De laatste waarnemingen zijn gedaan in 2017
De wandeling in PDF formaat.

Begin van de wandeling Jl Pejambon 3 (Hertogspark).

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Jl Pejambon 3 Hertogspark

Het Hertogspark herinnert aan Bernhard van Saksen Weimar, die van 1849 tot 1851 Legercommandant was en er inderdaad als in een park woonde, want de brug van hier naar het terrein der Willemskerk is van vrij wat later datum. [Oud Batavia I, 445] 

Niet ver van het Koningsplein ligt een ander, zijn tegenhanger in aanzien en karakter, het idyllische Hertogspark vol schaduw, geur en groenigheid.
[De Wit – Java, 34-36] 


Jl Pejambon 3, Kamenterian Luar Negeri – Gedung Garuda. (Gebouw Raad van Indië – 1927, Kühr, Landsgebouwendienst.)

Raad van Indië

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Raad van Nederlandsch Indie 1

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Raad van Nederlandsch Indie 2Raad van Nederlandsch Indië, het hoogste adviesorgaan van de Gouverneur-Generaal.
Het beheer van de overzeesche factorijen der Compagnie bekwam allengs zulk een omvang, de behoefte aan centralisatie van het bestuur deed zich zoozeer gevoelen, dat in 1609 de eerste gouverneur-generaal benoemd werd in den persoon van Pieter Both. Hem werd toegevoegd een Raad van Indië, bestaande uit vier lieden, met den landvoogd als voorzitter, aan welk college het algemeen bestier der zaken in Indië werd opgedragen.
[Ido – Indië in den goeden ouden tijd II, 182-183] 


Ga in noordoostelijke richting.
Links: nr. 83a Dharma Wanita Tingkat Pusat Unit Dep. Keunangan (o.a. Clubhuis Padvinders)

[1916] Zaterdag werd in hotel ‘de l’Europe’, te Utrecht, onder voorzitterschap van den oud-gouverneur-generaal van N.-I., J.B. v. Heutsz, een drukbezochte algemeene vergadering gehouden van afgevaardigden en leden van den Nederlandschen Padvinders-Bond en de Nederlandsche Padvinders-Organisatie. [Uit naam van de majesteit, 288-290] 

In 1917 werd te Batavia de Nederlandsch-Indische Padvinders Vereeniging (N.I.P.V.) opgericht [Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 1096]

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih NIPV

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Clubhuis PadvindersHet aantal padvinders van de thans aangesloten twaalf afdeelingen der N.I.P.V. bedroeg in Juli 1919: 1350, waarvan 75 % Europeanen. Op de 139.000 Europeesche inwoners van Indië geeft dit een verhouding van 1 op 139. [Indië geïllustreerd weekblad-4, 292-298] 

[Augustus 1920] “Instructie van den groepleider aan padvinders bij het clubhuis in het Hertogspark Batavia”. [Indië geïllustreerd weekblad]- →

H. Mashoedi Nataatmadja: Meneer Atmodipoero van de HIS in Tasikmalaja, waar wij naar toe verhuisd waren, heeft bij mij het nationalistische gevoel wakker gemaakt. Hij was de oprichter van de nationalistische padvinderij, Kepandoean Bangsa Indonesia. Het was een groot risico voor hem als hoofd der school om een organisatie op te richten waar de jeugd de nationale symbolen, zoals de vlag en het Indonesia Raja, werden bijgebracht. Op de middelbare school was ik KBI-leider van vier patrouilles, zo'n veertig jongens. [Verboden voor honden, 119-120] 

H. Mashoedi Nataatmadja: Twintig jaar lang ben ik ook voorzitter geweest van de nationale padvinderij. lk heb er sinds mijn jeugd mijn hart aan verpand. Er zijn nu tweeëntwintig miljoen jongens en meisjes bij de padvinderijen daarmee vormen wij de grootste groep ter wereld. Toen ik in 1974 als voorzitter begon, hadden we er drie miljoen. De ideologische basis van onze padvinderij is nog steeds nationalisme en eenheid. Dat is het belangrijkste voor een land met zoveel verschillende taken en gemeenschappen. [Verboden voor honden, 121-122] 


Rechts: Kamenterian Luar Negeri – Gedung Pancasila.
(Gebouw van de Volksraad, voordien de woning van de Legercommandant – 1829, Tromp – verbouwing 1918, BOW).

Volksraad

ILW Bandung 3 Gedung Sate

Op 1 juni kwam Soekarno met een voorstel tot een nationale ideologie op de proppen. Didactisch als hij was, stelde hij vijf gewichtige beginselen voor: het behoren tot één staat (nationalisme), het verbonden zijn met de gehele mensheid (internationalisme), het streven naar consensus via overleg (democratie), het billijk verdelen van de welvaart (sociale rechtvaardigheid) en het geloof in God (monotheïsme). Dat geheel noemde hij Pancasila, letterlijk ‘de vijf zuilen of pijlers’ in het Pali. De term was afkomstig uit het boeddhisme en sloeg op de vijf morele voorschriften van de gelovige, maar deed ook denken aan de vijf zuilen van de islam.
[Reybrouck – Revolusi, 276-277] 

‘Pantja Sila’: de Vijf Beginselen. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 989, 990-992][Verboden voor honden, 189] 

Aan de ontbijttafel hoor ik, door het plechtige uitleggen van onze reisleider heen van de betekenis van het wapen van Indonesië dat aan de wand hangt, het gekakel van de dames.
[Wolkers – De kus, 112-113] 

In de eerste zitting van de Volksraad was, in Augustus-September, door verscheidene Indonesische sprekers bij de algemene beschouwingen over de begroting blijkgegeven van ernstige verbittering over het regeringsbeleid en van diep ingevreten wantrouwen ten aanzien van Nederlands bedoelingen. De gouverneur-generaal, voor wie dit een zeer pijnlijke openbaring was geweest, was onder de indruk geraakt van die van grote algemene ontevredenheid sprekende stemmen.
[Koch - Verantwoording, 99] 


Ga rechtsaf: Jl Abdul Rachman Saleh (Hospitaalweg).

Links: Een terrein waarop drie lichtgekleurde appartementencomplexen staan en vervolgens een kazernecomplex.
Dit gebied was tot na WO II militair terrein: o.a. het 10de Bataljon, tijdens de oorlog een bekend krijgsgevangenenkamp.

Xde Bat

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih 10de Bataljon krijgsgevangenenkamp

Bovendien zou men er een kampement maken en den benoodigden grond van den eigenaar koopen. [Oud Batavia I, 410-411] 

Zoo’n kazerne is niet meer of minder dan een groot dorp, waarin verschillende ruime, luchtige gebouwen staan, te midden van lommerrijke lanen en omgeven van grasvelden en tuinen. Groote pendoppo’s (een soort van op palen rustende loodsen), van inlandsche kookfornuizen voorzien, bieden aan de soldatenvrouwen, gelegenheid om voor haar lakies (mannen), allerlei toespijzen voor de rijst te bereiden, kleederen te wasschen en te verstellen of wapens te poetsen.
[Van Maurik – Indrukken van een Tòtòk, 120-122] 

Als ik me nu het kamp voor de geest tracht te halen dan zie ik vóór alles steen en stof, een dikke stoflaag waar alles mee bedekt was. Als het waaide, joeg de wind de stofwolken tot zelfs in de zalen. Het was een totaal verouderd complex met een afvoersysteem van open goten waarin elke nacht kanjers van zwarte ratten hun weg naar de keukens zochten, dwars door de slaapzalen. Het stikte er ook van de kakkerlakken en wandluizen die onuitroeibaar bleken. Van de dakspanten hingen zwarte slierten spinrag omlaag. Ze kwamen elke dag in vlokken naar beneden.
[Nieuwenhuys – Een beetje oorlog, 97] 

[Mei 1942] De gouverneur-generaal en de hoofdofficieren van het voormalige K.N.I.L. zijn, in afwachting van hun transport naar Formosa, in Batavia voorlopig in de kazernes van het 10e Bataljon ondergebracht.
[Bouwer – Het vermoorde land, 77] 

En de Indonesische bevolking vond dat de Toean Besar niet erg groot was, wanneer hij van zijn uiterlijke luister was ontdaan en dat de Japanners, die hem konden behandelen als een gevangene, veel en veel groter waren.
[Kadt, de – Indonesische tragedie, 58-59] 


Rechts hoog gebouw; links: schuin-lopende scheiding tussen de twee kazerne complexen, die voormalige loop van de Kali Lio.

