Begin van de wandeling: Jl Sunda (Oosteindeweg) hoek Jl Nantnua.
[1943] Een ander kamp wordt in gereedheid gebracht aan het Oosteinde. Dat is bestemd voor de z.g. 'gezinsinternering', d.w.z. voor gezinnen, waarvan het hoofd nog in dienst van de een of andere Japanse instantie is. [Bouwer – Het vermoorde land, 171]
Het Oosteindekamp was in functie van maart ’43 tot november ’44. Het had als grens in het noorden de Natunaweg [Jl Nantuna], in het oosten de Oosteindeweg [Jl Sunda] en in het zuiden en westen Oosteinde Binnen [Jl Panaitan]. |
Volg de Jl Sunda in noordelijke richting.
Ga de spoorweg over.
Voorts zal worden gevraagd of er ten opzichte van den aard der sluitboomen nog overleg zal worden gepleegd met den Raad. (Die aan Braga- en Residentieweg werken bij wijlen als guillotine). [De Locomotief, 9 Februari 1917] |
Ga rechtsaf: Jl Bangka (Bangkastraat).
Ga de brug over de Ci Bunut over.
Ga linksaf: Jl Bangka.
Links: 1 – Topografi. (Kantoor “Herzieningsbrigade van West-Java” van de Topografische Dienst.)
[1943] De 17-jarige jongens, die zijn geïnterneerd, zijn na aanvankelijk in het leegstaande gebouw van de Topografische Dienst te zijn opgesloten, over de vijf burgerkampen in de stad verdeeld. Moeders zoeken nu naar hun zonen. [Bouwer – Het vermoorde land, 156]
[1924] Bij de beschouwing der werkzaamheden van den topografische dienst moeten wij onderscheiden:
A. De terreinwerkzaamheden. B. De verveelvuldigingswerkzaamheden (officieel zoo genoemd, kortweg de reproductie).
|
Voor het verrichten der terreinwerkzaamheden, die zich vrijwel over den geheelen Archipel uitstrekken, dienen:
1. Opleidingsbrigade, momenteel in Jogja; 2. Triangulatiebrigade te Weltevreden; 3. Opnemingsbrigades te Bandoeng, Medan, Padang, Bengkoelen, Makassar; 4. Landrente [grond-opbrengst-belasting]-opnemingsbrigades te Bandoeng, Magelang, Malang, Padang. [Indië, geïllustreerd weekblad-8, 9-13] De landrenteplichtige gronden van elke dessa worden door technisch personeel opgemeten en op eene desakaart aangegeven. [Encyclopaedie, I, 239-240] |
Ga terug en linksaf: Jl Gudang Utara (Noorder Magazijnstraat).
Rechts: Citra Bhakti (Hoofdwacht Bandoeng).→
De hoofdwacht is het gebouw van waaruit de wacht, de bewaking van een complex wordt geregeld.
Ga linksaf: Jl Menado (Kampementstraat).
Rechts: Militair kampement. (15de Bataljon Infanterie.)
15de Bat
Van maart 1942 – januari 1944 krijgsgevangenenkamp Tjikoedapateuh, beter bekend onder de naam ‘15de Bat’ met in de drukste tijd 11.700 gevangenen. Daarna tot augustus (oktober) 1945 interneringskamp voor ongeveer 10.000 mannen en jongens. De grenzen van het kamp waren: Noorder Kampementstraat [Jl Aceh], Van Oldebarneveldweg [Jl Tongkeng], Noorder Magazijnstraat [Jl Gudang Utara] en de Kampementstraat [Jl Menado].
[1942] In Bandoeng zoeken de Japanners naar officieren en manschappen van het K.N.I.L., die zich na de capitulatie niet voor ontwapening en internering hebben gemeld. Voor deze stad alleen wordt het aantal 'deserteurs' op 5000 geschat. [Bouwer – Het vermoorde land, 40]
[1942] De Japanners nemen verdere maatregelen tegen de nog voortdurende ontsnappingen uit de krijgsgevangenenkampen. Brede prikkeldraadomrasteringen zijn klaar. De straten in de buurt van de kampen zijn ontruimd en verbarricadeerd. Machinegeweren zijn in stelling gebracht. [Bouwer – Het vermoorde land, 55]
Meer informatie
Op Java werden de krijgsgevangenen in eerste instantie samengebracht in locaties, niet ver van de punten waar zij zich bevonden toen de verschillende capitulaties (op 9 maart ’42 die van het Knil, enkele dagen later die van de Britse, Australische en Amerikaanse militairen) geregeld waren. Nadien vond een concentratie plaats in vier gebieden: Batavia, Bandoeng-Tjimahi, Soerabaja en Malang, [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 621-622]
Intussen werden wij Europese en Indo-europese krijgsgevangenen in Bandoeng naar een massaal concentratiekamp overgebracht. Er bevond zich zo'n tien- tot twintigduizend man. Daarvoor was een deel van de stad waar de meeste kampementen gelegen waren (zoals die van het 15de Bataljon Infanterie, van het Depot Bataljon en van de Luchtdoelartillerie) door een prikkeldraadversperring van het overige deel gescheiden. [Nieuwenhuys – Een beetje oorlog, 56]
Ik ontmoette Leo [Vroman] weer voor het eerst in het reusachtige verzamelkamp voor krijgsgevangenen te Bandoeng met ongeveer twintigduizend militairen achter prikkeldraad. Het was er overigens in de eerste tijd lang niet onprettig. Ik vond Leo in een van de barakken van het luchtdoelkampement, liggend op een dun matje op de stenen vloer. Hij las ergens in. [Nieuwenhuys – Een beetje oorlog, 120-121]
