Laatste waarnemingen zijn gedaan in 2016.
De wandeling in PDF formaat.

Begin van de wandeling: Jl Sedap Malam (Sedep Malemweg) op de hoek van de Jl Walikota Mustajab – Jl Gubeng Pojok (Ondomohenweg).
Rechts: op de hoek.

ILW Surabaya 2a Stadhuis Jaarmarkt Woning van de burgemeesterDe ambtswoning van de Burgemeester (1928-29, Citroen) heeft een vloeroppervlak van 67x50 meter.

Het was ook na 1916 dat het door de Gemeente aangekochte en in exploitatie genomen terrein Ketabang, groot 100,4 ha voor woningbouw werd opengesteld. Thans is dit terrein bebouwd volgens een stedenbouwkundig plan van C. Citroen.
In het wegenplan vallen direct op de breede Canalaan [Jl Kusuma Bangsa] en de Ketabang boulevard [Jl Jaksa Agung Suprapto].
De verlengging van de Canalaan tot het kruispunt Kallianjar-Oendaän Koelon zal nodig blijken. Ketabang wordt, doordat daarop terrein werd gereserveerd voor het Raadhuis, de H.B.S., de Jaarmarkt, de Burgemeesterswoning en de woning van den Marine-commandant meer en meer een middelpunt. [Nieuw Soerabaia, 12] 


Links: Walikota (Raadhuis 1925-‘27, Citroen).

Gemeentehuis

ILW Surabaya 2a Stadhuis Jaarmarkt Walikota

Soetomo had zich door zijn energieke en doelbewuste arbeid een plaats in de Soerabaiase gemeenschap veroverd. Hij was geen non-coöperator en toen hij in de eerste helft van 1927 tot lid van de gemeenteraad benoemd werd, accepteerde hij deze zetel, in de hoop, daar ten bate van zijn volk praktisch werkzaam te kunnen zijn. Ruim een jaar later trad hij, met drie geestverwanten, weer uit de raad, naar aanleiding van een wethouders benoeming waartegen zij krachtig, doch zonder succes, geopponeerd hadden. De vruchteloosheid van dit verzet maakte hun duidelijk, dat de samenstelling van de gemeenteraad, waarin een beperkt aantal zetels voor Indonesiërs gereserveerd was en waar zij altijd in de minderheid zouden zijn, dermate ondemocratisch was dat wat zij wilden ieder ogenblik door een Europese meerderheid kon worden belet. Dat was geen samenwerking en zij bedankten er voor.
[Koch – Batig slot, 140-141] 


Ga rechtsaf Jl Jimerto (Djimertoweg).
Ga linksaf Jl Wijaya Kusuma (H.B.S. straat).
Rechts: 48 SMA Negeri 3.

ILW Surabaya 2a Stadhuis Jaarmarkt HBS AMSH.B.S. – A.M.S. (1923, BOW – Gerber)
Het genoemde ‘gymnasium’ [in Batavia] werd weldra omgezet in een hoogere burgerschool, geheel overeenkomend met Thorbecke’s gelijknamige inrichtingen in Nederland. Andere H.B.S.'en volgden in 1875 en 1877 te Soerabaja en Semarang. [Insulinde, 170] [Nieuw Soerabaia, 335-336] 
Na wat onwennigheid in de eerste dagen begin ik al snel Surabaja weer terug te kennen en maak lange tochten te voet. De vroegere gouvernements-HBS (zeer vervallen), waar we prikken tegen de pest haalden, als er weer eens epidemietje op uitbreken stond, via de vroegere Cannalaan (met de Passar Malam, nu THR geheten) naar mijn lagere school.
[Vervoort – Vanonder de koperen ploert, 125] 


Ga linksaf: Jl Pacar (Patjarweg).
Rechts: 17.

