K 16. [Tekening van Johannes Rach in Batavia de Hoofdstad van Neêrlands O.-Indien (Amsterdam, 1782-83)]
[…] Wij zien nu hier de beroemde Tijgersgracht niet zonder een gevoel van teleurstelling. De huizen vertoonen een vrijwat meer ouderwetsch type dan de heden nog bestaande huizen aan de Kali Besar; vooral de vensters zijn merkwaardig ordinair en toch was, volgens Van Riemsdijk’s brief, zijne woning groot en ruim.[…]

 

Oud – Batavia Platen – Album, B 9

[Jakarta 6 – Sentiong] 

ILW Jakarta 6 Pasar Baroe Waterlooplein Klenteng Sentiong b

Dat dit de achterzij is, blijkt uit den stand der bijgebouwen. Het huis (thans de Chineesche tempel Sentiong) is zeer veranderd door het wegnemen der bovenverdieping van den middenbouw. Volgens mededeeling van een ooggetuige bezat die middenbouw een eigen dak, terwijl de vleugels afzonderlijke daken hadden, zoodat er drie daken naast elkaar stonden, waarvan het middelste het hoogste. De bekende Hindoebeelden bevinden zich in het achterdeel van den middenbouw.[…] In het Museum van het Batav. Genootschap bevindt zich de gevelsteen met het jaartal 1736 en het wapen van Coyett (dien wij zelf eertijds op Sentiong op zolder vonden) benevens de vazen van gebakken steen, die als dakversiering op den middenbouw stonden.

 

Oud – Batavia Platen – Album, B 24

[Jakarta 7 – Compagnieskamer] 

De Compagnieskamer in het Museum van het Bataviaasch Genootschap. Gezicht met de beide vensters, welke eertijds op Kalibesar West naar de straatzijde stonden, rechts. […] Zij is op het Museum een depot geworden van eene heterogene collectie meubelen en voorwerpen uit den Compagniestijd en geeft slechts een flauw idee van hetgeen zij vroeger geweest kan zijn. Zoo staat rondom de triktraktafel een verzameling stoelen, die nooit gelijktijdig in gebruik zijn geweest, terwijl in een anderen hoek van deze ontvangkamer een bed staat en eene wieg. De portretten aan den wand, in het kostuum van het laatst der 18e eeuw, harmonieeren weinig met het kastje met bolpooten links uit het laatst der 17e enz. Op den vloer van roode plavuizen moest eene fijne mat liggen en voor de vensters behoorden fraaie gordijnen te hangen. Niettemin is het een onschatbaar geheel. Men merke op de enorme hoogte der vensters, de à jour bewerkte binnenblinden, de plint van tegeltjes langs den wand, het Compagniesbord in de kast, het pijpenrek aan den wand daarnaast. Het stucadoorwerk is precies overeenkomstig dat in het huis van oorsprong.

 

Oud – Batavia Platen – Album, B 25

[Jakarta 7 – Compagnieskamer] 

De Compagnieskamer in het Museum van het Bataviaasch Genootschap. Gezicht met de beide vensters rechts achter en het front naar beide deuren, waarvan oudtijds de rechtsche naar eene tweede kamer leidde, de linksche naar de zaal. De deur uit het voorportaal naar deze voorkamer heeft men (onzichtbaar) aan de linkerhand. Men merke vooral de zolderbalken op, die, evenals het overige houtwerk, donkerrood zijn geverfd; het snijwerk en de kozijnen en paneelen dragen bovendien veel verguldsel. De bovenlichten hebben beeldwerk uit den tijd toen het huis, waaruit deze kamer afkomstig is, als Academie der Marine werd gebruikt; de lezer ziet een vrouwspersoon met verrekijker; haar onzichtbaar zusje boven de andere deur draagt een dergelijk attribuut. Het bed ziet men van den achterkant; daarvoor staat eene rustbank in denzelfden stijl.