[1942] Een tweede tragedie speelde zich gisteren af, toen twee krijgsgevangen Nederlands-Indische officieren tijdens het transport naar een ander kamp uit het gelid trachtten te ontsnappen en door de Japanse bewaking werden doodgeschoten. [Bouwer – Het vermoorde land, 61b]
De marineman en de twee minderen van het Knil, resp. matroos H. Karssen en de kanonniers A. Hielkema en J.W. Merkus, werden in de ochtend van de 22ste april [1942] bij de poort van het betrokken kamp aan drie in de grond gestoken palen gebonden. Kampoudste overste Poulus, zijn kampementscommandanten en het hoofd van de medische dienst werden bij de Japanse kampcommandant, kapitein Kawakoetsoe, ontboden en kregen daar via de tolk te horen dat zij de executie van de drie vluchtelingen moesten bijwonen. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 626]
In Juni [1942] werden de grote kampen in Bandoeng gedeeltelijk ontruimd: alle Indisch-Nederlandse krijgsgevangenen, samen ca. vijfduizend man, verdwenen naar Tjimahi. Naar Tjimahi gingen ook bijna alle krijgsgevangenen uit de kleinere kampen in Bandoeng, en wel te voet. ‘Het bericht’, aldus later een officier die eerst in het Landsopvoedingsgesticht opgesloten was geweest, ‘verspreidde zich snel en alle vrouwen ... stroomden toe om nog eenmaal hun mannen te zien. Ze werden echter door de begeleidende Jappen met rotanzwepen van de straat geranseld. In ons gezelschap was Wim Kan en de enige vrouw die kans zag ons op de acht kilometer lange mars voortdurend in het oog te houden was Corry Vonk’. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 631]
Corry presteert het om in toko's, warongs en zelfs in een huis in Tjimahi voor de ramen te zitten met allerlei inlanders. [Kan – Burma dagboek, 15]
Onze correspondent schrijft ons: Den 1en September krijgen we hier het 15e bataljon in garnizoen. Weder een uitbreiding van het zielental. Voor de manschappen zijn de kazernes gereed op het militair terrein van Tjikoedapateuh, maar de officieren moeten maar zien hoe onder dak te komen, want, in weerwil van het onafgebroken bouwen van woonhuizen, bestaat hier huizennood. Er is geen bijhouden aan. [De Locomotief 17 Augustus 1910]
Telegram uit Bandoeng: Met den aanleg der electrische geleiding voor het kampement van het vijftiende bataljon alhier werd een aanvang gemaakt. Eind Juni zal deze aanleg gereed zijn. [De Locomotief, 30 Mei 1917]
De 1ste tevens militie-compagnie van het XVe bataljon Infanterie te Bandoeng, heeft tijdens hare laatste meerdaagsche oefeningen, en masse de vulkaan Goentoer ten Z.O. van Bandoeng beklommen, zonder één enkelen uitvaller. Een mooie prestatie, vooral als men in aanmerking neemt dat de miliciens nauwelijks vijf maanden soldaat zijn! [Het Indische Leven-4-20, 398]
|
Links: o.a, Siliwangi Golf Driving Range.
 Exercitie terrein.
Maar bij aankomst in het mannenkamp werd Leenderts harmonika afgepakt, het zingen verging hun en de rugzakken moesten ze op de grond leegschudden. Een Japanse soldaat woelde met zijn laars in het boeltje dat Chris’ moeder die ochtend zorgvuldig had ingepakt. Ze stonden aangetreden bij hun schamele spullen. Doodstil stonden ze bij elkaar op dat sportveld te wachten op verdere bevelen. Een enkele snik, maar de meesten hielden zich flink. [Springer – Bandoeng-Bandung, 53-54]
|
Ga rechtsaf: Jl Ermawar (Stadhouderslaan).
Links:
“Militaire Sociëteit”.
Onder de nieuwtjes der laatste dagen [...] de bouw van een mooie cantine op het militair terrein van Bandoeng, waarvoor de som van 47 mille is uitgetrokken. [De Locomotief 3 Februari 1910] Het legerbestuur zou liever zien, dat de ‘soos’ niet zoo dicht in de nabijheid der officierswoningen kwam te staan. Met het oog hierop gaf het legerbestuur den afdeelingscommandant in overweging, pogingen aan te wenden om een meer geschikt terrein te zoeken. [De Locomotief 21 September 1910a]
|
Na 100 meter links en rechts: woningen.
Voor WO II woningen van gehuwde Europese onderofficieren (16, 14, 11, 10).
Wat den bouw van officierswoningen betreft schijnt men af te willen wijken van de gewoonte, al die woningen in één buurt te zetten. [...] Voor het meer verspreid doen wonen der officieren is wel wat te zeggen. In de eerste plaats voorkomt men daarmede het vormen van een buurt met een exclusief militair tintje, in de tweede plaats is het voor de officieren aangenamer, niet al te dicht bij elkaar te wonen. Een beetje vermenging van militair en civiel kan geen kwaad. [De Locomotief 21 September 1910]
|
Ga linksaf: Jl Tongkeng (Van Oldenbarneveldstraat).
Steek de Jl Patrakomala over.
Links: (tegenover schuine zijstraat rechts) laag woningblok.
Hospitaal van het KNIL-complex. In de interneringstijd waren er meerdere ziekenbarakken op dit gedeelte van het terrein.
