen, ’t was juist zo aardig aangegroeid
’t kan nog aan geen scheiding tippen, nu moet ’t gesnoeid en dan is de heleboel verknoeid.
6.30 uur Eten halen – En de mensch heeft idealen enz.
7.30 uur Zondagavondconcert (melodie: Als des Zondagavond de dorpsmuziek speelt)
Als op Zondagavond de kampmuziek speelt, heifiedeldeifiedeldom dom
Is de Keizersgracht weer ’t beste bedeeld, heifiedel enz.
Boven het gepeupel dat daar beneden krioelt
Zit de upperten hoog bekrukt en bestoeld
Als des Zondagavond de kampmuziek speelt enz.
8 uur Roddeluurtje (melodie: Schaatsenrijderswals)
Weet jij nog iets, neen ik weet niets, maar alles van gisteren schijnt weer niet waar
Ja maar zeg hoe kan dat nou, ’t was toch definitief,
Maar iemand hier die sprak z’n vrouw, dit is echt positief,
Die zei beslist dat ze niks wist.
Maar het blijft toch waar, als die zich vergist.
8.30 Op naar de Astrologie (melodie: Kleine Gigolo)
Arme astroloog, brave astroloog kan je ons nog iets voorspellen
Duurt het nog een poos, voor ik in de soos, weer een borrel kan bestellen
Jij speelt nu mooi weer, met de grote beer. Ik zit jaren af te tellen
Als de sterren niet gaan, probeer het dan met de maan, je moet toch iets voorspellen.
9 uur Heimweh-uur (melodie: Vier Wörten enz.)
Vier woorden wil ik nog slechts zeggen, vier woorden slechts, ‘ik wil naar huis’
Het heeft geen zin om lang te overleggen, ik wil naar huis (2 maal)
Al kreeg ik kaviaar te eten, ik wil naar huis (2 maal)
Vier woorden kan ik nooit vergeten, ik wil naar huis (2 maal).
9.30 Avondappel (melodie: Zwei Herzen in ¾ takt)
2000 man nog goed intact, die zitten hier tezamen gepakt,
2000 man nog goed intact, maar een beetje afgezakt
Twee kwart is optie, een kwart is pessimist
Een kwart gelooft de geruchten beslist
2000 man nog goed intact, die zijn hier tezaam gepakt.
10 uur Lichten uit (melodie: Kleine man je had een drukke dag)
Kleine kampbewoner, donker valt de nacht, over al je zorgen en tobberij
Kleine kampbewoner, sluit je klamboe, weer een dag voorbij
Kleine kampbewoner, vol is de chambré, eenzaam lig je in die domme rij
Kleine kampbewoner, sluit je klamboe, weer een dag voorbij
Niemand die je toelacht, niemand dooft de lamp, niemand bij ’t slapen gaan
Iemand galerijwacht, iemand dwaalt door het kamp, iemand heeft de poort op slot gedaan
Kleine kampbewoner, donker is de nacht, eenmaal is de duisternis voorbij
Eenmaal gaat de zon op, eenmaal op een morgen ben je vrij.
Slotmelodie (melodie: Argentine way)
Want eenmaal komt tóch de dag, dat je zingt met een lach, ‘dag Tjimahi’
Je staat gepakt en gezakt en verbreekt het contact met Tjimahi
Er zijn geen schildwachten meer, vredig en blij is de sfeer in Tjimahi
Het prikkeldraad lacht tevree met het plaatsbureau mee van Tjimahi
Je dartelt als een veulen de vrijheid tegemoet
De koetjes in het weiland trekken een vrolijke snoet, vandaag gaat alles goed.
De zon valt zoomaar vanzelf uit ’t hemelgewelf op Tjimahi
Een astroloog vangt haar op: de wereld staat op zijn kop,
Onweer en regen staan tijdelijk stop en opgelucht zeg je: ‘Einde Gerucht’.
Het programma 'Kawat-melodieën' werd tussen 2 en 19 september 1942 zes keer gespeeld, steeds voor een andere groep gevangenen. Vóór elk optreden volgde Wim Kan een vast ritueel, dat hij in zijn dagboek beschreef. Eerst poetste hij zijn tanden en deed het horloge van Nico Rayer om. Vervolgens ging het portretje van Corry Vonk in zijn zak en trok hij witte schoenen aan. Het portretje van ‘Olle ' had een bijzondere betekenis. Hij miste haar en voelde zich eenzaam als hij na een succesvolle voorstelling het applaus niet met haar kon delen.
Heb als altijd na premières weer nog groter verlangen naar Olle! Wat houd ik toch onbeschrijfelijk veel van haar. Dat is altijd het gevoel van eenzaamheid na elke première. Hoe groter het succes – hoe eenzamer daarna het thuiskomen in ons kamertje. Zonder Olle, zonder gesprek over de prestatie, zonder het stralende gezicht van OI.
Wim Kan maakte zich grote zorgen over Corry Vonk. Groot was zijn blijdschap toen er op 6 september gelegenheid was om haar op het balkonnetje van de trein van half 5 naar Bandoeng voorbij te zien rijden. Ze moest naar de dokter en had via via haar man laten weten wanneer zij het kamp zou passeren. Ook op zaterdag 12 september ving hij een glimp van haar op toen ze in de trein langs reed en noteerde dit heuglijke feit in zijn dagboek.
Zijn dagboeken zijn een weerslag van het dagelijkse leven in het kamp. Hij beschreef de verveling, de boeken die hij las (er was een kampbibliotheek), de constants stroom van geruchten en weddenschappen over de datum van bevrijding. Het corvee en het eten begonnen een steeds grotere plaats in het dagelijkse leven in te nemen. Ofschoon het eten, in vergelijking tot wat hem nog te wachten stond, in Tjimahi voldoende was, baarde het hem zorgen. Maar zijn humor liet hem niet in de steek, getuige het volgende fragment dat betrekking heeft op het feit dat hij door een truc twee keer brood wist te bemachtigen:
Het lukt en maakt met één slag mijn hele ochtend goed. want nou heb ik tweemaal brood. Het is onbegrijpelijk welke kleinigheden een grote rol in je leven gaan spelen. Je kent dit leven alleen uit de boeken en zit er nu zelf ineens middenin. Soms is het net (vooral in de tent) een toneelstuk waarin ze vergeten het doek op tijd te laden zakken. lk voel de neiging wel eens zachtjes 'doek doek' te roepen. Dan 'lig' je te ontbijten uitgestrekt op je keiharde slaapplank. Er is nog boter en jam, dus is de dag goed, maar we raken met een geweldige vaart door onze laatste voorraden heen en wat er dan gebeuren moet weet niemand.
De omgang met de Japanse soldaten beschreef Wim Kan als vrij gemoedelijk. De Japanse kampcommandant stond twee keer per week muziek en cabaret toe: Wim Kan kreeg de leiding over het cabaret. Daarnaast hield hij drie lezingen over cabaret. Die lezingen vonden plaats op de zondagochtenden en werden bezocht door een select gezelschap. Wim Kan merkte met genoegen in zijn dagboek op dat anderen in hun lezing en zelfs de dominee in zijn preek iets aanhaalden uit zijn liedjes.
Het verblijf in Tjimahi bleek slechts tijdelijk te zijn, want op 11 oktober 1942 werden Wim Kan en Nico Rayer met ongeveer zeshonderd andere mannen afgevoerd naar een kamp in Batavia. Daar kregen ze te horen dat ze zich klaar moesten maken voor vertrek naar Siam.