De laatste waarnemingen zijn gedaan in 2015.
De wandeling in PDF formaat.
Begin van de wandeling: Jl Gajah Mada ter hoogte van Jl Mangga Besar.
De Kali Ciliwung heeft aan de westzijde de Jl Gajah Mada (Molenvliet West) en aan de oostzijde de Jl Hayam Wuruk (Molenvliet Oost).
Groote hervormingen in het binnenlandsch bestuur gingen gepaard met krachtige expansie naar buiten: de geheele Archipel moest gaandeweg het oppergezag van Java erkennen en Gadja Mada’s beleid maakte het Madjapahitsche rijk tot de groote zeemogendheid van Zuid-Oost Azië. [Nederlandsch Indië – oud & nieuw-4, 185] In 1334 werd de koning geboren, die onder den naam Hayam Wuruk (jonge haan) over Java zou heerschen als de machtigste van alle vorsten, die ooit in de Indonesische eilandenwereld geleefd hebben. [Nederlandsch Indië – oud & nieuw-16, 292] |
[Ferguson – Nu wonen daar andere mensen, 28a] |
Links: zicht op de zuidhoek van de kruising Jl Hayam Wuruk / Jl Manga Besar. (Molenvliet Oost / Prinsenlaan).
Naar dit terrein, op den hoek van Molenvliet en Prinsenlaan Zuid, werden sedert 1809 de Gouvernementsbureaux en de archieven overgebracht, waardoor het den naam kantor Baroe kreeg. Daar was de vergaderzaal der Regeering, de Gouvernementskas, de drukkerij, de Bank van Leening, de Rekenkamer en het Postkantoor. Na de voltooiing van het paleis aan het Waterlooplein zijn deze gebouwen in 1828 verkocht en afgebroken. [Oud Batavia II, 279] Toen het historische kasteel van Batavia rijp voor slooping was geworden kocht, onder het bestuur van Daendels, de regeering dit groote perceel voor de som van 35000 rijksd., liet er voor nog 10703 rijksd. aan verbouwen en daarna, in 1809, de verschillende bureaux uit het kasteel herwaarts overbrengen. [Indië, geïllustreerd weekblad-8, 159] |
Ga de Jl Gajah Mada (Molenvliet West) in zuidelijke richting.
Rechts: Jl Keagungan. (Gang Tembok)
![]() Die Gang Tembok is een gangetje met een zeer toepasselijke naam. Links en rechts muur, egaal, verweerd, hoog, beklemmend en toch ook weer karakteristiek genoeg om er wat verf op schilderslinnen aan te verslijten. Naast het gangetje zit een verkoper van oude en zoveelstehandse boeken. Je pakt zo’n oud beduimeld boek met gehavend marmerpapieren omslag ter hand, slaat een willekeurige pagina op en leest “Ajam setan. Snij een kip tot lapjes en rooster die halfgaar”. Het klinkt toch in-gemeen: ik zal je tot lappen snijden, lieve kip, en half gaar koken. Nobele vrouwelijke kookkunst. Andere pagina. Weer zo’n zin: Neem 10 jonge duiven en snijd ze in stukjes. Waar moet je aan denken? O ja, aan: Pa zegt, als het nou moet schat / Dan fuif ik op een bloedbad. Ondertussen blader je toch wel verder en je krijgt toch wel schik in het geval. Want je zit er lekker op een wip tussen Oost en West. |
Vervolg de Jl Gajah Mada in zuidelijke richting.
En enthousiast paste ik nu ook de andere brillen. En zag Gadja Mada en Hajam Wuruk achtereenvolgens wegdromen in maanlichtblauw, verzinken in een smaragdgroene oceaan, verdoemen en verbranden in flakkeren oranje en verpaarlemoeren als een landschap op een Japanse lakdoos in verliefd lila. Zo werkte ik alle gekleurde brillen af, telkens toch weer in peinzende afkeuring het hoofd schuddend als ik de bril afzette, om de verkoper niet de illusie te geven dat ik ok werkelijk kopen wou. [Robinson – Piekerans van een straatslijper, 139-140] |
Rechts: Museum Arsip Nasional.