Verdomd, in het kamp raakte ik opeens uitgemergeld en daar lag ik in die ziekenbarak 's nachts op mijn beurt om mijn mammie te janken. Je ziet je mammie en je zusje voor je en je begint te janken, belachelijk gewoon! Broeder Laurens kwam mij op zijn nachtronden door de barak altijd even in het donker over mijn kop aaien en soms stopte hij een stuk corveekoek, ja, zo heette dat, een corveekoek onder mijn matje. Van zijn eigen rantsoen. [Springer – Bandoeng-Bandung, 44-45]
Ik werd ziek, al gauw na aankomst. Hongeroedeem en dysenterie wisselden elkaar af. Naast mij op de brits in de dysenteriebarak lag een zekere Frank Melis, een jaar of achttien, die urenlang vier uitgeknipte kookboekplaatjes beduimelde, kwijl in zijn mondhoeken. Een dampend bord puree met kalfsragout, een gebraden kip in jus, zo echt dat je hem rook, een tulband met krenten en poedersuiker, en een hele prachtige afbeelding van een ouderwetse rijsttafel. [Springer – Tabee, 85-87] |
Ga terug en ga rechtsaf: Jl Patrakomala (Sociëteitstraat).
Ga rechtsaf: Jl Menado (Kampementstraat).
Rechts: Militair kampement (1e Depot Bataljon).
1e Depot
[1944] Donderdag j.l. heeft de Kenpeitai een inval gedaan in de burgerkampen in 1e depot en het 15e bataljon, hier in de stad. De japanners handelden op aanwijzingen van spionnen. Zij zochten naar clandestiene correspondentie tussen deze kampen en de buitenwereld. Alle geïnterneerde mannen werden uit de chambrees en zalen gejaagd en hun schamele bezittingen werden doorzocht. [Bouwer – Het vermoorde land, 240]
[1944] In totaal zijn op 29 april j.l. 48 karren – ongeveer 24 vrachtauto's – met geschenken naar de kampen gebracht. 24 karren gingen naar de krijgsgevangenen- en burgerkampen in Tjimahi en 24 naar de burgerkampen in het 15e bataljon en 1e Depot, hier in de stad. Het vrouwenkamp kreeg niets. [Bouwer – Het vermoorde land, 256]
|
Het jongenskamp lag achter de poort, in een strook van + 50 meter breed en + 250 meter diep.
De eerste dag waren ze ingekwartierd in een barak achter in het kamp. Robbie, Leendert, Bernard, Flip en wie nog meer. Een dominee nam hen onder zijn hoede. Ze werden hartelijk opgenomen in een groepje ernstige jongemannen, dat de dominee om zich verzameld had. ‘Wij zijn Do’s discipelen,’ zei een van hen. Do schepte zelf de stijfselpap op en smeekte Gods zegen daarover af. [Springer – Bandoeng-Bandung, 56]
De jongetjes van de sjouw- en sorteerploeg kwamen terecht in het vijftiende bataljon in Bandoeng, het kamp voor burgergevangenen. Ze waren ingedeeld in groepen van twintig, de ‘moeders’ vervangen door broeders: katholieke onderwijzers die als kloosterlingen geen militaire dienstplicht hadden te vervullen en in de burgerkampen terecht waren gekomen. Onderwijs werd niet gegeven, maar er werd wel gecorveed, gesport, gezongen en zelfs toneelgespeeld. Een dubbele prikkeldraadafrastering scheidde het jongens- van het mannenkamp en alleen wie daar een vader had, mocht op zondag bij hem op bezoek. [Vuyk – Kampdagboeken, 65-66] |
Links: o.a Lapangan Tennis (Exercitieterrein).
'Deze straat heette, vroeger Kampementsstraat, weet u niet meer?' 'Nee, weet ik niet meer. Ik herken hier echt niks. Dit was dan het Vijftiende Bat. Bedankt, bedánkt, en breng me nou maar terug naar het hotel. Kijken hoe mijn vrouw het maakt.' 'Maar daar op het veld, door die poort, kwam jij aanlopen, Chrissie! Betoel, zeker, september 1945. Ik heb jou toch zelf, gezien, Chrissie, in september 1945!’ [Springer – Bandoeng-Bandung, 120-121]
Het was de eerste keer dat hij de kamppoort uit liep. Eigenlijk wou hij alleen even kijken hoe het 'buiten' was, want hij wist niet waar hij heen moest om moeder en May terug te vinden, en zijn vader – maar die was al zo ontzettend lang weg. 'Chrissie!' werd er geroepen en hij zag een verkopertje naast zijn mand vruchten opspringen en wild naar hem zwaaien. [Springer – Bandoeng-Bandung, 123-124] |
Ga linksaf: Jl Aceh (Menadostraat).
Rechts: 79 – Medical Centre (I.E.V.V.O. Tehuis voor werkende meisjes).
Voordien Bandoengsch Internaat voor schoolgaande jongens.
De Japanners hebben spoedcursussen geopend voor gymnastiek-onderwijzers. De leerlingen worden gekeurd en in een internaat opgeleid. Ze leeren ook Japansch en blijven 3 maanden practisch opgesloten. Ze worden ook geestelijk getraind en dat schijnt veel indruk te maken. De geest van judo spreekt tot de Indonesische jongens. Ze probeeren zich Japanner te voelen. [Jansen – In deze halve gevangenis, 66-67]
|
Steek de Jl Lombok over.
Ga rechtsaf: Jl Flores (Floresweg).
Op het eind van de straat, vrijwel op de linker hoek.
[1942] Wij hoorden vanavond, dat op 2 april j.l. de Japanners alles wat zich in ons huis Floresweg 19 in Batavia bevond, hebben geconfiskeerd. Uit woede, dat zij mij nog steeds niet hebben gevonden en dat ik niet uit mijzelf ben teruggekeerd, verschenen Kenpeitai-agenten die morgen met drie vrachtauto's, braken het huis open, smeten alles in de tuin en laadden het vervolgens op de trucks. [Bouwer – Het vermoorde land, 56] |
Rechts: Jl Ambon 23 – SMPN 7. (2e Neutrale Europeesche Lagere School en Fröbelschool van de Bandoengsche Schoolvereeniging).
