Luchtmachtstaf ’s Gravenhage 1965
MWO bij de KLu, 39-40
Johan Engelbert van Bevervoorde, geboren op de 26e juni 1881 te Balangnipa (Java), behoorde tot de eerste vliegers van de Militaire Luchtvaart in Indië. Hij heeft zijn militaire opleiding genoten aan de Cadettenschool van 16 september 1898 tot 28 september 1900 en daarna tot 23 juli aan den Koninklijke Militaire Academie te Breda. Als 2e luitenant Infanterie vertrok hij daarna naar het vml. Nederlands-Indië. In Indië heeft hij van 1905 tot 1907 in Zuid-Celebes aan verschillende expedities deelgenomen, waardoor hij het Ereteken voor belangrijke krijgsbedrijven Zuid-Celebes, ontving.
Bij volgende expedities in hetzelfde gebied verwierf Engelbert van Bevervoorde voor zijn uitstekende krijgsverrichtingen bij Koninklijk Besluit van 20 juni 1908 no. 68 de Militaire Willems-Orde 4e klasse wegens:
‘Bij de vermeestering der Ambio stellingen (Celebes) als commandant eener verkennende afdeeling ter sterkte van een groep, op beleidvolle wijze en met veel voortvarendheid een verkenning te leiden en een verdedigde rotsversterking te nemen en den volgenden dag als commandant eener brigade marechaussee zijne afdeeling dapper en onverschrokken ten aanval te leiden op een vijandelijke versterking en deze te vermeesteren. Als commandant van een der aanvalscolonnes op beleidvolle en onverschrokken wijze bij de vermeestering der Alla stellingen zijne ondergeschikten in het gevecht voorgegaan.’
Voor zijn verdere moedig optreden werd hij bij Koninklijk Besluit van 8 februari 1909 no. 41 met de Eresabel begiftigd.
Na nog enkele expedities te hebben ondernomen in Zuid-Celebes en Timor, besloot Engelbert van Bevervoorde naar de toen pas opgerichte Proefvlieg-afdeling over te gaan. Na zijn vliegersopleiding te Soesterberg, waar hem op 19 februari 1916 het F.A.I.-brevet werd uitgereikt, keerde hij naar Indië terug. Op 18 november 1916 werd hij bevorderd tot kapitein. Als vlieginstructeur van 1 april1917 tot 11 september 1918 heeft hij veel werk verzet. Op laatstgenoemde datum kwam hij als bestuurder van een Glenn Martin TT4 vliegtuig bij een ongeval om het leven.
Ter ere van zijn nagedachtenis werd te Bandoeng een monument opgericht, waarvan het borstbeeld thans op een ander sokkel bij Bronbeek staat.