Arsip Nasional![]() Het huis van Reinier de Klerk op Molenvliet West. Deze begon in 1755 met het koopen van een perceel, dat zich na latere uitbreiding eindelijk uitstrekte van de Krokot in het Westen tot den Molenvlietschen dijk in het Oosten en kampong Bali in het Zuiden. Denkelijk zal De Klerk terstond na 1755 met den bouw van het huis zijn begonnen, waarvan in zijn tijd verschillende teekeningen zijn gemaakt, die met den tegenwoordigen toestand, vooral van den achtergevel, niet geheel overeenkomen. Bij zijn dood bestond het uit “een groot steene voorhuis, twee zijvleugels, was- en pakhuijs (zelfs een G.-G. had een pakhuis), slaave vertrekken, combuijs, paardestallen, wagenhuijsen en koetsierswooning, benevens nog een gebouw met diverse agterkamers, weleer door Zijn Hoog Edelheijds lijfwagt g’occupeerd”. [Oud Batavia II, 72 – 76] Het gold tot op den huidigen dag als type van dien Huis van Reinier de Klerk op Molenvliet West, thans Hoofdbureau van het Mijnwezen. Op eene plaat van Rach heeft de voordeur een met ruitjes voorzien bovenlicht zonder versiering, terwijl daarentegen de kroonlijst dezer deur een ornament heeft. Eene andere plaat van Rach vertoont een zeer verschillenden achtergevel, met in het midden een vijfhoekig uitbouwsel van twee verdiepingen, gedekt door een benedenwaartsche verlenging van het dak. [Oud – Batavia Platen – Album, B 10] |
Wandeling door het museum.
![]() Door de fraaie voordeur (die echter op een paar oude teekeningen heel veel eenvoudiger is dan thans) komt men terstond in een eenvoudig voorhuis van 8.5 bij 6.25 Meter, vanwaar de bezoeker door eene rij van vier steenen kolommen, die architraaf en fries dragen, naar de zaal gaat, welke voor partijen dient. De deuren der hierop uitkomende zijkamers zijn daarom versierd met fraaie bovenlichten evenals ook de deur naar de middelste achterkamer. Wellicht was de zaal tevens de dagelijksche eetkamer. Voorhuis en zaal hebben eene plint van drie rijen tegels. Haar licht ontvangt de zaal alleen door twee ramen in den achterwand en door de openingen tusschen de kolommen, welke haar scheiden van het voorhuis. Ook hier dus, evenals in de zaal eener stadswoning, een getemperd licht en veel koelte. Van de beide zijkamers dezer benedenzaal zal de eene den huisheer tot kantoor hebben gediend; in de andere zal de huisvrouw hare zaakjes hebben beredderd met kooplui en morgenbezoekers. De extra fraaie deur naar de kamer daarachter stempelt deze beide zijvertrekken tot ontvangstkamers. [Oud Batavia II, 72 – 76] |
Het spreekt vanzelf, dat er vanbinnen veel met tegeltjes werd gewerkt, naar Hollandsch zoowel als Chineesch model. Want deze bouwwijze, die ook in Chinaa inheemsch was, viel bizonder in den smaak, waarvan natuurlijk een wederzijdsche beinvloeding en verbastering der patronen van het prachtige faience materiaal het gevolg was. [Mijn Indische Reis, 27-28] |
![]() ![]() |
![]() Op de bovenverdieping, die, als wij het goed begrijpen, het eigenlijke woonhuis was, is het grondplan van Schreuders huis gevolgd. Zij bestaat uit drie voorkamers en drie achterkamers; tusschen deze beide rijen van drie loopt over de gansche breedte van het huis de met fraaie bovenlichten en eene plint van tegeltjes versierde zaal, die aaan weerskanten vensters heeft naar den tuin. Eene gang bestaat noch boven noch beneden; men gaat steeds door de kamers heen. [Oud Batavia II, 72 – 76] |
[Robinson – Piekerans van een straatslijper II, 185-187] |
![]() De benedenverdieping bevat vrijwel dezelfde indeeling. Zij is echter niet bestemd voor woning doch voor ontvangst, representatie en bezigheden van huisheer en huisvrouw. In plaats van de groote zaal is dus eene kleinere in het midden met aan weerskanten eene kamer. Tezamen beslaan deze twee zijkamers ongeveer de halve ruimte die de zaal zou hebben gehad, wanneer zij gelijk was geweest aan die op de bovenverdieping. Elk dezer twee zijkamers kan door een trapje en eene deur in den zijgevel van buiten af worden bereikt. [Oud Batavia II, 72 – 76] |
![]() [Olivier – Tafereelen I, 41-43] ← Voor dergelijke fortuinen was de houten geldkist van vroeger niet veilig genoeg. In de 18e eeuw kwam dus ook de kist van gesmeed ijzer in gebruik, soms zelfs eene primitieve brandkast of “brandwaarborgkast”, gelijk men vroeger zei, zooals wij er eene zagen, bestaande uit kruislings over elkaar geklonken staven ijzer. [Oud Batavia II, 109-110] |
De voorgevel van Klerk’s paleis, thans aan den Molenvliet gelegen, vormde echter vroeger den achtergevel; de voorzijde was destijds der Kroekoet-rivier toegekeerd. [Het Indische Leven-6, 1384] |
Bij de ingang zijn enkele plaquettes te zien:
[Ido – Indië in den goeden ouden tijd II, 201, 202-204] |
![]() |
Ga na het bezoek aan het museum de Jl Gajah Mada in zuidelijke richting.