Goedgekeurd zijn de statuten der Bandoengsche Schoolvereeniging. De vereeniging stelt zich ten doel het oprichten en besturen van een of meer scholen te Bandoeng voor het geven van lager onderwijs. [De Locomotief, 8 Februari 1917]
Na de neutrale fröbelschool in de Jl Aceh [wandeling Bandung centrum B], gesticht in 1898, kwamen er neutrale lagere scholen in de Riouwstraat [Jl Martadinata – SD, SMP, SMA Tarona Bakti], aan de Van Bevervoordeweg [Jl Wastukencana – SMPN 40] en hier in de Ambonstraat, waar tevens een tweede fröbelschool kwam.
|
Ga linksaf: Jl Ambon (Ambonstraat).
Ga rechtsaf: Jl Banda.
Ga linksaf: Jl Martadinata (Riouwstraat).
Rechts: Op nr. 53 of nr. 51 stond het huis waar Wim Kan en zijn vrouw Corry Vonk hebben gewoond.
Corry Vonk
Zondagmorgen 9.30, 13 september 1942 Vandaag een halfjaar geleden dat ik – nagewuifd door Corry – met koffie achter op de Riouwstraat 53 verliet! 'Als er niks bijzonders is, kom je toch wel meteen naar huis,' riep Ol toen nog. Hahaha! Nou is 't een half jaar geleden – en nog niet thuis. [Kan – Burma dagboek, 64]
Dit dagboek is al weer vol. De mogelijke adressen van Corry zijn: Dagoweg 47 en Riouwstraat 51 Bandoeng. Gelieve het daarheen te brengen als ik het zelf niet zou kunnen doen! [Kan – Burma dagboek, 50]
|
Links: Nrs. 24-28 Nieuwbouw en vooroorlogs woonhuis.
Ga linksaf: Jl Seram (Ceramstraat).
Na de kruising, schuin links in het park: Monument Pastoor Verbraak.
Pastoor Verbraak
Wat soldaten in Indië nodig hebben is praktisch christendom en praktisch christendom wordt zowel beoefend door zogenaamde gelovigen als door zogenaamde ongelovigen. Het voornaamste werk van Pastoor Verbraak in Atjeh was het praktische werk dat hij daar verrichtte, de praktische hulp en de praktische steun in wereldse zaken, die door hem aan arme gewonden en stervenden werd geboden. Want als God een God is vol erbarmen, dan zal Hij niet vragen of er bij het sterfbed van een gewonde fuselier wel gebeden is door een predikant en of hem wel de laatste sacramenten zijn toegediend door een pastoor, alvorens hij de geest gaf, ver van zijn vaderland, in dienst van een zaak, waarvan hij nauwelijks de portee kon begrijpen. God zal alleen zien de barmhartige mens, die in de ure des doods aan het sterfbed stond en deed voor de stervende wat hij kon, en op die mens zullen de woorden van toepassing zijn: ‘Wat gij de minste Mijner schepselen hebt gedaan, dat hebt gij Mij gedaan’. [Walraven – Eendagsvliegen, 96-97]
|
Ga op de kruising linksaf: Jl Ambon (Ambonstraat).
Rechts: Taman Maluku.
Het Molukkenpark.
Het Europese stadsgedeelte te Bandung kan bogen op een groot aantal parken, aangelegd op daarvoor door het Gemeentelijk Grondbedrijf beschikbaar gestelde terreinen. Het Molukkenpark, niet groot, doch enigszins geaccidenteerd en met een waterpartij, geldt als het best geslaagde [Locale Techniek-4-3, 11]
Molukkenpark met het Jaarbeursgebouw. →
|
Rechts: PELTI: Persatuan Tenis Lagangan Seluruh Indonesia – tennisbaan met tribunes (Bandoengsche Tennisclub).
Dat meisje Thomas, uit dezelfde straat, naast de tennisbanen, moest met alle geweld Shirley Temple, of nee, Deanne Durbin imiteren. Die filmster hadden May en zij in de bioscoop gezien. Tilly Thomas heette dat kind. Ze was nauwelijks een jaar ouder dan May, maar May keek belachelijk tegen, haar op. Tilly voor, Tilly na. Ziekelijk gedweep met Tilly. [Springer – Bandoeng-Bandung, 60-62]
Misschien krijgt hij na het avondmaal lust en fut voor een spelletje tennis op de door booglampen verlicht courts van zijn club, maar in den regel heeft hij alleen ’s Zaterdags en Zondags genoeg energie voor sport. [Ammers-Küller – Wat ik zag in Indië, 79-81]
Tennismatches voor de Japanners (de elite) en voetbalwedstrijden voor Indonesiërs (het plebs). Verschillende leiders van de ‘Poetera' hebben redevoeringen gehouden. [Bouwer – Het vermoorde land, 166] |
Rechts: Lapangan GOR. Saparua (Terrein van Bond voor Lichamelijke Opvoeding).
Voor het aanleggen van het Molukken-park werd f 7.430 becijferd. Hierbij zijn geen fondsen uitgetrokken voor dat deel (¼ van het heele parkoppervlak), dat wellicht als sportterrein (tennisbanen etc.) zal worden ingericht. [De Locomotief, 6 Februari 1917]
In de nota wordt het terrein, dat bestemd is voor sportpark in beheer gevraagd zonder eenigerlei tegemoetkoming voor de inrichting, dus aannemende, dat de inrichting van het terrein door de rendabele bestemming een tegemoetkoming van het gouvernement overbodig maakt. [De Locomotief, 5 Februari 1917]
[1926] Zaterdag j.l. woonden wij den laatsten dag van de te Bandoeng gehouden schoolwedstrijden om den Gouverneur-Generaal beker bij. Het weer was schitterend en het zonnetje stak alsof het Weltevreden bescheen. Naar schatting een paar duizend kinderen waren op het terrein van den Bond voor lichamelijke opvoeding, gelegen voor het Jaarbeurs-gebouw, aanwezig. [Het Indische Leven - 8, 411-412] |
Ga rechtsaf: Jl Banda (Bandastraat).