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Kali LioVan Mossel dateert de eigenlijke beteekenis van het land Weltevreden. Hij begon met eene sloot te graven, de Kali Lio of Steenbakkerijsloot, uit de Groote Rivier naar de zoogenaamde noksloot langs den Grooten Zuiderweg. Daardoor werd zoowel de toegang per prauw naar zijn pasar vergemakkelijkt als de bouw van het groote huis op het schiereiland in de rivierbocht. In die Kali Lio werd anno 1767 de overtoom gebouwd, die nog heden onder de brug aan Hospitaalweg is te zien. [Oud Batavia I, 406] 
Bovendien zou men er een kampement maken en den benoodigden grond van den eigenaar koopen. Het is waar dat pas onlangs in 1794 Meester Cornelis, waar al lang troepen hadden gelegen, tot kampement was bestemd, maar Commissarissen-Generaal vonden Meester Cornelis thans minder geschikt, ook omdat de Gouverneur-Generaal er te ver van af woonde – Van Overstraten had een zwak voor het militaire. Aldus werd nu voor 10.000 Rds. het deel van Weltevreden benoorden de Kali Lio door het Gouvernement aangekocht. [Oud Batavia I, 410-411] 


Links: Mako Pasmar II. (Artilleriekazerne Afdeeling Houwitsers).
Ga met de weg mee naar links: Jl Kwini II (Nieuwe weg).
Ga rechtsaf: Jl Senen Raya (Senen).

Senen

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Senen

Senen bij middag

Een tuimelende dakenrij
uitbundig ongelijk en vrij,
een koekoeksklokkenwinkel
met kleur, krul en gerinkel.

Toch badinerend wisselvallig, nét
een waaier, flitsend open-dicht
voor ‘t dansverhitte lachgezicht
(poudre-de-riz, méchant, coquet)
van de frivole lucht.

Met onbedaarlijk feestgerucht
als een kinderaubade
met rode limonade.

Dat is Senen in stof en zon:
droomstad van Sindbad, in chiffon.

Chiffon met parelen pailletten
‘Zo lief zo mooi jij ben, Sjorsjette,
mijn njonja-manis-sapa-jang-poenja!
Ik ben verliefd op jou, mag ja?
Ik ga met jou naar waar?’
Ik ruik het stoute parfum in je haar.
Waarheen? Waarheen? Laat maar.
[Mahieu – Verzameld werk, 472] 


Ga
ter hoogte van links Jl Senen III, rechtsaf:

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih heerenhuisILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Huis WeltevredenNaar het heerenhuis leidde van uit den tegenwoordigen tramweg langs Senèn eene breede en statige laan van geschoren tamarinde- en kanariboomen, wier begin (waar tegenwoordig de toegang is tot het kampement) door eene groote poort werd gevormd. Nog heden staan er enkele zware boomen van deze majestueuse allee. [Oud Batavia I, 406-407] 
... den plattegrond, [Oud Batavia I, 408] 
... langs den Grooten Zuiderweg werden officiershuizen gezet en bezijden de oprijlaan andere militaire gebouwen, zoodat de luister van het heerenhuis aanmerkelijk was getaand. [Oud Batavia I, 412-413] 


Links en rechts: Akademi Kebidanan (Subsistentenkader).

Bij het Subsistentenkader worden tijdelijk geplaatst de pas uit Europa gekomen, zoowel als de doortrekkenden militairen; daarbij zijn voorts administratief ingedeeld die militairen, welke niet tot een corps behooren, zoals het lagere personeel van den Topographischen Dienst. [Oud Batavia I, 387] 

Ik word overgeplaatst naar het Subsistentenkader, op Weltevreden, waar ik, na een kortstondig verblijf, ziek word en een poos lang met hevige koortsen – ik breng het tot 41°6 en denk nu en dan aan ‘kapitein Jas’ – in het militaire hospitaal kom te liggen. Van Weltevreden word ik geëvacueerd, eerst naar Batoe-Toelis, in de buurt van Buitenzorg, en vervolgens, naar Sindang-Laya, in het Bandoengse bergland.
[Cohen – In opstand, 73-74] 

Zoals ik reeds zeide, zijn er enkele uitzonderingen op den regel van ‘slechte voeding’ en verdient daarvoor zeker het Subsistenten-kader te Batavia allen lof. Het eten is dáár, of was het ten minste in den jaren 1882-1886, uitstekend te noemen, waardoor het scherpe contrast met andere garnizoenen des te meer in het oog valt, waar het eten bepaald ‘zeer slecht’ is.
[Cohen – Uiterst links, 60-63] 

Een andere historische anecdote is die van een soldaat, die van Semarang naar Batavia was overgeplaatst en zich daar moest melden bij het subsistenten-kader. De soldaat kwam nog al laat in de avond met zijn zwikje op de plaats van bestemming en meldde zich bij de sergeant-majoor, die hem peinzend aankeek en zei: “We weten van niks."
[Brandt – Demarcatielijn, 105-107] 


Recht vooruit: Rumah Sakit Gatot Subroto (Militair Hospitaal).

Hospitaal

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Militair Hospitaal

De zoogenaamde Kazerneweg is geenszins een der uitlokkendste oorden, die de fraaye villastad Weltevreden aan den nieuwsgierigen wandelaar heeft aan te bieden. Slechts ééne plek zou daar nadere kennismaking verdienen. ’t Is de plaats waar de uitgestrekte gebouwen van het groote militaire en burgerlijke Hospitaal zich uitstrekken.
[Ten Brink – Oost-Indische dames en heeren I, 140] 

Volgens getuigenis van genoemde E. Netscher werkte Van der Tuuk de hele dag en zelfs tot diep in de nacht. Zo schreef hij in het Militair Hospitaal een studie over het 'Centralisatie-Maleis', die nooit gepubliceerd is en waarvan wij ook niet zeker weten of ze wel ooit voltooid is. Evenmin weten we wat Van der Tuuk precies met het 'Centralisatie-Maleis' bedoeld heeft.
[Nieuwenhuys – Tussen twee vaderlanden, 114] 

Militair Hospitaal, Hospitaalweg.


Ga linksaf en volg de weg naar rechts en daarna naar links: Jl Abdul Rachman Saleh (Hospitaalweg).
Links: 49, 50, 51.