Rechts: nr. 109 – Toko Buku Gramedia.
![]() [Haasse – Krassen op een rots, 39-40] |
Ga linksaf, de brug over de Kali Ciliwung over en rechtsaf: Jl Hayam Wuruk (Molenvliet Oost).
Molenvliet![]()
|
Links: Mesjid Hayam Wuruk.
Ga, om de moskee binnen te gaan, eerst de zijstraat Jl Mesjid Hayam Wuruk in.
Het Chinese graf ligt, na binnenkomst, aan de linker kant, achter een muurtje.
Mesjid Hayam Wuruk![]()
|
Links: Jl Kebon Jeruk III (Kali Goot).
Kali Goot![]() Even precies vaststellen wat Kali Goot is: een weggetje, waarlangs een overdekte goot met hier en daar een opening, die dezelfde diensten bewijst als de kali, waar men dus wassen, baden, enz. kan. Die goot loopt onder het trottoir, maar omdat er geen scherpe afscheiding is tussen weg en trottoir en er althans ’s avonds niets van te merken is, ontdekt de argeloze wandelaar, die hier voor het eerst van zijn leven verzeild raakt, opeens midden op straat hier en daar een paar poedelnaakte bathing-beauties, en andere badende mans en kinderen. Very, very disturbing indeed. |
Links: Jl Wiryopranoto (Sawah Besar).
Ondertussen kan ook de divisie wandelaars aan de overkant bij djalan Ketapang, die al uren en uren lang heeft zitten wachten tot de weg vrij is, oversteken. Het lijkt een filmopname van Cecil B. de Mille uit de doortocht door de Rode Zee van de film “De Tien Geboden”. Voetknechten en lansknechten (verkopers met draagstokken) stormen voorwaarts, daartussendoor betja-kerels als helden op strijdwagens, op de voet gevolgd door auto’s. Belgeratel, auto geclaxonneer, wilde kreten. Op de brug volgt de clash met de stroom van de andere kant: de kurassiers van Canrobert. |
Ga rechtsaf, de brug over.
Zicht op: Jl Zainul Arifin (Ketapang).
Op het eind van deze zijstraat vande Jl Gajah Mada lag rechts, vlak voor de brug over de Krokot, een school.
De eerste Hollandsche cursus, gegeven in de 7e school tegen een schoolgeld van f 2 ’s maands, waardoor tweemaal ’s weeks onderricht werd gegeven, kon het niet lang bolwerken. Hierop namen de heeren Hinloopen Labberton, Karsen, Drayer, d’Ancona, Van der Laan, Scherp, de dames Van der Willigen, Strieland en Van Oppen en de heer en mevrouw Bouma de zaak ter hand, met het gevolg dat thans op verscheidene plaatsen een Hollandsche cursus wordt gegeven, zooals te Passer Bahroe en Gang Ketapang. [De Locomotief 24 Augustus 1910] |
Op de zuid hoek van het kruispunt Jl Zainaul Arifin en Jl Gajah Mada lag het Zeemanshuis.
In de Pantjaran Warta (Batavia), lezen we in de Javabode, beklaagt een inlandsch matroos van de marine zich er over, dat het Zeemanshuis op Molenvliet-West te Weltevreden niet toegankelijk is voor inlandsche matrozen zooals onlangs bleek uit een mededeeling van den beheerder, toen eenige matrozen van dien landaard deze inrichting bezochten. De schrijver meent, dat men dat dan maar openlijk, door aankondiging aan den ingang van het gebouw moet bekend maken en vraagt of alleen Nederlanders zeelieden zijn. [De Locomotief, 2 Februari 1917] |
Ga linksaf: Jl Gajah Mada (Molenvliet West).