Links: 26 – Geredja Katholik Bebas “S. Albanus” – Kursus Bahasa Belanda.
Theosofische Loge (1918-1919, AIA: Ghijsels-Von Essen).
Dat het nieuwe gebouw, behalve voor het werk der vereeniging zelf, ook nog in ander opzicht nuttig bruikbaar is, wordt bewezen door het feit, dat de Bandoengsche Kunstkring vanaf 1 Januari a.s. er zijne verschillende bijeenkomsten zal houden. Binnenkort zal men dus in de gelegenheid zijn, in het loge-gebouw kamermuziek-uitvoeringen of lezingen bij te wonen, dan wel teeken-, tooneel- of dans-cursussen te volgen. [Het Indische Leven-1-19, 371]
Het doel dezer bijeenkomst was om middelen te bespreken over de verspreiding van de kennis der Nederlandsche taal onder Inlanders. [De Locomotief 30 Maart 1910]
In het gebouw is een door Nederland gesubsidieerde opleiding voor de Nederlandse taal gevestigd.
[1901] Er is sedert een half jaar een ernstig streven onder de Inlanders waar te nemen om jullie mooie taal te leeren. Vele Europeanen zien dit met leede oogen aan, doch vele edeldenkende juichen het toe en moedigen het warm aan. Op verscheidene hoofdplaatsen verrijzen Hollandsche cursussen als paddestoelen uit den grond, [Kartini – Door duisternis tot licht, 89]
|
Ga rechtsaf: Jl Aceh (Menadostraat).
Links: 50 – KODIKLAT (Vereeniging N.I. Jaarbeurs).
Jaarbeurs
Tussen de dichte menigte schoven wij voetje voor voetje mee over het met verfrommelde toegangsbewijzen, zuurtjes- en lollieverpakkingen bestrooide terrein. Mijn ouders bekeken de stands van kunstnijverheid en industrie, maar voor kinderen lagen vanzelfsprekend de attracties elders: bij de zweefmolens, het reuzenrad, de achtbaan. [Haasse – Zelfportret als legkaart, 85-87]
Zij vormden een comité dat een afscheidsavond organiseerde: de bijeenkomst had plaats in de grote hall van het hoofdgebouw van de Jaarbeurs. Er werden voordrachten en toespraken gehouden en ik heb zelden een afscheid meegemaakt waar een zo welgemeende hartelijke toon heerste en zo spontaan en ondubbelzinnig blijk gegeven werd van dankbaarheid voor hetgeen in alle eenvoud en zonder ophef aan medegevoel en hulp gegeven was. [Koch - Verantwoording, 202]
Meer informatie
[1943] Gisteren deserteerden uit het Jaarbeursgebouw – dat dient als opvang-centrum voor vrijwilligers voor de 'Peta' *] – 60 rekruten, die het na een paar dagen al hadden bekeken. De Japanners zetten onmiddellijk alle omliggende straten af, doorzochten alle huizen in de buurt en vonden drie deserteurs, die naar het Jaarbeursgebouw werden teruggesleept en halfdood geranseld. [Bouwer – Het vermoorde land, 216a]
*] Het leger zal officieel heten ‘Tentara Pembela Tanah-Air' (leger voor de verdediging van het vaderland), kortheidshalve 'Peta'. Het zal door Japanse instrukteurs worden opgeleid, eigen Indonesische officieren krijgen, maar opereren onder het Japanse opperbevel op Java. Veel verschil met de z.g. 'heiho's' – Indonesische soldaten, die in het keizerlijke Japanse leger zijn ingelijfd – is er dus feitelijk niet. [Bouwer – Het vermoorde land, 213]
Vanmiddag zag ik door een kier in het raam een afdeling wielrijders van de 'Peta' op damesfietsen voorbijkomen. Het maakte een weinig martiale indruk. [Bouwer – Het vermoorde land, 238]
Het terrein, begrensd door de Menado-, Soenda-, Banda- en Bilitonstraten, beslaat eene oppervlakte van 40500 M²., is als park aangelegd en voorzien van behoorlijk verharde paden. Zoo nodig kan een aangrenzend perceel aan de Bandastraat bijgetrokken worden. [Indië, geïllustreerd weekblad-6, 74]
Aanbesteding Jaarbeurs. De HH. Gebroeders Bel hebben het werk ter uitvoering gekregen’ voor een bedrag van f 114.900. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-22, 132]
De hoofdingang van het gebouw wordt gevormd door een entrée waarvan de buitenpilaren op zware schamppalen van Biliton-graniet rusten, bekroond met kapiteelen van Bobos-trachiet. Dan ziet men duidelijk de trap, welks treden eveneens van Biliton-graniet bestaan. Het is een prachtmateriaal wat sterkte en kleur betreft, doch bijzonder grof van korrel en bezaaid met plekken veldspaat van vrij groote afmeting. In de hoofdgevel van het gebouw zijn drie meer dan levensgroote mannenfiguren, van Bobos-trachiet gemodelleerd, geplaatst, die in eenigszins gebukte houding de afdekking veronderstellen te dragen. De beelden zijn gemodelleerd naar teekeningen van den ontwerper [...] Ir. Schoemaker, in het ruwe door inlanders bekapt, terwijl genoemde ingenieur na opstellen ter plaatse zelf de laatste hand aan de afwerking legde. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-23, 213] [De figuren zijn op het eind van de vorige eeuw afgeschermd geweest en hebben ook enige tijd een metalen broek gedragen.]