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih HospitaalwegEn zij kwam tot de concluzie, dat zij een kleine plaats in het binnenland, met enkele beschaafde, gezellige, Europese elementen – zo zij harmonieerden en niet te veel kibbelden in hun nauwe samen-zijn – toch nog voortrok boven het pretentieuze, laatdunkende en sombere Batavia. Alleen in het militaire element was leven. Alleen de huizen van officieren waren des avonds verlicht. Verder doodste de stad weg, de gehele lange warme dag, met hare onzichtbare bevolking van naar de toekomst uitziende mensen: de toekomst van geld, de toekomst misschien meer nog van rust, in Europa.
[Couperus – De stille kracht, 226] 


Rechts: Museum Kebangkitan Nasional – Open: di-zo: 8.30-3 uur.
(Algemeene Middelbare School Afd. B.; 1e Gouvernements Muloschool. Voordien, tot 1920, School tot Opleiding van Inlandse Artsen: Stovia).

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Indische artsenschoolMimi woont in een straat die uitkomt op wat vroeger de Oude Hospitaalweg heette, en daar keken we rechtstreeks uit op een langgerekt geelachtig gebouw, ja, dat was ‘onze’ P.H.S., de Prins Hendrikschool waar Suryati en ik elkaar hebben leren kennen. In het gebouw van de PHS is ook eens de STOVIA, de Indische artsenschool, gevestigd geweest.
[Ferguson – Nu wonen daar andere mensen, 64] 

Tot dokter wordt men – tenminste jongens – vrouwelijke leerlingen zijn er nooit geweest – geheel kosteIoos opgeleid. De studie voor dokter geschiedt geheel op ’s lands kosten. De leerlingen genieten vrije woning, eene maandelijksche subsidie, waarmede de kosten van voeding en kleeding bestreden worden, en vrije geneeskundige behandeling.
[Kartini – Door duisternis tot licht, 125] 

De best ontwikkelde Inlanders zijn de dokters djawa; langdurige studie en training gaan vooraf vóór ze hun diensten presteeren. Het is een sympathiek corps èn het zijn sympathieke menschen. Nu had ik een ouwe suffe civiel geneesheer en ik kreeg de toevoeging van een dr. djawa. Ik zag wat veel versche grafheuveltjes op mijn tournee, ging eens onderzoeken èn... ik schrok, er wàs cholera, – niet gerapporteerd.
[Gonggrijp – Brieven van Opheffer, 103] 

 

[Tijdens het laatste bezoek van de samensteller aan het ‘Museum van het Nationaal Bewustzijn’ was men bezig met een renovatie. Daardoor was niet mogelijk de rondleiding door het museum samen te stellen.
De betreffende informatie is verdeeld in een historisch gedeelte waarin o.a. de geschiedenis van de school en van de vereniging Boedi Oetomo aan de orde komen en een aantal teksten bij enkelen van de helden uit de geschiedenis van Indonesië.]

 

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Dr C EykmanSpreker begon met een schets van het medisch onderwijs voor inlanders, zooals het zich van 1851 tot nu toe heeft ontwikkeld en ging daarbij na de in dit jaar opgerichte dokterdjawaschool met 13 leerlingen, waarvan het voornaamste doel was de opleiding van goede vaccinateurs, de reorganisatie van de school in 1864, in 1875, in 1902 en de laatste reorganisatie in 1914. [De Locomotief, 3 Februari 1917] 

←Tot directeur werd toen benoemd de latere Utrechtsche hoogleeraar Dr. C. Eykman. [...]
Geneeskundig onderwijs werd te Weltevreden het eerst gegeven aan de zgn. dokters djawa, en wel sedert 1851 in het Militair Hospitaal door militaire leerkrachten (officieren van gezondheid), oorspronkelijk in het Maleisch. Was deze oorspronkelijke opleiding slechts ingesteld op het afleveren van vaccinateurs, al spoedig bleek dat de afgeleverde personen als regel zelfstandig de geheele geneeskundige practijk moesten uitoefenen als gevolg van het bestaande gebrek aan geneeskundigen. [Indië, geïllustreerd weekblad, 7, 69] 

 

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Dr HF RollIn 1896 werd Dr. Eykman opgevolgd door Dr. H.F. Roll [←], van wien de belangrijke reorganisatie-voorstellen van Mei 1898 afkomstig zijn, die door de Regeering en het Opperbestuur onveranderd overgenomen, leidden tot: 1. Verbouwing en vergrooting der bestaande inrichting in het Militair Hospitaal, waardoor reeds dadelijk het aantal leerlingen kon worden opgevoerd tot 150. 2. Bouw van een nieuwe school, waarvoor een geschikt terrein werd gevonden aan den Hospitaalweg. De nieuwe inrichting, die aan 200 leerlingen ruime huisvesting kon verleenen, werd op 1 Maart 1902 feestelijk geopend. [Indië geïllustreerd weekblad-7, 70] 

De Javabode verneemt uit Den Haag dat het verlof verleend aan den heer A.F. Roll, directeur van de School tot opleiding van Inlandsche artsen, met een half jaar is verlengd. De heer Roll keert waarschijnlijk wegens gezondheidsredenen niet terug hetgeen een groot verlies voor de school zou zijn. [De Locomotief, 17 September 1910] 

(Aneta) Het persagentschap kan met besliste zekerheid mededeelen, dat de overste-dokter Koch dezer dagen zal worden benoemd tot directeur van de S.T.O.V.I.A. [De Locomotief, 14 Mei 1917] 

 

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih schoolILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Inlandsche artsenHet gebouw werd volgens een plan van de Genie opgericht met behulp van een vorstelijke financiëele bijdrage (f 178 000) van de Heeren P.W. Janssen, J. Nienhuys en H.C. Van den Honert. De stichting had plaats ‘ter herinnering aan de inhuldiging van Koningin Wilhelmina en tot heil der bevolking van Nederl.-Indië’. De jonge leerlingen werden op gemeenschappelijke, ruime slaapzalen vereenigd, de oudere kregen aparte kamertjes. De controle werd uitgeoefend door twee Europeesche suppoosten, terwijl een inwonend assistent-leeraar de leerlingen bij hun studie behulpzaam kon zijn en de medische verzorging op zich nam. [Indië, geïllustreerd weekblad, 7, 70-72] 

 

Stovia

Het Bat. Nbld. deelt mede dat de heeren Salie en Radjiman, docters-djawa, met gunstig gevolg te Amsterdam hebben afgelegd het theoretisch geneeskundig examen. [De Locomotief, 13 Mei 1910] 
In alle eenvoud is te Amsterdam ter aarde besteld het stoffelijk overschot van mas Asmaoen, arts, officier van gezondheid 1e klasse. De overledene was de eerste dokter-djawa, die in 1908, in Nederland den arts-titel behaalde. [De Locomotief, 5 Maart 1917] 
[1920] Door het studiefonds van Boedi Oetomo zullen dit jaar zes inlandsche jongelieden naar Holland worden gezonden. [Indië, geïllustreerd weekblad, 3, 771] 

 

Meer informatie

Boedi Oetomo Vereeniging van Javanen, opgericht 20 Mei 1908 door leerlingen der voormalige artsenschol te Batavia, als gevolg van de door den Indischen arts Mas Wahidin Soediro Hoesodo gepropageerde denkbeelden over de middelen om het volk op te heffen. [Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 155-156] 