Rechts: Jl Pembangunan I (Gang Chassé, “de gang naast mevrouw de douairière Chassé op Molenvliet”).
Rechts: CIMB Niaga.
[1941] De uitgeverij De Unie is dol op romans om uit te geven. Zij zitten er om te springen. In de boeken-serie, die zij zullen uitgeven, zal ook verschijnen vroeger werk van Du Perron, zooals Cahiers van een Lezer, en misschien Voor kleine Parochie. Denkelijk ook wel een roman van Daum. [Ter Haghe – Iboe Indonesia, 287] |
Rechts: Malio Hotel.
Molenvliet West 13 is een oud Bataviaas patriciërshuis, met een deftige gevel en 18de eeuwse ruitjes. Onder het hoog gebladerte van de bomen achter het steile hekwerk hebben Bataviaase jongejoffers gedroomd, in sleepjaponnen met kant en lavendel in het haar. Wie nu het marmeren portaal van deze plechtige behuizinge binnenwandelt komt echter in een kantoor terecht, met aanwijsbordjes rechts en links, en zakelijke pijlen. Een trap, die naar boven leidt, voert naar een logeerruimte voor soldaten, die van de buitenposten enige tijd voor rust en afleiding naar de hoofdstad gekomen zijn. In het kantoor links van de hall zit dr. Ada van Rossem, medica, over papieren gebogen: Blank, vriendelijk maar buseniss-like, en altijd druk: want deze vrouwelijke dokter vliegt heel Indië door, bereist het binnenland, heeft daarbij nog tientallen conferenties per week te verwerken en leidt de nuttigste organisatie van het hele land: dat der mobiele Rode Kruis Teams. [Brandt – Demarcatielijn, 82-83] |
Rechts: Korps Pegawan.
B.O.W.![]() Departement van Economische Zaken, Directeur H.J. van Mook. Van Brakel had zijn lorgnet opgezet en las de courant. ’t Beviel hem niet. Er stond weer iets in van de ‘strijkstok’, waaraan bij de Waterstaat zoveel hangen bleef. Het doelde niet op hem, – volstrekt niet; maar dan toch op zijn ondergeschikten. Hm! ’t Was beter, dat die kerels, dacht hij, wat amusanter couranten maakten, dan zich altijd te bemoeien met andermans zaken. Ik werd geweldig kwaad. Ik liet nog een kopie maken, ik stopte het ding in mijn zak en ik ging ermee naar het hoofdkantoor van E.Z. Waar is meneer van Hoogstraten? Meneer van Hoogstraten is in conferentie. Waar is die conferentie? In zijn kamer natuurlijk. Waar is die kamer? Daar. Ik stapte binnen en daar zat meneer van Hoogstraten met een heleboel druk gebarende mensen om zich heen. |
Ga rechtsaf: Jl Hasyim Ashari (Chaulanweg) – Een ‘uitstapje’ van 800 m. v.v.
De naam Gang Chaulan vonden wij het eerst in 1841, evenals ook “de gang naast mevrouw de douairière Chassé op Molenvliet”, die thans Gang Chassé heet. De eerste was oorspronkelijk een particuliere weg, die daarna door het Gouvernement is overgenomen, evenals ook Gang Scott en de Berendrechtslaan. [Oud Batavia II, 32] |
Er ligt geen school meer aan de Jl Hasyim Ashari.
Linda’s eerste intrede in de ‘grote wereld’ van andere Europese kinderen was een sensatie die ze evenmin licht vergeten zou. Het was toen ze voor het eerst naar de grote school ging in gang Chaulan. De familie woonde toen op het eind van gang Bruin Kops, die nagenoeg midden in de kampong van gang Brènkok lag, zoals de naamsverbastering luidde. [Scholte – anak kompenie, 59-61] |
Links: Rechts van ‘Bridgestone’ lag waarschijnlijk Hotel Chaulan.
[Ido – Indië in den goeden ouden tijd I, 33] |
Rechts, voor de brug: Gereja Katolik Bunda Hati Kudus, de plaats van het eerste “fortje” Rijswijk.
Rijswijk![]() Drie pastoors [?] van het kerkje op de Chaulanweg zijn ongeveer een week geleden om onbekende redenen door de Kempeitai gehaald. Ze zijn gisteren teruggekomen in hun onderbroeken die bovendien aan rafels hingen. Al deze onderzoeken gaan over 't zelfde: onderzoeken tegen ondergrondsche acties [en] spionage. Eene maand later [in 1656] werd Rijswijk gebouwd, temidden der “rijs” velden aan de oostzij der Krokot. Dit was eene redoute met 8 stukken kanon, waaromheen een aarden wal. Wanneer men van Molenvliet op het bruggetje over de Krokot aan het eind van gang Chaulan is gekomen, ligt dit oudste Rijswijk (dat later verplaatst is) aan de rechterhand. [Oud Batavia I, 131-132] |
De weg na de brug heette vroeger Tangerangse Weg.