1920: Tenzij bijzondere omstandigheden een langeren duur wenschelijk maken, zal de 1ste N.I. Jaarbeurs van 17 Mei tot en met 5 Juni worden gehouden op het eigendomsterrein der vereeniging, gelegen achter de gebouwen van het Departement van Oorlog te Bandoeng, benevens op de daaraan grenzende terreinen daarvoor afgestaan door den bond van lichamelijke opvoeding en door de gemeente. Het geheele complex is 40 500 M2 groot. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-23, 133]
[1920] Het doel van de Nederlandsch-Indische Jaarbeurs is bevordering van de Nederlandsch-Indische nijverheid in den meest uitgebreiden zin. Uit het buitenland geïmporteerde goederen als speelgoed, mode- en toilet artikelen, sigaren, sigaretten, snuisterijen, kramerijen, brandkasten, schrijfmachines, rijwielen, conserven, dranken, suikerwerken, en tal van dergelijke zaken kunnen derhalve voor expositie op de a.s. jaarbeurs niet in aanmerking komen. [Indië, geïllustreerd weekblad-3, 735]

Bandoengsche jaarbeursgebouwen in vogelvlucht. [Gedenkboek van Nederlandsch-Indië, afb. 206]
Wat was de Bandoengsche Jaarbeurs dan wel? Het antwoord kan kort zijn, een overzichtelijke tentoonstelling van een deel der verschillende artikelen, welke in deze kolonie worden geïmporteerd. [Het Indische Leven-2-28, 558-559]
Jaarbeurs |
Aantal betalende bezoekers |
Gemiddeld per dag |
1920 |
58.220 |
2531 |
1921 |
75.734 |
3293 |
1922 |
95.024 |
4131 |
1923 |
78.843 |
4928 |
1924 |
124.269 |
7767 |
1925 |
146.348 |
9147 |
[Indië, geïllustreerd weekblad-9, 187]
De Jaarbeurs in 1927. [Het Indische Leven-8, 1149]
1920 [Het Indische Leven-1, 40, 795]→
Bij de 18e jaarbeurs in 1937 werd het terrein gerenoveerd. Het zwaartepunt van de indeling werd een nieuwe ingang met een Hoofd Allee leidende naar een (tijdelijk) restaurant. Links van deze Allee lag het Hoofdgebouw, met daarachter o.m. de Machinehal van veel ouder datum en een nieuwe cabaretzaal in het voormalige restaurant. Rechts van de Allee lagen vijf expositiegebouwen. [Locale Techniek-6-4,113-117]
|
Ga linksaf: Jl Sumbawa (Soendastraat).
Steek de Jl Belitung over.
Ga rechtsaf.
Links: The Centrum (Dining-Wedding-Events).
 Zwembad “ ‘t Centrum”. (1937, Gmelig Meiling.)
Midden in de nieuwe wijk lag een modern bad, gebouwd in dezelfde trant als de woonhuizen. De chloorlucht was adembenemend. Het ontsmettingsmiddel prikkelde het slijmvlies van de ogen, de huid bleef er na het zwemmen naar ruiken, blond haar verkleurde op den duur tot zeegroen. [Haasse, Zelfportret als legkaart, 97-98]
|
Ga rechtsaf.
Ga linksaf: Jl Sulawesi (Bilitonstraat).
Links: SMA Negeri 5 (Hoogere Burgerschool, 1915).
H.B.S.
De Preangerbode deelt mede dat het adres aan de minister van Koloniën, ter verkrijging van een H.B.S. te Bandoeng, thans naar Holland is gezonden. Het werd van 546 handteekeningen van hoofden van gezinnen voorzien, zoodat kan worden aangenomen dat het namens 2700 personen spreekt. [De Locomotief 12 Mei 1910]
'Rick is ook in Bandoeng geplaatst, wat zeggen jullie daarvan?! Ook toevallig, he?! Hij is benoemd aan de HBS hier. May en Chrisje raken er niet over uitgepraat! Ze zeggen dat ‘oom’ Rick maar gauw moet trouwen met Leni (zijn nieuwe vriendin) en wij zouden het ook prettig vinden als zij de ware Eva voor die knaap blijkt te zijn! [Springer – Bandoeng-Bandung, 79-80]
Meer informatie
Zoo noemde de toenmalige Directeur van Onderwijs en Eeredienst, dr. E. Moresco, op 1 Juli 1915 bij gelegenheid van de opening der Bandoengschje H.B.S., Bandoeng: ‘de snel zich ontwikkelende hoofdstad der Preanger, wellicht over eenige jaren hoofdplaats van een gouvernement West-Java en misschien – wanneer althans redelijke overweging wat meer invloed tegenover de inertie van het historisch gewordene verkrijgt – bestemd om in de toekomst de zetel der Regeering van Nederlandsch-Indië te worden. [Indië, geïllustreerd weekblad-9, 248]
De nieuwe cursus van de Bandoengsche Hoogere Burgerschool vangt met 2 Juli aan, waarvoor zich 270 leerlingen hebben aangemeld. Het nieuwe gebouw kon niet eerder klaar zijn. [De Locomotief, 31 Mei 1917]
Herhaaldelijk zijn groote platen pleister naar beneden gekomen. Sedert de school aan den gang is één groot stuk in de leeraar-kamer en één brok vlak boven de bank van een meisje in een der klassen gevallen. Gelukkig in de middaguren. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-20, 352]
... het pleisterwerk, dat door afwezigheid van gips immer krimpt en scheurt, daarbij strak werk onmogelijk maakt, zullen ook zorgen baren. [Indië, geïllustreerd weekblad-5, 366-367]
... waar in de kuststeden de werkkracht der leerlingen om 11 uur absoluut verbruikt was, kon in Bandoeng zonder bezwaar tot 1 uur met volle kracht doorgewerkt worden. [Indië geïllustreerd weekblad-5, 39]
’Er‘ wordt geklaagd over vermoeidheid van de leerlingen der H.B.S. te Bandoeng, waarvan de reden gezocht wordt in overlading van het programma, of in den te korten duur der vacanties. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-22, 128]
[1918] Aan de H.B.S. te Bandoeng is een cursus geopend voor die leerlingen der Cadettenschool, die door de tijdsomstandigheden niet de reis naar Nederland kunnen doen. [Indië, geïllustreerd weekblad-1, 723]
Deze 5 Gouvernements H.B. scholen zijn kolossale inrichtingen geworden. Op ult. 1920 telden zij 2464 leerlingen en 174 leeraren. Voor die te Weltevreden, Soerabaja en Bandoeng moesten zelfs filialen worden bijgebouwd (in een ander stadsgedeelte), omdat de bestaande lokalen geen plaats meer boden en van eigenlijke leiding van scholen met over de 700 leerlingen geen sprake kan zijn. Deze scholen zijn in organisatie, leerplan, bevoegdheidsverleeningen enz. geheel gelijk aan de gelijknamige inrichtingen in Nederland. [Indië, geïllustreerd weekblad, 7, 391]
De oprichting dezer school had ten doel, althans zoo heeft het altijd in alle courantenberichten gestaan, de jongelui, welke in de rechten, in de letteren of in godgeleerdheid wilden studeeren, klaar te maken voor de universiteit. En nu zullen er dit jaar een aantal jongelui klaar komen, maar nu hooren ouders, voogden, verzorgers en leerlingen in eens: de school is nog niet gelijkgesteld, geeft nog geen recht op eene plaatsing aan een der universiteiten in Nederland. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-26, 129]
|
Ga rechtsaf Jl Kalimantan (Borneostraat).