Zoals bekend is, heeft dokter Wahidin ook den grooten stoot gegeven aan de opriochting van Boedi Oetomo, doch welke verdiensten hij hiervoor ook moge hebben, het is vooral de onbaatzuchtige naastenliefde, door hem als mensch en als geneesheer getoond, die hem aller sympathie heeft doen verwerven. De hem te beurt gevallen onderscheiding heeft dokter Wahidin dan ook zeker ten volle verdiend. [De Locomotief, 5 September 1910] 

Pramoedya Ananta Toer: De vereniging Boedi Oetomo werd in 1908 opgericht door de arts Raden Soetomo, die later een van de meest vooraanstaande leiders van de nationalistische beweging werd. Het doel van de vereniging was de oprichting van scholen op nationale basis, dat wil zeggen met een uitgesproken Javaanse levensbeschouwing die nog elementen van de oude Hindoe-Indonesische beschaving bevatte. [Verboden voor honden, 99-100] 

In dat jaar namelijk werd de Boedi Utomo, het Schoone streven, opgericht: de kiem van het nationalisme. In zijn grote Groene-artikel ‘Debet en credit. Honderdvijftig jaar Nederland-Indonesië’ noemt Alberts niet alleen die beweging, voorbode van de non-coöperatie van de nationalisten, maar constateert hij ook dat de ethische politici die de weigering om mee te werken met het koloniale bestuur verkeerd beoordeelden. [Leven op de rand, 399b] 

De eerste inheemse vereniging die duidelijke algemene wensen aan het gouvernement kenbaar ging maken, werd in mei 1908 opgericht, zulks vooral als gevolg van het feit dat de Indische Chinezen begonnen waren, op Java een organisatie op te bouwen die zich toelegde op de oprichting van eigen scholen. Het initiatief tot de oprichting van die inheemse organisatie, Boedi Oetomo (‘Het schone streven’), werd in Batavia genomen door leerlingen van enkele scholen, vooral van de Dokter-Djawaschool, onder wie de twintigjarige Javaan Raden Soetomo; zij werkten daarbij o.m. samen met een onderwijzerszoon uit Semarang die als dokter-Djawa grote naam zou maken: Tjipto Mangoenkoesoemo; hij zou zich in 1911 bij de bestrijding van pestgevallen op Oost-Java zo verdienstelijk gedragen dat hem de onderscheiding van ridder in de orde van Oranje-Nassau werd verleend. [...]
Een jaar later, in 1909, werd aan Boedi Oetomo door het gouvernement rechtspersoonlijkheid verleend. In de vereniging, die toen ca. tienduizend leden telde, was zich inmiddels een belangrijke ontwikkeling gaan aftekenen: de leerlingen van de dokter Djawa-school, de Osvia’s en de kweekscholen die allen nog midden in hun opleiding zaten, verloren aan invloed en de inheemse gezagdragers uit Djokjakarta die de aloude Javaanse cultuur wilden handhaven en afkerig waren van het uiten van vèrgaande, laat staan extreme wensen, gingen de toon aangeven. In september '09 liepen Tjipto en een andere radicaal denkende uit het bestuur weg – er werden in hun plaats twee regenten gekozen. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 218-221] 

Pramoedya Ananta Toer: Het streven van veel Indonesiërs om onderwijs op nationale basis te geven, zoals onder meer werd gerealiseerd bij Boedi Oetomo en Taman Siswo, zinde de koloniale overheid niet omdat zij hiermee de greep op het onderwijs meende te verliezen. Daarom kwam de wilde-scholenordonnantie tot stand, die deze wildgroei verbood.
Mijn vader kwam als directeur van Boedi Oetomo hiertegen in verzet, waardoor de PID hem opnieuw begon te verhoren en onder druk te zetten. Het dreigement werd geuit dat afgestudeerden van de 'wilde scholen' geen ambtenaar konden worden, terwijl de ambtenarij toen een veilige dus populaire toekomst betekende. Het instituut verloor zeker de helft van zijn leerlingen, omdat bang gemaakte ouders hun kinderen weghaalden. Mijn vader zette niettemin door en werd toen drie dagen aangehouden door de PID. Moeder zei tegen mij: 'Vader moet voor de gouverneur-generaal verschijnen.
In wezen was dat ook zo, want de PID was immers een verlengstuk van de GG. [Verboden voor honden, 101-103] 

Soebadio Sastrosatomo: lk heb nog een foto uit die tijd, waarop vader en andere bestuursleden staan, met op een groot bord het opschrift ‘Boedi Oetomo afdeling Pangkalanbrandan, 15 oktober 1917'. Het zijn allemaal mannen, keurig in het pak, zelfverzekerd in de lens kijkend, zich bewust van de waarde van hun idealen. In veel Indonesische woningen prijken zulke foto's van het roemruchte verleden. Op de foto staat, achter in de rij, ook een lid van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger in uitgaanstenue. Indonesische leden van het KNIL mochten lid zijn. [Verboden voor honden, 106-108] 

Daar op de Stovia ben ik nationalist geworden, net als Zenno die van Menado kwam en Amir, die een Menangkabauer is. Van alle eilanden van Indonesië kwamen we daar op school en werden er nationalisten. Het is verschrikkelijk om inlander te zijn, automatisch de mindere van iedere willekeurige Hollander. Dat gevoel brandt onder je huid, het vreet je aan, het nationalisme gaf ons een nieuwe houding.’ Hij zweeg. Een nieuwe waardigheid, dacht ik, maar zonder het hardop te zeggen.
[Vuyk in: Om nooit te vergeten, 21-23] 

Op het stuk van godsdienst beoogt de partij Boedi Oetomo te zorgen voor handhaving van de godsdienstvrijheid. [De Locomotief, 10 Juli 1917] 

[1924] Naast de verzwakking van de S.I. is er een gelijke verzwakking van Boedi Oetomo, gevolgd door een splitsing; de nieuwe Javaansche Intellectueelen Bond stelt zich op nog exclusiever aristocratisch-intellectueel standpunt als Boedi Oetomo al deed. [Indië, geïllustreerd weekblad, 7, 779] 


Raden Adjeng Kartini (1879-1904).

Kartini

Als voorloopster van die vrouwen-emancipatie kan men de in 1879 geboren regentendochter Raden Adjeng Kartini beschouwen. Haar vader was een verlicht regent, ‘die’, aldus Nieuwenhuys, ‘zelfs zijn dochters (iets ongehoords!) naar de Hollandse school’ (een school voor Europees lager onderwijs) ‘stuurde. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 218-221] 

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Raden Adjeng Kartini

De verschijning van de brieven, door Raden Adjeng Kartini gericht aan hare Europeesche vrienden tusschen 1899 en1904, heeft gewerkt als een electrische schok, niet alleen in Indië, maar ook hier te Lande. Het leed door haar gedragen, is gevoeld door duizenden, die zich tot plicht hebben gesteld verbetering te brengen in de toekomst der jongere en oudere meisjes behoorende tot de inheemsche maatschappij van Indië. Het wachtwoord voor die verbetering was door Kartini zelve aangegeven: opvoeding en onderwijs, ontwikkeling van geest en gemoed, medewerking der vrouw aan de belangen van het algemeen, eerbiediging der persoonlijke vrijheid in het huwelijksleven. Vóór alles scholen, waar de meisjes de noodige kennis zouden kunnen verwerven; zij vooral die krachtens den wil harer ouders niet gezamenlijk met jongens mogen schoolgaan.