ILW Surabaya 2a Stadhuis Jaarmarkt ArmenischeILW Surabaya 2a Stadhuis Jaarmarkt St George kerkDe Armenische St. George-kerk, gelegen aan den Patjarweg op Ketabang. Op 9 October 1927 had de eerste steenlegging plaats van dit godsgebouw, dat ontworpen werd door H. Estourgie. Ongeveer twee maanden later, n.l. op 11 December 1927 werd de kerk ingewijd door Reverend V.S. Vardan. De kosten van het gebouw en den grond werden betaald uit fondsen, welke in de zeventiger jaren der vorige eeuw waren vermaakt door de Armenische dames, mevrouw Mariam Khatoen Arathoon en haar zuster mej. Thakouhia Manuk.
Tot het gebouwen-complex behoort, behalve kerk en pastorie, de Edgarhall en een school. De hall, welke men te danken heeft aan de gebroeders Edgar, werd in 1927 geopend. Men vindt er een vast tooneel voor schoolfeestjes en voorstellingen. De hall dient ook als bibliotheek en leeszaal. [Nieuw Soerabaia, 38] 


Ga rechtsaf Jl Supranto (Ketabang Boulevard).
Ga rechtsaf Jl Ambengan.
Links: 29 SD Ketabang 1.

ILW Surabaya 2a Stadhuis Jaarmarkt Europese lagere schoolDe Vereeniging tot bevordering van Gereformeerd Onderwijs heeft twee Europeesche lagere scholen: een op Tegalsarie en een aan den Ambanganweg (1930 – Rijksen). [Nieuw Soerabaia, 334b] 

Maar het waren Christelijke scholen, omdat h. i. de religieuze en zedelijke grondslag van het Christendom bij het onderwijs niet mocht ontbreken. Kennis en ontwikkeling zonder den rechten grondslag zijn gevaarlijke wapenen; alleen wanneer ze gepaard gaan met de vreeze Gods, brengen ze de maatschappij op beter peil.
Deze scholen werden zoo goed mogelijk ingericht, om te kunnen concurreeren met de onderwijsinrichtingen van het Gouvernement. Maar naast de gewone leervakken werd ook onderwijs gegeven in Bijbelsche geschiedenis. Van eenigen dwang, om Christen te worden, is hierbij echter geen sprake, evenmin als bij de medische Zending. Zonder aarzelen heeft de Geref. Zending de facultatiefstelling van het godsdienstonderwijs aanvaard, d.i. de leerlingen, die dat begeeren, worden van het godsdienstonderwijs vrijgesteld. [Indië, geïllustreerd weekblad, 5, 827] 


Ga terug naar de Jl Supranto en ga rechtsaf.
Rechts: Jl Kemuning (Kemoeningstraat).

Hij wist nog dat we daar in de Kemoeningslaan hadden gewoond en zei dat hij in diezelfde buurt had gewoond, in de Cannalaan. Ik liet niet merken dat hij uit mijn geheugenarchief was gevallen of om de een of andere reden daarin nooit was opgenomen. Hij bleek les te hebben gehad van de vioolleraar die in Soerabaja onze overbuurman was en we vonden een aanrakingspunt in de gedeelde herinnering aan mijn hond die in de voortuin ging zitten huilen van ellende wanneer de lessen begonnen. We hadden opeens veel om over te praten.
[Zikken – Landing op Kalabahi, 182-183] 


Ga de 4de straat rechtsaf Taman Kusumabangsa (Cannaplein).

Mijn onwettige vader Willem Nolan was als Indo-Europeaan geboren in Djember en had zijn rechtenstudie in Nederland gevolgd. Als advocaat hield hij kantoor ergens aan het Rozenplein in Soerabaja.
[Birney – Tolk van Java, 87-88] 

Het Rozenplein is de samensteller niet bekend, wel de Rozenstraat, de huidige Jl Telasih. Deze straat ligt in de noordoosthoek van het Taman Kusumbangsa.