Rechts: Detaseman Markas.
Departement
Departement van Oorlog (1918, Kapt. Ing. Schoemaker). [Indië, geïllustreerd weekblad-2, 113]
De omschrijving kan heel kort zijn: een blok steen zonder de minste architectonische waarde. Het toekomstig departementsgebouw is bestemd om, als alle bouwwerken der genie, een droevig figuur te maken, ondanks de toepassing van de traditionele pakhuisvormen, verouderde gevellijnen en slecht gecopieerde renaissancemotieven. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-16, 44]
Ik wensch Bandoeng gaarne toe, dat zij Weltevreden op zij streve. Dat de nieuwe hoofdplaats van Java, Bandoeng zij. Dat andere Departementen, het strategisch hier, naar het mij schijnt zeer juist overgebrachte Departement van Oorlog, volgen. [Couperus – Oostwaarts, 134-135]
|
Links: Taman Ade Irma Suryani Nasution (Insulindepark).
[1914] De regeering heeft een bedrag van f 21000 toegestaan voor de aanleg van het Insulindepark te Bandoeng. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-17, 188]
Onder nog veel minder fraaie mededeelingen over de wegen, de verlichting, enz., heet het: het Insulinde-park is nog niet voltooid (’t lijkt er nog niet op ! – Corr.) en het Molukkenpark moet nog geheel aangelegd worden. [De Locomotief, 6 Februari 1917] |
Ga schuin links: Jl Aceh (Menadostraat).
Rechts: 69 – Kodam III / Siliwangi.
Legercommandant
“Paleis” van de Bevelhebber van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger en Hoofd van het Departement van Oorlog. (1913, 1ste Luitenant Schoemaker) [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-17, 25]
Ook bij den bouw van het Hotel van den Legercommandant te Bandoeng wordt een ruim gebruik van Wadjak-marmer gemaakt, zoo o.a. voor de hoofdtrap, die toegang tot de verdieping geeft en voor vloeren. Een groot deel van het buitenwerk als sokkelplaten en plinten, wordt in Bobos-trachiet uitgevoerd, afkomstig van de groeven in Cheribon. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift–18, 310]
De volgende dag [28 februari 1941] landden Japanse troepen op drie punten op de noordkust van Java: in de Baai van Bantam, nabij Rembang en noordelijk van Bandoeng. Batavia werd tot open stad verklaard, en de Japanse troepen trokken er binnen. Bandoeng was regeringszetel geworden en was basis van het Nederlands-Indische leger. De strijd duurde maar kort: het leger gaf zich op 8 Maart onvoorwaardelijk over. [Koch - Verantwoording, 237-238]
|
Ga linksaf: Jl Sumatra (Sumatrastraat).
Links: 47 (Tehuis Roemer Visscher Vereeniging).
 Het doel der Vereeniging is om de minvermogende Indische meisjes en vrouwen den strijd om ’t bestaan te verlichten door haar meer te ontwikkelen, haar werk te verschaffen en hierbij als bemiddelaarster op te treden tusschen werkgevers (-geefsters) en werkzoekenden. Haar werkkring strekt zich dus over geheel Ned.-Indië uit en daarom roepen wij dringend den steun in van allen in ons Indië, die wat voelen voor gezonde philantropie. [De Locomotief 31 Januari 1910] |
Rechts: 43 (Na WO II: Officiers Mess.)
Rechts: 41 SMP 6 (Wisse, arts.)
Rechts: 39 (Generaal Majoor P. Cox, Inspecteur der Infanterie.)
Gebouwd als de “Woning van den Kolonel te Bandoeng” (± 1910).
Hedenmorgen (15 Jan.) werden zeven van de tien gouvernements perceelen, gelegen tusschen de kweekschool en Tjikoeda pateuh, in het openbaar verkocht voor een totaalbedrag van f 21500 en tegen den bepaalden minimum prijs van een gulden den vierkanten meter. Omstreeks een half jaar geleden waren bij den publieken verkoop van de dertig in deze buurt gelegen perceelen er twintig opgehouden. De animo is dus sinds dien wel toegenomen. Van dat 20-tal hield het departement van Oorlog er tien aan voor het bouwen van officierswoningen. [De Locomotief 17 Januari 1910]
|
Ergens in de Sumatrastraat...