 

 

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Kardinah Kartini RoekminiILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Inlandsche meisjesscholen 1ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Inlandsche meisjesscholen 2ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Inlandsche meisjesscholen 3

     ↑ Kardinah, Kartini en Roekmini. ↑

Pogingen, in 1900 en 1901 in het werk gesteld om Inlandsche meisjesscholen op te richten hadden schipbreuk geleden. Niemand betreurde dit meer dan Kartini. Zij wanhoopte echter niet aan den eindtriomf. En zelve sloeg zij de handen aan het werk, eerst te Japara met hare zusters, later te Rembang, nadat zij gehuwd was met den Regent aldaar, om jonge meisjes om zich te verzamelen en haar de eerste beginselen van kunde bij te brengen.
Lang heeft dit niet mogen duren. Helaas reeds in 1904, nu juist 12 jaren geleden, stierf Kartini plotseling, vijf dagen nadat zij het leven had geschonken aan haar eerste kind. [Nederlandsch Indië oud & nieuw-1, 305-306] 


Ernest Douwes Dekker / Dr. Danudirja Setiabudi (1879-1950)
.

Douwes Dekker

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Ernest Douwes Dekker Dr Danudirja Setiabudi

In Bandung woonde en werkte lange tijd E. F. E. Douwes Dekker, Multatuli's achterneef, die zoveel heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van het vakonderwijs, en tot de bewustwording van Indonesische intellectuelen.
[Haasse – Krassen op een rots, 123-124] 

Douwes Dekker kende dit land en de psyche van de bevolking. Hij had vele Indonesische vrienden, onder wie de jonge Soetomo, die aan de School voor Opleiding van Inlandse Artsen studeerde, in 1908 een der oprichters was van de vereniging Boedi Oetomo (Het Schone Streven), en in later jaren de bekende Moehammadijah-leider te Soerabaia en oprichter van de Partai Boeroeh Indonesia werd.
[Koch - Verantwoording, 42-44] 

Te Bandoeng overleed op 29 augustus 1950 in zijn woning aan de Lembangweg E. F. E. Douwes Dekker, kleinzoon van. Multatuli's broer Jan, die in de oosthoek van Java tabaksplanter was geweest. Dat einde, op zeventigjarige leeftijd, sloot een veelbewogen en moeilijk leven af; hij had in de nationalistische beweging op Java jarenlang een belangrijke rol gespeeld en zijn naam was op veler lippen geweest.
[Koch – Batig slot, 118, 128-129] 


Haji Umar Said Cokroaminoto (1883-1934).

Cokroaminoto

De Sarekat Islam, de Islamitische Nationale Beweging (omstreeks 1912 in Solo opgericht, met de bedoeling de belangen van de Javaanse batikhandelaren te beschermen tegen de toenemende concurrentie van kooplieden uit China en India), groeide onder leiding van Umar Said Tjokroaminoto aanvankelijk uit tot een beweging ter bevordering van de sociale belangen van de kleine man.
[Haasse – Krassen op een rots, 106] 

Op de conferentie werd met verscheidene afgoden der Inlandsche beweging gebroken. Zoo werd van Tjokro Aminoto gezegd, dat hij een aartsdobbelaar was, enz., terwijl ook omtrent Tjipto, en anderen verschillende staaltjes werden gemeld. De landvoogd maakte o.a. de opmerking: ‘Is dat alles nu wel waar?’ De algemeene indruk , dat de landvoogd inzake de Inlandsche vereenigingen, ondanks de duidelijke taal van de residenten toch zijn eigen inzicht blijft handhaven.’ [De Taak, 3, 99] 


Haji Agus Salim (1884-1954).

Agus Salim

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Haji Agus Salim

En een weinig talrijke links gerichte groep, waartoe de heer Hassan Djajadiningrat, hadji Agus Salim en ook Cramer en ik behoorden, zag in, dat met behoud van het overheersingsbeginsel geen compromis tussen de verlangens der nationalisten en die der koloniale Europeanen mogelijk zou zijn,
[Koch - Verantwoording, 101, 103] 

Hadji Agoes Salim werd ongeveer terzelfdertijd hoofdredacteur van de ‘Neratja’, een Maleis dagblad, bij de uitgifte waarvan de regering financieel geïnteresseerd was. Beide bladen werden als spreekbuizen van de regering beschouwd: de G.G. hechtte er waarde aan, dat zijn maatregelen en bedoelingen zowel aan het Indonesische als aan het Nederlandse publiek duidelijk gemaakt zouden worden.
[Koch - Verantwoording, 112-113] 

Zijn oordeel was altijd wel overwogen: en als hij, met zijn levendige geest en scherp intellect, een vraagstuk besprak, dan viel op hoe hij het van alle kanten bekeek en elke mogelijkheid van oplossing proefde. Hij was een man van grote, nobele verdraagzaamheid, een wijsgeer in de beste, ruimste zin van het woord.
[Koch – Batig slot, 130-131] 


Raden Dewi Sartika (1884-1947).

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Raden Dewi SartikaGeen schoolkennis alleen wilde zij daar onderwijzen, neen, meisjes moesten worden uitgerust met al die kundigheden, welke haar te pas konden komen in haar huwelijk, welke haar in staat zouden stellen betere huismoeders te zijn. De resultaten van dit – eerst zeer bescheiden – pogen waren zóó gunstig, dat de school weldra een groote vermaardheid kreeg; niet alleen in Bandoeng en de Preanger, maar ook ver daar buiten. [Indië, geïllustreerd weekblad, 6, 511-514] 

Als voorbeeld kan strekken de reeds sedert 1903 bestaande Raden Dewi-School te Bandoeng en de onlangs door den Regent en de Raden-Ajoe te Tegal opgerichte huishoudschool. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-1, 309-310] 

←Te Bandoeng werd de Zilveren Ster van Verdienste uitgereikt aan Raden Dewi Sartika, hoofd van de Sekolah Kaoetamaän Istri. [Het Indische Leven, 4-14, 271] 


Cipto Mangunkusumo (1886-1943).

Cipto Mangunkusomo

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Cipto Mangunkusumo

Het was vooral de principieel en zuiver denkende Tjipto die hem won voor het denkbeeld van de non-coöperatie: politiek-aktieve inheemsen dienden zich verre te houden van elke vorm van deelneming aan de vertegenwoordigende organen welke het koloniaal gezag in het leven had geroepen, en ook verder in geen enkel opzicht aan dat gezag steun te verlenen. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 322-324] 

Tjipto was een der oprechtste figuren uit de nationalistische beweging, een door en door eerlijk man, die de reputatie genoot niet te kunnen liegen. Een idealist, die zich door het leed van zijn volk bij de keel gegrepen voelde en zijn medische kennis beschouwde als een middel om zijn landgenoten te helpen. Hij was uiterst bescheiden en vrij van alle eerzucht. Hij leefde in bijna armoedige omstandigheden: bemiddeld is hij nooit geweest.
Tjipto werd in April 1927 verbannen en op Banda Neira geïnterneerd.
[Koch - Verantwoording, 192-193] 

Nu is dr. Tjipto een van die ‘die-hards’, waar ik wel eens wrevelig bij word.
[Walraven – Brieven, 829-830] 


Dr. Sutomo (1888-1938).