Links: Taman Makam Pahlawan.
Op het meest westelijk gelegen gedeelte van het ereveld liggen de strijders die in de gevechten in 1945 zijn omgekomen. Van een groot aantal is de namen niet bekend. 

Zoo weet ik
Dat een glanzende tijd zal komen
Omdat ik de geur der overwinning ruik.
[Hanka in: Indië – Indonesië, 72] 

ILW Surabaya 2a Stadhuis Jaarmarkt Militaire begraafplaatsOp Oost-Java kwam het eind oktober [1945] tot grote gevechten in Soerabaja. Een Brits-Indische brigade van ca. drieduizend man landde er op de 25ste, eiste door middel van luchtpamfletten dat de Indonesiërs hun wapens zouden afgeven – drie dagen later braken gevechten uit. Daags daarna, 29 oktober, wisten Soekarno, Hatta en Sjarifoeddin te bereiken dat de wapens rustten. Niet lang! Toen Soekarno op de 31ste in een radiotoespraak op handhaving van de orde aandrong, waren alweer gevechten uitgebroken. Op 9 november arriveerde de Britse zware kruiser ‘Sussex’. De nieuwe Britse commandant stelde opnieuw de eis dat de wapens zouden worden ingeleverd – dat werd opnieuw geweigerd en Soerabaja, waar de Britten troepen ter sterkte van een divisie inzetten, was vervolgens drie weken lang het toneel van bloedige gevechten waarbij de Indonesische strijdgroepen naar schatting zesduizend man verloren. Soerabaja moesten zij prijsgeven maar hun strijdlust was niet gebroken. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 12, 709-710] 

Maar de eerste helft van 1949 was zonder meer de fase met de meeste doden van het hele conflict. Toen doodden Nederlandse troepen naar schatting 47.000 tegenstanders, maakten ze 40.000 krijgsgevangenen en vernietigden ze 11.000 vuurwapens en meer dan 500 ton munitie. Nederland zelf verloor in die periode 1200 manschappen, bijna de helft van alle in een actie gedode soldaten van de hele oorlog. Van half december 1948 tot half augustus 1949 verloor de Republiek dus gemiddeld 196 mensen per dag en Nederland 5.
[Reybrouck – Revolusi, 470-471] 


Recht vooruit: Tech Mall – Taman Hiburan Rakyat (het terrein van de Soerabajasche Jaarmarkt).

Meer informatie

De eerste jaarmarkt in Nederlandsch-Indië werd in 1905 te Soerabaia georganiseerd door den toenmaligen Controleur J.E. Jasper, daartoe in staat gesteld door financieele hulp van de Regeering; hoofddoel was daarbij de bevordering van de Inlandsche nijverheid. Deze jaarmarkt was een succes en leidde tot een belangrijk grooteren opzet in het daarop volgende jaar, wederom met financieelen steun van de Regeering. [Nieuw Soerabaia, 257-265] 

Inmiddels wordt in 1910 te Soerabaja de eerste Inlandsche meisjesschool voor verder gaand onderwijs, ook in het Nederlandsch, opgericht. De grondslag voor de financiën dier school vormde een ruim batig saldo van de Soerabajasche Jaarmarkt, dat op initiatief van den assistent- resident Jasper, de ziel van het Jaarmarkt-Comité, ten nutte van den Inlander zou worden besteed. Deze school kreeg den naam Mardi-Kenja, d.i. Tot nut der jonge vrouwen. [Indië, geïllustreerd weekblad, 7, 677] 

Soerabaia meent echter, dat het oogenblik gekomen is om in 1923 daar ter stede een jaarbeurs te organiseeren. Blijkens een aan een commissie verstrekte opdracht zal nagegaan worden of met de Regeering en met de bestaande jaarbeursvereeniging overeenstemming te krijgen is, om door een ‘proef’ te laten uitmaken of Soerabaia zich niet meer dan Bandoeng voor een beursstad eigent, terwijl bij mislukking der onderhandelingen bestudeerd zal moeten worden, hoe de bestaande Passer Malem geleidelijk tot jaarbeurs zal kunnen uitgroeien. [Indië, geïllustreerd weekblad, 6, 495-497] 