 

Oud – Batavia Platen – Album, E 13

[Jakarta 5 – Jonathan Michielsz] 

Grafsteen (met wapen) van Jonathan Michielsz, overleden 20 Mei 1788. De grafsteen van deze Mardijker vertoont de merkwaardigheid, eerstens dat hij een familiewapen draagt, waarop de vogelklip van Kalapanoenggat met eene zwaluw, die een takje in den bek draagt als symbool van nestbouw; verder, dat hij niet afkomstig is uit de Hollandsche kerk, maar van het kerkhof der Portugeesche Buitenkerk, alwaar, blijkens de begrafenisrollen, deze Mardijkerfamilie een graf bezat, waarin Jonathan is bijgezet. Dit wil dus zeggen, dat, toen de begraafplaats op Tanahabang werd geopend, Jonathan’s kinderen den steen, omdat er geen andere steen te krijgen was. De familie bestaat nog heden en de grafkelder op Tanahabang zal nog wel door haar worden gebruikt. Men noteere dat de man zijne qualiteit even goed op den steen heeft laten beitelen als een Gouverneur-Generaal.

 

Oud – Batavia Platen – Album, K 23

[Jakarta 5 – Teekening] 

ILW Jakarta 5 Rijswijk Rach fort Noordwijk g

Rach’s teekening van het fort Noordwijk en omgeving. […] Een der aardigste platen van Rach en vrij goed op het terrein thuis te brengen. Het hek aan de rechterhand (hetzelfde dat men op onze plaat K 24 van voren ziet) valt vrijwel samen met het tegenwoordige ijzeren hek vóór het Atjehmonument. Men staat met het gezicht naar de Sluisbrug, welke men in het midden op de achtergrond ziet. […] De weg loopt derhalve van het tegenwoordige Noordwijk met eene bocht door de kanarilaan naar de brug en dan verder langs den tegenwoordige Postweg; daar ziet men een rijtuig (geheel in het verschiet) op weg naar Goenoengsari. De schaduwen vallen uit het Westen, dus men kan aannemen dat de koets op haar gewonen vooravondtoer is. De jager die thuis komt is denkelijk de commandant van het fortje. Naar de linkerhand ontwaart men een poel, waarin watervogels, en op den achtergrond den ingang van het fortje met eene dergelijke verhoogde poort als Rijswijk heeft op Heydt’s plaat K 25. De localiteit van de poel is nog heden wel zichtbaar in de helling van den bodem. Volgens Heydt bestond de muur van het fortje uit steen met eene versterking van aarde. De klokkkestoel staat hier op een andere plek dan op ons situatiekaartje; op eene andere teekening van Rach staat hij alweer anders. Eindelijk is de koetsier op den voorgrond eene aanduiding dat het huisje in den rechterhoek de wagenkamer van den Binnenregent van het Buitenhospitaal is. Het is geene kamer voor eene lijkkoets, want het Buitenhospitaal had destijds geen lijkkoets noodig; ook de patienten werden nog in 1862, toen het nieuwe hospitaal reeds lang in gebruik was, vervoerd per “ziekenprauw” en niet per as.

 

Oud – Batavia Platen – Album, K 24

[Jakarta 5 – Wilhelminapark] 

ILW Jakarta 5 Rijswijk Rach Buitenhospitaal g

Rach’s teekening van het Buitenhospitaal, gezien van uit den weg bij den post Noordwijk […] Men ziet hier in het front hetzelfde hek als op K 23 met rechts de wagenkamer van den Binnenregent. Op den voorgrond rechts een troep matrozen, die het Hospitaal als hersteld verlaten; vandaar hunne diverse bundeltjes. Arak wordt hun al weer verkocht door een kerel met een steekje, die geen matroos is, want een matroos draagt dit hoofddeksel niet. De mannen zien er beter uit dan het zoodje op onze plaat K 20 *], maar steken haast even ellendig in de kleeren. Links is eene groep patienten, grootendeels soldaten: misschien zijn er eenige recruten bij, die nog geene uniform hebben ontvangen en ziek van boord zijn gekomen. Ook onder dit troepje schijnt vrij wat drank present. Een paar onderofficiers handhaven de orde. Binnen het hek staan er nog enkelen. Op den achtergrond de woning van den Binnenregent aan het einde eener laan, met eene breede stoep voor het gansche huis, op welke de bewoner zit te rooken en te drinken.
[* Afbeelding bij Oud Batavia I, 322-325, 329-330, 332-333] 

 

Oud – Batavia Platen – Album, K 25

[Jakarta 5 – Toren van Rijswijk] 