[Jansen – In deze halve gevangenis, 169-170a] |
Ga terug naar de Jl Gajah Mada en ga rechtsaf.
Rechts: Carrefour en het Duta Merlin blok, de plaats van het voormalige grote complex van Hotel Des Indes.
Hotel des Indes![]() ![]() … het wereldberoemde Hotel Des Indes. Dat is vorig jaar [1973] ineens maar gesloopt, tot verdriet van vele inwoners van Jakarta. Want al was het dan een monument van het koloniale uitgaansleven, als instelling had het toch iets bijzonders, en het heeft ook lang na de souvereiniteitsoverdracht heel wat interessante mensen geherbergd uit alle delen van de wereld, en met die mensen heel wat brandpunten van economische, historische, militaire, politieke – en erotische – verwikkelingen. Dit is het Molenvliet, zeide mijn vriend, en wij zijn hier aan het Hôtel de Provence, van de kastelein Chaulan, waar wij juist van pas aankomen, om van de table d’hôte gebruik te maken, en ons door een goed middagmaal te versterken. ![]() 1935. De voorkant van het complex van Hotel des Indes met in het midden het frontgebouw.. Links op de foto de huidige Bank Tabungan Negara. Tussen deze twee gebouwen ligt achter de bomengroep de zo genaamde ‘Dependance van het Hôtel des Indes’. |
Ga wat terug en steek over via de voetbrug.
Links: zicht naar het noorden.
Molenvliet 2![]() Het reeds gemelde Molenvliet, onmiddellijk buiten de stad zich lijnregt tot aan de Groote Societeit de Harmonie uitstrekkende, geeft hem de gelegenheid aan zijne regterhand de prachtige woningen der Europeanen gade te slaan, terwijl de rivier aan de linkerzijde van den weg hem in staat stelt de eenvoudige vergenoegdheid der Javanen op te merken. Deze baden zich, en dartelen vrolijk in het water, terwijl zij hun badjoe, sarong en hoofddoek (drie artikelen waaruit veelal hunne geheele garderobe bestaat) uitwasschen en in de zon, binnen vijf minuten kurkdroog laten worden, zoodat zij, na zich met een bad verfrischt te hebben, ook dadelijk de verkwikking van schoone plunjes genieten. |
Rechts: zicht naar het zuiden: Harmoni Central Busway: Busstation.
Tram![]() En als zovelen uit die tijd meende hij dit procédé ook te kunnen toepassen. Natuurlijk moesten hierbij de badende vrouwen op de openbare badplaats die Molenvliet heette, het ontgelden en natuurlijk ook de ongelukkige Bataviase stoomtram, bijgenaamd de 'tjèbol' (dwerg), die zo verrukkelijk op de rails kon schommelen: ‘Ik sta op Molenvliet bij Gang Chaulan te wachten op de tram. De zon werpt brede, gloeiglanzende flipflappen van licht over de recht vuilgrijze weg, en de witte huizen baden zich in de trilling der ducaten-gouden straalbundels. Langzaam stuwt het geel-grauwe water voort, klikklotsend tegen de kuitrondingen der vrouwen, die plisplassend in het slijmerige nat, met veel sierlijkheid voorover buigen, vol schaduwvegen en gele weerschijn van licht, de duim drukkend tegen het ene neusgat... fffts. |
Aan de overkant zicht op het complex waarin het Hotel des Galeries gevestigd was.
[Robinson – Piekerans van een straatslijper II, 228-229] |
Ga Jl Hayam Wuruk in noordelijke richting (Molenvliet Oost).
Rechts: Obat Supermarket Sumber Rezeki Makmur.
Waarschijnlijk de plaats van het Residentiekantoor met de afdelingen Burgerlijke Stand, Militiezaken en Paspoorten.