[1944] Inmiddels is dank zij de bemoeienissen van het plaatselijk Indo-comité bereikt, dat op 29 april a.s. krijgsgevangenen en alle mannelijke-en vrouwelijke geïnterneerden pakjes mogen ontvangen. [Bouwer – Het vermoorde land, 252-253]
Karrevrachten gaven voor krijgsgevangenen en burgergeïnterneerden zijn vrijdag aan het verzamelpunt in de Sumatrastraat afgeleverd. Dat was trouwens nog lang niet alles, wat in de kampen zal worden verdeeld. Het meeste geld, dat werd geschonken, moet nog worden besteed. [Bouwer – Het vermoorde land, 254] |
Rechts: “St Angela”, ingang scholen van de Zusters Ursulinen. Hoofdgebouw Jl Merdeka 24 [Bandung Centrum – B]
Steek over en volg de Jl Sumatra.
Links: 42 – SMPN 2 (1e School A).
Ook de school is nog precies zo als in 1929. Een langgerekt laag gebouw, de klassen koel gehouden door de open galerijen die rondom lopen. Mijn herinnering ruikt een moerbeiboom, ’s middags plukten we stiekem de paarse langwerpige vruchten, meestal nog voor ze rijp waren, dan smaakten ze wrang en groen. [Ferguson – Nu wonen daar andere mensen, 156-157]
Geen openbare aanbesteding [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-7,182].
Om het geheel loopt een 3 M. breede galerij. Voor de ventilatie is aangenomen het systeem dat bij alle nieuwere hoofdenscholen is gevolgd, t.w. luchtroosters onder het plafond en boven het galerij afdak. Ten einde te voorkomen, dat het gebouw door de aanzienlijke frontlengte van rond 65 M., gepaard met eene gering hoogte, een nietig en gedrukt aspect zou krijgen, zijn de beide uiterste lokalen en het middelste hooger opgetrokken, en is daar de gevelmuur verplaatst naar de voorzijde der galerij. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-14, 170] |
Links: op de hoek met de Jl Java: SMPN 5 (Gouvernements Muloschool).
[...] in 1914, het jaar, dat de invoering van de H.I.S. bracht, [werd] ook een ander schooltype ingevoerd, dat voorloopig voldoende werd geacht voor de verdere algemeene vorming van de inheemsche en een deel van de Europeesche jeugd, n.l. de school voor M(eer) U(itgebreid) L(ager) O(nderwijs). Men kende reeds in 1903 Mulo-cursussen als verlengstuk aan enkele Europeesche lagere scholen, maar nu werden het zelfstandige inrichtingen, waartoe ook de H.I.S. toegang gaf. De scholen hebben een driejarigen cursus, terwijl abituriënten van de H.I.S. vooraf gedurende een jaar een voor-klas moeten doorloopen. Aanvankelijk overwoog het Europeesche element sterk onder de leerlingen, maar sedert lang is dat geheel veranderd. De 62 Mulo-scholen worden thans door bijna 11.000 leerlingen bezocht, van wie er 6000 van inheemschen, 2000 van Chineeschen of Arabischen landaard zijn. De scholen leverden in 1938 ruim 2000 abituriënten af, onder wie 1100 inlandsche. De Mulo is voor Indië een instelling van grooter belang dan de gelijknamige inrichting in Nederland, daar ze voor de inlandsche bevolking de gebruikelijke weg is naar een ontwikkelingsniveau, dat hooger ligt dan dat waartoe het gewone onderwijs brengt. [Insulinde, 192] |
Rechts zicht op: Kantor Pusat Bala Keselamatan.
Territoriaal Hoofdkwartier Leger des Heils.
Deze organisatie werkt reeds sedert een 40-tal jaren in den archipel. Zij verricht er zendings- en maatschappelijk werk onder alle landaarden en op elk gebied. Bovendien voert zij het beheer over een viertal melaatschen-kolonies. [Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 758]
Al deze kinderen woonden in kampongs of aan kampongranden. Ze droegen altijd versleten en veel te grote of veel te kleine kleren. Tjoek droeg altijd jurkjes tot ze veel te kort waren en haar moeder van een vervreemd familielid weer eens wat kon loskrijgen. Of van het Leger des Heils. Dan liep Tjoek weer in een veel te lange jurk, die ze soms in het middel kon inkorten met zwart garen, wat spelden of paperclips. [Mahieu – Verzameld werk,161-162]
|
Ga linksaf: Jl Jawa (Javastraat).
Die huizen in de Javastraat staan er nog net zo, maar de sfeer is anders. Het lome, dromerige, sensuele, geheimzinnige uit mijn herinnering wordt overschreeuwd door akeliger lawaai dan het lawaai van vroeger, vroeger waren dat immers schelle Indische stemmen van de moeder en de beo die tegen elkaar insnerpten, nu waren het weer auto’s, en brommende bemo’s, een onharmonische, stoffige drukte. [Ferguson – Nu wonen daar andere mensen, 155-156] |
Links: 11 en 11a – Polisi Militer.
 ←Vakschool voor Meisjes.
O, wij vinden 't goddelijk, dat uw echtgenoot den meisjes opvoeding en ontwikkeling wil geven, maar laat daarnaast ook vakopleiding staan, en dan zal de zegen, die uw man aan de Inlandsche wereld brengen zal, ten volle een zegen zijn!" “Man, hoor je dat?" vroeg ze haar man enthousiast. “Deze jonge dame vraagt vakopleiding voor Inlandsche meisjes." Verbaasd keek hij mij aan, en vroeg: “Werkelijk, vraagt u voor de meisjes vakopleiding? [Kartini – Door duisternis tot licht, 69-72]
Bandoengsche Handelsschool, B.H.S.→ |
De laatste waarnemingen zijn gedaan in 2015.
De wandeling in PDF formaat