ILW Jakarta 5 Rijswijk Heydt post Rijswijk g

Heydt’s teekening anno 1740 van den post Rijswijk, de vroegere Buitenwacht. De toren, welken onze photo K 26 vertoont, is hier nog niet aanwezig; hij werd een weinig later gebouwd. Het terrein is overigens precies zoo als het eenige jaren geleden, voor de overkluizing, zich nog bevond. De teekenaar heeft gestaan ongeveer vóór de Harmonie. De Buitenwacht is thans ongeveer Eigen Hulp. Daarvóór ziet men de “brug van Wisse”. Noordwaarts van den post was toenmaals de buitenplaats van Martinus Storm, Oud-Gouverneur van Ternate. De post zelf bestond, volgens Heydt, uit eene ommuring van slechts vier voet hoog met twee halve bastions aan het front naar de brug. Hij had eene droge gracht met steenen brug. De teekening doet zien, dat deze gracht of terreinplooi zich voortzette naar den kant der Rijswijkstraat tot bij de omheining, ter plaatse waar thans de winkel van Oger is. Naar Molenvliet waren kano’s of dug-out’s van een model dat men ook heden nog wel ontmoet. Heydt’s “Getatter” boomen zijn denkelijk katapang’s.

 

Oud – Batavia Platen – Album, K 26

[Jakarta 5 – Toren van Rijswijk] 

ILW Jakarta 5 Rijswijk Rach Brug Wisse g

Rach’s teekening van het westelijk deel van de buurt Noordwijk. Op den achtergrond de “brug van Wisse” en de toren van Rijswijk met één kanon aan elke zijde en een bovenbalkon bij wijze van bastion. Het eene stuk is hier gericht op de brug, het andere op de Rijswijkstraat of “weg naar den pasar Tanahabang”. Aan de overzij van het water de beschoeiing van Rijswijk; de bocht bij de Harmonie goed zichtbaar. Men merke op, dat het tegenwoordige Rijswijk niets is dan een smal pad tusschen den waterkant en eene rij warong’s en omheinde inlandsche woningen. Naar den kant van Noordwijk eene flinke aanslibbing tegen de uit bamboe en planken bestaande beschoeiing. Eigenaardig is, dat Rach langs Noordwijk slechts ééne rij boomen teekent, hoewel eene kaart uit denzelfde tijd er twee vertoont, het verlengde der zelfde laan van kanariboomen, die op ons plattegrondje van het fortje Noordwijk is te zien. Het is mogelijk, dat onze plaat is geteekend op verzoek van den eigenaar van den grooten tuin rechts en dat de andere rij boomen is weggelaten om aan de afbeelding van het tuinhek geene afbreuk te doen. Dit hek bestaat uit eene lange steenen rollaag met vierkante pilaren, waartusschen een latwerk. De ingang, geflankeerd door een paar kanonloopen als schamppalen […] Achter het hek rechts een klokkestoel van hetzelfde model als die bij landhuizen aan de Kaap. De groote massa geschoren boomen bij de brug verbergt het tusschen 1745 en 1767 door Van der Parra gebouwde landhuis, dat in 1920 werd afgebroken, het “Hotel Wisse”, waarvan het hoofdgebouw eene kapitale T tot grondvlak had en uit twee verdiepingen bestond. Dit huis met tuin vormde in Rach’s tijd eene enclave in het landgoed Berendregt, hetwelk behoorde aan Van der Parra’s neef D.J. Smith en waarvan het woonhuis, dat toenmaals eene verdieping had, door de tegenwoordige Weeskamer wordt gevormd. Het erf van Berendregt liep van Molenvliet door tot Gang Patjenongan. Behalve het hoofdgebouw bevatte Berendregt nog eene groote zaal en verschillende andere opstallen. Langs den “weg van Noordwijk” waren er echter een paar enclaves in dit groote eigendom. Eerstens, zooals gezegd, het huis op den hoek (het “Hotel Wisse”), en dan verderop nog een paar, waarvan de voornaamste was de tegenwoordige toko Van Beem & Co., een niet zeer aanzienlijk gebouw, dat zijn tijd heeft gehad en wel niet lang meer duren zal. Dit laatste huis werd na 1759 gebouwd door Pieter Joseph de Vienne, Binnenregent van het Buitenhospitaal, die in Rach’s tijd evenzeer eigenaar was van het hoekhuis, het “Hotel Wisse”. Op onze photo zien wij derhalve De Vienne’s eigendom en De Vienne zal denkelijk de man zijn voor wien deze teekening werd vervaardigd. Het bij het “Hotel Wisse” behoorende erf grensde aan dat van zijn huis “toko Van Beem en Co.”