De resident, mr. Abbenhuis, verzocht ca. vijftig vooraanstaande Nederlandse burgers naar het residentiekantoor te komen. Hij vroeg om vrijwilligers voor het samenstellen van de delegaties. Hoe zouden de Japanners op het contact met deze reageren en wat zou gebeuren als men in de gevechtszone terechtkwam? Het leek een riskante missie. De resultaten van het beroep dat mr. Abbenhuis deed, ‘waren’, aldus later de secretaris van de residentie, dr. H.H. Morison, ‘enigermate teleurstellend. Een deel herinnerde zich plotseling nog iets zeer dringends op kantoor te doen te hebben en verdween. Enkele anderen moesten ‘even’ hun sigaretten uit de auto halen en reden weg. Derden zeiden openlijk, een en ander eerst met hun echtgenote te moeten bespreken.’ [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 998-1000] Donderdagmiddag gebeurde er nog niets. 's Avonds kwamen de eerste officieren op 't residentiekantoor, waar de commissie van overgave aanwezig was. De Japanners stelden mitrailleurs op voor ’t gebouw en betrokken er een wacht. Duizenden Indonesiërs kregen Japansche vlaggetjes van de Japanners en er ontstond een soort kermisstemming. Met volgeladen taxi's, joelende menschen en gejuich op 't Harmonieplein, om de intocht te zien. [Jansen – In deze halve gevangenis, 196-197] |
Rechts: Een hoog gebouw met een ‘omgekeerd tapse’ vorm (zie volgende foto).
Java BodeDe plaats van de het kantoor van De Java Bode. De Java-Bode was de officieuse courant. De redactie verdedigde elke maatregel der regering en werd daarvoor beloond door toezending van alle officiële berichten, die aan de andere bladen onthouden werden. Wie op de hoogte wilde blijven van wat er bij het gouvernement omging, van benoemingen, overplaatsingen e.d. was op de Java-Bode aangewezen. |
Ga rechtsaf: Jl Batu Ceper (Berendrechtslaan).
Berendrecht![]() Maar nu reed hij kalm door de eenzame, slecht verlichte straat met zijn oude, vermoeide tamarinden en zijn enkele timide straatlantaarn, druilerig achter een boom staand met moe neerhangend licht. Het waren allemaal oude huizen hier, wegschuilend achter donkere, verwaarloosde erven met onregelmatige, nimmer onderhouden gewassen in kapotte tonnen of vormloze perken. Sommige lege voorgalerijen kaatsten diep en somber het bm-bm-bm van zijn motor terug als dong-dong-dong. Haar hand rustte licht op zijn schouder. Ook bij het plotseling vaart nemen, ook bij het verraderlijk op en af de trottoirband wippen, ook in de vermetele plotselinge scherpe zwenking de natte straat op. Hij keek even schuins-rechts neer op de |
Ga rechtsaf en daarna linksaf: Jl Batu Tulis.
![]() Zonder dat ik wist wat ik deed was ik links afgeslagen, het rustieke Batoetoelis met de oude asembomen af, naar Petjenongan toe en dan naar Krekot en Pintoe Besi de weg op naar de zee, Priok. Toen ik het me realiseerde, schaamde ik me opeens. Ah, dat deden alle jongelui met een eigen motorfiets of auto: 's nachts een meisje meenemen naar het stille strand. Iedereen wist het. Als ze het ook wist, waarom zei ze dan niets? Vond ze het logisch dat ik als boewaja het ook deed? Maar ik was het niet, goddomme! Of ik moest het nog worden? Waarom? Waarom niet? ‘Zit je goed?’ ‘Ja.’ ‘Koud?’ ‘Een beetje.’ Kassian. Mijn jas was tenminste nog warm. Maar zij in haar dunne jurkje? ‘Ik had er eerder aan moeten denken. Maar wat doen we ook hier! We moeten naar huis.’ ‘Ben je gek. Voor het eerst ga ik eens met maanlicht naar Priok. Zo'n kans!’ Ze is volmaakt onschuldig. |
Tegenover rechts de Jl Juanda III, lag in het begin van de vorige eeuw links een Europeese Lagere School.
De volgende morgen bracht de heer Engelenberg mij naar dr. Snouck Hurgronje. Van hetgeen zij met elkaar bespraken, kon ik slechts dit begrijpen dat ik elke zondag bij dr. Snouck Hurgronje moest komen. Van dr. Snouck Hurgronje gingen wij naar de familie Kampschuur die op Motenvliet-Oost woonde. De heer Kampschuur was onderwijzer aan de vierde Europese Lagere School op Batoetoelis. Hij was een volbloed Hollander. Zijn echtgenote daarentegen was een Indische dame. [Djajadiningrat in: Omstreden Paradijs, 132-133] |