Besprekingen met het Soerabajasche Comité hadden er echter toe geleid, dat de gegronde verwachting mocht worden gekoesterd, dat eene oplossing zou worden gevonden in dien zin, dat te Soerabaja een jaarmarkt – geen jaarbeurs – zou ontstaan en dat het jaarbeurswezen in één hand zou blijven n.l. in die van de bestaande Bandoengsche vereeniging. [Indië, geïllustreerd weekblad, 6, 635] 

Verschillende passers malem werden hier in den loop der jaren voor liefdadige doeleinden op initiatief en met medewerking van vooraanstaande Chineezen gehouden; zij zijn feitelijk te beschouwen als voorloopers van de in 1923 opgerichte Jaarmarktvereeniging, waaraan Chineezen eveneens een belangrijk werkzaam aandeel hebben gehad en waarin veel Chinees kapitaal is gestoken. [Nieuw Soerabaia, 70] 

Wij vermelden in dit verband dat in september in Soerabaja een van de kampen, in een school gevestigd, werd opgeheven: de gevangenen moesten naar het z.g. Jaarmarktkamp lopen. Hun bagage moesten zij dragen. Ds. Hamel zag bij die gelegenheid een gevangene voor het vertrek achter elkaar een blik boter opeten en zag de man in snikken uitbarsten toen hij één van zijn drie koffers niet kon meetorsen. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 645] 


Ga rechtsaf Jl Kusuma Bangsa (Cannalaan).

De Cannalaan is een gedeelte van den toekomstigen grooten verkeersweg Wonokromo-Ngagel-Goebengboulevard-Signaalstraat-Cannalaan-Kaliondoweg-Simokerto-Citadelweg naar Oedjoeng of Tandjong Perak; de breede Ketabang Boulevard houdt echter plotseling nabij het Cannaplein op. Deze oplossing is, bekeken uit een verkeersoogpunt en uit een oogpunt van stadsuitbreiding, niet gelukkig. [Nieuw Soerabaia, 12] 


Ga na no 96 linksaf: Jl Ambengan Batu III.

ILW Surabaya 2a Stadhuis Jaarmarkt Jl Ambengan Batu III no 4ILW Surabaya 2a Stadhuis Jaarmarkt Ambengan kaart← meteen rechts, no 4.

Zoo komt het dan ook, dat in de door de Gemeente op Ketabang, grenzend aan de spoorbaan, gestichte kampongs Ambengan en Djimerto slechts weinigen van de oorspronkelijke bewoners van het land Ketabang terug te vinden zijn. In genoemde kampongs bouwde de Gemeente 163 woningen. [Nieuw Soerabaia, 164-165] 

Het stratenplan en de bebouwing van Ketabang-Oost zijn ontworpen door Vistarini.


Ga rechtsaf: Jl Ambengan Tengah.
Ga bij het verlaten van de kampong even rechtsaf en steek de Jl Ambengan over.
Ga rechtdoor: Jl Kanginan (Kanginanweg).
Rechts: nr. 39 en 49.

ILW Surabaya 2a Stadhuis Jaarmarkt KanginanTeneinde de bouwkosten der woningen in dezen tijd van hooge materiaalprijzen en arbeidsloonen zooveel mogelijk te drukken, werden de kleinere [woningen] over het algemeen twee aan twee gekoppeld. De 24 woningen aan den Kanginanweg werden zelfs in geheel aaneengesloten rijen gebouwd. Ook de oppervlakte der vertrekken werd zooveel mogelijk beperkt. Men gaf de voorkeur aan een grooter aantal vertrekken met kleiner oppervlak, vooral ten gerieve van groote gezinnen. [Nieuw Soerabaia, 164] 

Nog redelijk originele woningen zijn te zien op no. 39 en 49.