Sutomo

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Dr Sutomo

Om doelgericht actie te kunnen voeren was kennis en begrip voor de vraagstukken waarmee geworsteld moest worden, onontbeerlijk. Soetomo richtte zijn Indonesische Studieclub op, die open stond voor ieder die tot medewerking bereid was, ook voor leden van Boedi Oetomo, de Sarekat Islam en de communistische partij. Hij werd voorzitter, en onder zijn energieke leiding werd de club een van de belangrijkste centra van politiek-sociaal leven in Oost-Java.
[Koch – Batig slot, 139-140] 

Soetomo was trouwens geen man voor het fijnere politieke spel met zijn knepen en intriges. Voor zijn gemoedsrust was het goed dat hij zich tot zijn opbouwende sociale arbeid te Soerabaia en zijn pogingen om eenheid te brengen in het nationale streven kon bepalen. Daarmee had hij succes. Opgericht werd in 1930 de Persatoean Bangsa Indonesia, die een gematigde politiek voerde en zich vooral op sociaaleconomisch gebied bewoog: zij stichtte een vrouwentehuis, een weefschool, een polikliniek, studententehuizen, kredietcoöperaties. In 1932 ontstond een overkappend orgaan, de Kahoeripan, een Indonesische Kamer van Koophandel en Nijverheid, een Bank Nasional Indonesia, een coöperatie van prauwenvoerders, inkoopcentrales voor verkoopcoöperaties, boerenbonden, die aangesloten werden bij de Roekoen Tani. Dit was werk naar zijn hart; hij was de ziel van dit alles.
[Koch – Batig slot, 142-143] 


Ki Hajar Dewantara (1889-1959).

Dewantoro

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Ki Hajar Dewantara

De gewezen Soewardi, die eens met E.F.E. Douwes Dekker werd verbannen. Onder de naam Ki Hadjar (wat zoiets betekent als geleerde vader) Dewantoro staat hij thans aan het hoofd van de Taman Siswo-scholen die een onderwijs beogen, niet op westerse maar op oud-javaanse grondslag.
[Du Perron – Verzameld Werk VII, 412, 426] 

De Indonesiërs die, als dr Tjipto Mangoenkoesoemo en de heer Soewardi Soerjaningrat, tot de partij van Douwes Dekker toetraden behoorden tot de verst zienden. Maar de Sarekat Islam van Raden Oemar Tjokroaminoto kreeg onmiddellijk na haar oprichting, medio 1913, in Midden-Java een groot aantal leden.
[Koch - Verantwoording, 73-74] 

Dewantoro was minister van Onderwijs in het eerste kabinet van de Republiek.


Dr. Mohammad Hatta (1902-1980).

Hatta

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Dr Mohammad Hatta

← Het bestuur van de Perhimpoenan Indonesia – foto uit ± 1930. 2de van links Hatta.

Op 25 oktober [1908] kwamen om twee uur ’s middags op een studentenkamer in Leiden vijftien Javanen, Ambonezen en Sumatranen bijeen om de Indische Vereniging op te richten. De vereniging had ten doel ‘het bevorderen der gemeenschappelijke belangen van de Indiërs in Nederland, en voeling houden met Nederlands-Oost-Indië’. Onder ‘Indiërs’ verstond men ‘de inheemse bewoners’ van de Indonesische Archipel. Hoewel de Indische Vereeniging – vanaf 1925 bekend onder de Maleise vertaling Perhimpoenan Indonesia – aanvankelijk vooral een gezelligheidsvereniging was, kan de oprichting in 1908 als beginpunt gelden van Indonesische politieke organisatie in Europa. De organisatie was niet alleen van belang voor de ontwikkeling van antikoloniaal denken in Nederland maar ook voor de vorming van de nationalistische beweging in Nederlands-Indië zelf. Veel leden verwierven later vooraanstaande posities binnen verschillende Indonesische politieke organisaties en in het postkoloniale Indonesië. Mohammad Hatta, die jarenlang voorzitter was van de Perhimpoenan Indonesia, werd bijvoorbeeld de eerste vicepresident van Indonesië en voormalige leden als Soetan Sjahrir, Ali Sastroamidjojo en Mohammed Nazir Datoek Pamontjak kregen posities als premier, minister of ambassadeur. [Wereldgeschiedenis, 480-485] 


Ga bij het verlaten van het museum rechtsaf en volg de Jl Abdul Rachman Saleh (Hospitaalweg).
Steek de Jl Prapatan over en ook de Jl Kwitang.

Defensie-lijn

G.-G. Van den Bosch ontwierp in opdracht van de regering begin 1800, vlak voor de komst van Daendels, een plan ter verdediging van het nieuwe Batavia. De 'Defensie lijn van den Bosch' liep van (west van het museum) Jl Kesehatan - Jl Am.Sangaji -Jl Zainul Arifin -Jl Wirryopranoto -Jl Samanhudi -Jl Angksa - Jl Bungur Besar -Jl Stasiun Senen – Jl Kramat Bunder - Jl Prapatan/Kwitang. De in dat traject aangelegde verdedigingsgracht is nog te herkennen aan het midden plantsoen van deze weg.

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih verdedigingsgrachtAls ik mij goed herinner, deed dienzelfde morgen het gerucht de ronde, dat het kamp Kramat door pemoeda’s zou zijn aangevallen. Ik hoorde het op ‘Public Relations’ en kon nog juist bij drie andere journalisten instappen, die er heen reden. We hadden het Koningsplein nog niet achter ons toen we reeds op ondefinieerbare wijze het gevaar om ons heen voelden. De straten schenen merkwaardig leeg; hier en daar schuilden achter een muurtje Indonesiërs en ook enkele blanken, die de zaak niet vertrouwden. Op Parapattan liepen we vast; ’n groepje soldaten, zoowat vijftig meter voor ons uit, zwaaide nadrukkelijk met de armen, dat wij terug moesten. Wij stopten en merkten daarbij, dat de waarschuwing niet overbodig was geweest: in een laantje aan onze linkerzijde holden enkele jonge Indonesiërs met karabijnen zenuwachtig heen en weer,
[Fabricius – Hoe ik Indië terugvond, 88-89] 


Links: GKI: Gereja Kristen Indonesia Kwitang. (Gereformeerde Kerk Kwitang – 1925 verbouwd, Wiemans-Abel-Pichel).

Kwitangkerk

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Gereformeerde Kerk Kwitang

In het jaar 1873 zond de Christelijk Gereformeerde Zendingsvereeeniging in Nederland den zendeling E. Haan naar Indië, met de opdracht aldaar uit te zien naar een voor hem passend arbeidsveld. Haan vestigde zich voorloopig te Batavia en knoopte connecties aan met Europeanen en Indo-Europeanen en hield des Zondags voor dezen een kerkdienst. Zoodoende ontstond de Gereformeerde zendings-gemeentete Kwitang. [De Locomotief, 9 Juli 1917]

Het huisje van Tuhasela was al spoedig te klein en bovendien was het in de regentijd haast onbereikbaar. Daarom werd al vrij spoedig een kerkje aan de grote weg van Kwirtang gebouwd en van dat ogenblik af waren in Batavia Kwitang en Gereformeerd synoniem. [Gereformeerde Kerken, 18-20, 21] 


Steek weer over en ga linksaf Jl Prapatan (Parapattan).

De Jl Kwitang en Jl Prapatan zijn beide – zoals zo veel straten – genoemd naar kampongs die respectievelijk ten zuiden en noordwestelijk van deze wegen lagen.


Rechts: 26 (Paul Krugerschool I).

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Paul Krugerschool I[...] maar wel werd op 1 juli 1903 een Christelijke Europese school in gebruik genomen in een verbouwd woonhuis tegenover de kerk aan Parapattan. De nieuwe school werd genoemd naar de door Wijers zo hoog vereerde [streng gereformeerde] Paul Kruger, die door de “Britse luipaard” zo gemeen was behandeld. Op de openingsdag hield de praeses van de kerkeraad (de school ging uit van de Kwitangkerk) een geestdriftige rede, waarin Paul Kruger vooral aan zijn trekken kwam. Ieder die een rijksdaalder wilde storten, mocht mee het telegram aan de oude balling tekenen. Aan het slot van zijn rede, die in haar geheel in een feestnummer van “De Getuige” werd opgenomen, verrichtte hij de officiële opening met de woorden, die ik weergeef zoals ik ze vond. IN DE NAAM VAN HEM DIE IS EN DIE WAS EN DIE KOMEN ZAL OP DE WOLKEN DES HEMELS HEM DIE DAAR RIJDT OP HET WITTE PEERD OVERWINNENDE EN OPDAT HIJ OVERWON VERKLAAR IK DE PAUL–KRUGER –SCHOOL TE BATAVIA GEOPEND. [Gereformeerde Kerken, 72-73] 


Links

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih electrische klokDonderdag, 16 maart [1944]
De berichten over de ongeregeldheden in het gebied van Tasikmalaja zijn ook tot de hoofdstad doorgedrongen en hebben daar – volgens berichten van reizigers – onder de bevolking opzien gebaard. Enige nachten geleden plakten onbekende Indonesiërs de volgende leuze op de ruiten van de electrische klok tegenover Toko Delice op Parapattan: 'Nippon mesti mati, kita lapar!', (Nippon moet dood. Wij lijden honger!). Hoewel de opruiende affiches natuurlijk direkt door de Kenpeitai werden verwijderd, zijn zij toch door velen gelezen.
[Bouwer – Het vermoorde land, 243] 


Rechts: 40 – Militer: Korps Marinir (Commandant der Zeemacht en Hoofd van het Dept. der Marine, Vice-Admiraal C. Helfrich.)

Zeemacht

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Commandant der Zeemacht

Elke familie, welke daarvoor in de termen viel, werd aangeklampt om requisieten ter leen af te staan voor een in studie genomen tooneelstuk. Het heugt me nog als den dag van gisteren, hoe, om slechts een voorbeeld te noemen Mevrouw S.J. Dunlop-van Oosterzee mij toe stond, al wat ik noodig had voor de aankleeding van ‘De Muis’ uit haar schitterend ingerichte woning (thans het huis van den vice-admiraal) op Parapatan weg te halen. Zij was juist uit Parijs teruggekeerd en had kostbare nouveautés in style fin de siècle meegebracht, waarvan de Parijsenaar George de Feure de uitvinder was. Spottenderwijs werd deze stijl in meubelen, stoffen, bijoux en nijverheidsartikelen vermecellistijl genoemd.
[Ido – Indië in den goeden ouden tijd II, 100-101] 


Ga de brug over de Kali Ciliwung over.

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Kali CiliwungWat is er reeds lang veranderd en wat is bezig te veranderen? Er zijn nieuwe, dure hotels aan het oude Molenvliet verrezen en bij de Berlagebrug op Kwitang wonen bedelaars als holbewoners. Er zijn onofficiële asylen in loods A van Pasar Senen, onder de bruggen van Tanah Abang en in de voorgalerij van de Harmonie.
[Robinson – Piekerans van een straatslijper, 21-22] 

Alzoo werd Vinck in 1735 Landdrost. Hetzelfde jaar kreeg hij van de Regeering vergunning om pasars aan te leggen op zijne landen Tanahabang en Weltevreden, en deze met elkaar te verbinden door een weg en eene brug over de kali, namelijk den tegenwoordigen weg Kampong Lima [Jl Wahid Hasyim], de Parapatanbrug en den weg van hier tot de Kramatbrug, waar hij den Grooten Zuiderweg bereikte (Goenoengsari, Pasar Senen, Kramat enz.). Vandaar dat Pasar Senen later wel de Vinkepasser heet. [Oud Batavia I, 405-406] 

Een weg waarvan het jaartal vaststaat, is nog die van Tanahabang door Kamponglima over de Parapatanbrug naar Senèn, die in 1735 samen met die brug en de beide pasar’s aan zijne uiteinden werd ontworpen door Justinus Vinck, wiens naam daaraan echter nooit verbonden is gebleven. [...] De Parapatanbrug schijnt in 1818 de “brug van Panjerang” te heeten. De kampong Parapatan namelijk heette ook Pangarangan of Pangeragan of Pangarengan. [Oud Batavia I, 444] 


Links: Standbeeld.

Landbouwer

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Standbeeld 1ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Standbeeld 2Hoog oprijzende monumenten, die Russisch aandoen in hun verheerlijking van ideaal menselijk fysiek. Atletische vrijheidsstrijders, waarin men nauwelijks meer de tenger gebouwde Javaan herkent, stormen hemelwaarts of krijgen van een nederig dienende Sarina de welverdiende schaal rijst gereikt.
[Fabricius – Een reis door het nieuwe Indonesië, 18] 

De veranderingen werden echter in den beginne niet altijd door het Javaansche kleine-volk gewaardeerd; deze kleine landbouwers waren ultra-conservatief en gehecht aan alle antieke traditie; in den laatsten tijd echter leerden zij hun gunstiger modernen toestand waardeeren.
[Couperus – Oostwaarts, 166-167] 



Steek de Jl Ridwan Rais over (Parapatan Gambir).
Ga rechtdoor: Jl Kebon Sirih (Kebon Sirih).

Kebon Sirih

Nauwelijks waren deze voorstellingen achter den rug, of het bericht bereikte ons, dat Willem Royaards als declamator naar Indië zou komen. Dat werd terecht als een evenement beschouwd. Royaards, had met zijn machtig talent van voordragen heel Nederland veroverd en ook als tooneelspeler naam gemaakt, bepaaldelijk in de beide stukken van W.C. van Nouhuys: ‘Eerloos’ en ‘het Goudvischje’. Men kan begrijpen hoe juist ons clubje, de aanstaande komst van den begaafden kunstenaar met de levendigste belangstelling tegemoetzag. Van Nouhuys zelf had mij geschreven en verzocht , in het Bataviaasch Nieuwsblad Royaards bij de lezers te introduceeren, en ook van Royaards ontving ik brieven. Hij kwam en logeerde bij Rudolph du Mosch (indertijd een der chefs van Mainz en Co.) op Kebon Sirih, waar ik hem volgens afspraak mijn opwachting zou maken.
[Ido – Indië in den goeden ouden tijd II, 152-154] 

[Het is helaas niet bekend waar Rudolph du Mosch woonde.]


Rechts: (Het is moeilijk aan te geven waar het oude nr. 24 heeft gelegen).

Hotel Hoving

Vóór WO II was op nr. 24 Hotel Hoving v/h Hoekstra gevestigd.
De Overseas Broadcasting Service begon haar activiteiten in een kantoor op Kebon Sirih 24 te Djakarta. Na verloop van tijd werden binnen deze dienst twee afdelingen zichtbaar, een monitor- of luisterdienst die berichten van buitenlandse tenders opving en redigeerde en een programma-afdeling waar uitzendingen werden voorbereid. De laatste afdeling werd nog in 1942 geleidelijk overgeplaatst van Kebon Sirih 24 naar Tanah Abang West 24. In maart en april 1943 moest het Europese personeel ervan in een kamp bij het Tanah Abang-kantoor gaan wonen.
[Jansen – In deze halve gevangenis, xx-xxi]  


Rechts: no. 40 (Flatgebouw van de Nederlandse Ambassade (1956). Voordien Algemeen Secretaris van het Gouvernement van Nederlandsch-Indië.)

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Nederlandse AmbassadeHoe zijn die ontboezemingen van Dee erin terechtgekomen? Zaten ze tussen de papieren uit het huis van mevrouw Mijers, die Non lukraak heeft verzameld en meegenomen toen ze weg moest? Ik kan niet geloven dat Non die bewaard zou hebben als zij gelezen had wat Dee schreef. Maar misschien las zij het wel, en heeft zij de bedoeling gehad mij Dees verraad (want zo voelde ik het toen) te laten ontdekken wanneer ik ooit de kist in mijn bezit zou krijgen. In 1952 was het me niet mogelijk het zware meubelstuk zelf mee te nemen naar Nederland. Ik liet het bij Non achter, ingepakt voor verzending per schip.
Nooit ben ik erin geslaagd te achterhalen aan welk toeval of misverstand het te danken is geweest dat die kist na jaren van verbroken postverbindingen met Nederland (hij bleek ook een tijdlang als zoek geraakt beschouwd te zijn) tenslotte in 1963 terecht kwam bij de toen herstelde Nederlandse vertegenwoordiging in Jakarta. Vandaar is hij me toen toegestuurd. Heeft iemand hem ooit uitgepakt en geopend? De sleutel zat, in een zakje, vastgenaaid aan de omhulling van jute.
[Haasse – Sleuteloog, 130-131] 


Rechts: no. 46 (Eind jaren dertig was hier Uitgeversmaatschappij Noordhoff-Kolff gevestigd.)

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Uitgeversmaatschappij Noordhoff KolffEen dag vol emoties. De huiszoeking in de mess op nr. 46 was vanmorgen in alle vroegte begonnen. Toen ik er langs fietste zaten alle bewoners in pijama's en badjassen voor de deur en meer dan 30 armen wuifden de hoogte in. [...] De menschen mochten niet in de keuken en lieten in de tuin eten van Thay Thong [Laan Holle 15, Restaurant Tay Tong] komen. Er werd gezocht naar wapens. Zakmessen werden meegenomen, maar keukenmessen niet aangeraakt. Veel brieven werden meegenomen. Omdat iedereen vooruit gewaarschuwd was ten slotte niets compromitteerends, in hoofdzaak oude familiebrieven en foto's, die nu door Indonesische jongens 'onderzocht' zullen worden en natuurlijk nooit teruggegeven. Het duurde tot 5 uur 's middags voordat alles klaar was.
[Jansen – In deze halve gevangenis, 126] 


Ga terug en rechtsaf: Jl Jaksa (Gang Djaksa)

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Gang DjaksaToen ik de Jalan Jaksa betrad dankte ik de hemel hier niet te zijn terechtgekomen voor mijn eerste onderdak. Een smalle straat met aan weerszijden een diepe goot waarover blokken cement waren gelegd, hetgeen moest dienen als trottoir voor de voetganger. Maar tussen de blokken gaapten hiaten waardoor je drabbig stilstaand water zag met allerlei eng vuil erin, en in het cement zelf zaten ook grote en kleine gaten, het was erg voorzichtig lopen.
[Ferguson – Nu wonen daar andere mensen, 34] 

Als Amat ’s avonds op het trottoir wandelend plotseling in een openstaand riool dondert (elk ander woord is per sé misplaatst), kruipt hij kreunend weer op God’s eigen straat en prevelt enkele koranspreuken tot dank voor het genadig behoud van zijn botten.
[Robinson – Piekerans van een straatslijper, 41-43] 
De Djakartase straat is werkelijkheidsfilosofie in beeld: opbouw en afbraak broederlijk naast elkaar, het nieuwe leven naast de stoffelijke overschotten van het oude.
[Robinson – Piekerans van een straatslijper, 43-44] 


Ga linksaf: Jl Wahid Hasyim (Oude Tamarindelaan)

ILW Jakarta 9 Senen Kebon Sirih Oude TamarindelaanDr. C. Snouck Hurgronje: Als kenner van den Islam heeft hij wereldberoemdheid en met den Duitscher Goldziher is hij de grondlegger van de moderne Islamwetenschap. Hij werd in 1927 hoogleeraar te Leiden, waar hij thans nog woont. Ik heb hem gekend en bezocht toen hij hier in het begin van Kampong Lima ( thans Oude Tamarindelaan) een klein huis had betrokken.
[Ido – Indië in den goeden ouden tijd II, 171-172] 

Alzoo werd Vinck in 1735 Landdrost. Hetzelfde jaar kreeg hij van de Regeering vergunning om pasars aan te leggen op zijne landen Tanahabang en Weltevreden, en deze met elkaar te verbinden door een weg en eene brug over de kali, namelijk den tegenwoordigen weg Kampong Lima [Jl Wahid Hasyim], de Parapatanbrug en den weg van hier tot de Kramatbrug, waar hij den Grooten Zuiderweg bereikte (Goenoengsari, Pasar Senen, Kramat enz.). [Oud Batavia I, 405-406] 


Kruispunt Jl Cokroaminoto, Jl Wahid Hasyim en Jl Johar (Javaweg, Oude Tamarindelaan en Djoharlaan).

Ik zag laatst om een uur of twee een loodzware handkar vol bamboes’s tot staan komen bij het knooppunt van Javaweg, Oude Tamarindelaan en Djoharlaan. In de schaduw van de sengons was geen plaats meer. Dus stonden ze in de smeulende zon. De twee kerels dropen van zweet en één ging op zoek naar een billijke hap eten en een koele dronk .Het geluk scheen op hen te hebben zitten wachten: een waroenghoudster had een halve bakoel rijst van de vorige avond over, basi al, maar voor de twee magere scharminkels van de bamboekar was dit een portie manna uit de hemel. De rijst werd op twee pisangblaren onder de kar uitgestort en maakte daar een torentje van een paar handbreedten hoog. De eters zetten zich tegenover elkaar aan dit torentje neer met een oud en gebutst Bug-a-boo-blik met drinkwater en begonnen dan te eten. Niet schrokkerig of onmatig, maar met bedaarde, zorgvuldige ‘soeaps’ in één ruk door tot de bladeren schoon waren. Ja juist, rijst met rijst en nul couverts. Met het laatste restje water werden de vingertoppen gewassen, de bladeren werden weggeworpen en voldaan en verzadigd strekten de heren zich in hun volle lengte onder de kar uit, schoven de kopiah over de ogen, en vielen in slaap.
[Robinson – Piekerans van een straatslijper, 46-47] 


Ga rechtdoor: Jl Johar (Djoharlaan).
Ga rechtsaf: Jl Kemiri (Kenarilaan).
Links: 13 (Hier was vóór WO II het Secretariaat van het Java-Instituut gevestigd.)

Java-Instituut

Het Java-Instituut te Batavia stelt zich ten doel de ontwikkeling van de inheemsche cultuur van Java, Madoera en Bali te bevorderen. Het secretariaat is gevestigd te Jogjakarta (Gondolojoe 14). [Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 475-476] 

Het Java-Instituut, daartoe in staat gesteld door een bijdrage uit het 25-millioenfonds, richt in Jogja, in aansluiting tot zijn museum Sana Boedaja, een kunstambachtschool op, voorlopig alleen voor hout-, zilver- en koperbewerking. [Locale Techniek-7-6, 178]