Laatste waarnemingen zijn gedaan in 2017.
De wandeling in PDF formaat.
Begin van de wandeling de kruising Jl Pekapalan / Jl Rotowijayan. (De ingang van de Kraton).
Ga de Jl Rotowijayan in westelijke richting.
Links: Gadri Resto (1916).
Pangeran![]() Dalem Joyokusaman. Meer informatieDe zonen van den Souverein (Soesoehoenan of Sultan) voeren den titel van Pangeran. Dit woord betekent prins, en is een titel die ook wel, door den Vorst, aan gunstelingen en personen van aanzienlijke geboorte wordt verleend. De eigenlijke titel van geboren prins is Poetra, en die van geboren prinses Poetrie. |
In een hoek van dit gebouw zijn vaak batiksters aan het werk.
Batikken![]() Met oneindig geduld en precisie tekenen zij met een canting (waspen) de was op het doek. Voor elke verfkleur die wordt opgebracht, moeten met was de gedeelten afgedekt worden die niet met die kleur in aanraking mogen komen. Na het verfbad moet die was worden afgeschrapt en worden de wasrestanten in kokend water opgelost. Bij sommige ingewikkelde en vooral veelkleurige ontwerpen kan het weken en ook wel maanden duren voordat een batikkleed af is. De werkplaats oogt vredig. De dames kijken op noch om maar blijven geconcentreerd hun tjanting hanteren. Meer informatieDie kunstafdeeling is voornemens een kunstenaar of kunstenaren (op ’t gebied van beeldende kunst) naar Indië uit te zenden om de Indische kunst in ’t algemeen en de batikkunst in ’t bijzonder op te helpen, haar te zuiveren van vreemde inmenging, als Europeeschen invloed enz., die haar in verval doet geraken. De belangstelling in Holland voor de Indische kunst is gewekt door de uitstekend geslaagde tentoonstellingen, die Oost en West van Indische kunsten gehouden heeft. In het buitenland ook begint de Indische kunst, inzonderheid de batikkunst, bekend te worden. |
Rechts: 24 Dalem Benawan.
![]() Het bouwwerk was in 1995 door termieten aangetast en het is vervolgens in beton gereconstrueerd (2005). In 1995 woonde hier een prinses, een kleindochter van Hamengku Buwono VII, haar man was een zoon van de vierde vrouw van Hamengku Buwono VIII. [Kraton wandeling Y 1A:] In een kleine zijgalerij zijn geschilderde portretten van vroegere vorsten uitgestald, onder andere een groot doek van Raden Saleh, voorstellende sultan Hamengku Buwana VII. Hij wordt geflankeerd door twee vrijwel identieke vrouwenbeeltenissen, in gelijke dracht van donkere sarong en diepblauw lang jak: de eerste gemalin, die hem slechts een dochter schonk, en de tweede, 'een meisje uit de desa', die de moeder van zijn zonen werd. [Haasse – Krassen op een rots, 169-170] |
Ga linksaf: Jl Ngasem (Ngasem).
Ga op het eind van de Jl Ngasem rechtdoor: Pasar Ngasem.
Recht vooruit het plein waar vroeger de vogelmarkt was en waar (rechts) ’s ochtends markt wordt gehouden.
![]() ![]() [De Vreede – Mijn reis, 31-32] ... en bevinden ons dan plotseling midden in de Duizend-en-Een-Nacht, of beter gezegd, in Mataram, het Javaanse verleden gekruid met een zweem Arabië: op de vogelmarkt, waar in opeengestapelde of bij trossen tegelijk aan hoge staken gehesen kooien allerlei soorten van zangvogels en hoenders te koop zijn. Achter deze schilderachtige chaos – in de schemering louter schakeringen van bruin en sepia – rijst het puin van een achttiende-eeuws waterkasteel; badhuis, lusthof en vesting in een, vroeger behorend tot het verblijf van de sultan; een brokkelige steenmassa, overwoekerd door onkruid. [Haasse – Krassen op een rots, 167-168] |
De wandeling is opgebouwd uit tekstdelen die zijn overgenomen uit het artikel ‘Het Waterkasteel te Jogjakarta’ door J Groneman, in 1885 opgenomen in het Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, deel XXX, 412-442.
Dit artikel is voor een groot gedeelte opgenomen onder Aanvullende lectuur. Er zijn echter geen klikken van de tekstdelen in de wandeling naar de tekstdelen in de Aanvullende lectuur.
Bij dit artikel was een kaart gevoegd die hiernaast verkleind is weergegeven. In de wandeling worden details van deze kaart gebruikt.
Op de kaart bevindt u zich nu: bovenaan in het midden
Hier begint de route door het voormalige Waterkasteel.
Het waterkasteel (1758) diende de Sultan, zijn gezinnen en hofhouding tot een lusthof of buitenverblijf. Het bestond uit, waterpartijen, gebouwen en tuinen.
De noordelijke helft bestond uit een grote vijver met daarin een eiland, waarop het hoofdgebouw stond.
De Pasar Ngasem was dus eens een deel van een vijver.
Ga, links van het midden, in de richting van het ruïne-achtige gebouw op de heuvel: het voormalige hoofdgebouw.
Volg de borden ‘Taman Sari’.
Passeer het ‘Water Castle Café’ en ga linksaf, naar de trapjes.
Bij de verschillende onderdelen van de wandeling staan vetgedrukte nummers.
Deze nummers komen ook voor op detailkaarten en worden verklaard in de tekstdelen die zijn overgenomen uit het artikel.
Omdat de route die in het artikel wordt gevolgd anders is dan de route van de wandeling, is de nummering in de wandeling niet opeenvolgend.
Ga de trappen op. Wij [...] staan nu op ’t Kenanga eiland aan den voet van den [...] gevel van den middenbouw (67), de gedong panggoeng. |
← Uitzicht naar het noorden. |
[Niet meer aanwezig:] De bovenverdieping, loteng, heeft aan de noordzijde drie vensters. In ’t midden van de zuidzijde voert een deur naar een overdekt balkon, dat door twee vensters een ruim uitzicht naar het zuiden heeft, en welks muur van buiten, om en tusschen de vensters, met half verheven en bont gekleurd beeldwerk, bloemen en banaspati’s, versierd is. |
Aan beide zijden van dit gebouw grenzen smallere tusschengebouwen, die het met de beide eindvleugels in verbinding stellen, die weder even diep zijn als ’t middengedeelte. De westelijke tusschenbouw (68) dient beneden tot oefenschool van de kalangenan dalem of vorstelijke danseressen en boven tot zit- en eetkamer van den Sultan en zijn vrouwen. |
|
|
![]() ![]() Naast drie van de vier gebouwen staan nog kleine badkamers (73) ten dienste van dezelfde personen. |
![]() ![]() ![]() |
![]() De oostelijke trap (75) voert langs den anderen kant van het middengebouw naar dezelfde gedeelten er van en bovendien naar de slaapvertrekken van de Ratoe in den oostelijken vleugel. |
Ga aan de zuidkant naar beneden.
|
... nog een vluchtigen blik aan de vier benedenuitgangen (83) te wijden, die alle op ’t water uitkomen. |
![]() |
Geesten zullen hier zeker door de onderaardsche gangen zweven op de hun dienstige schemeruren, geesten van wie zich vroeger hier vermeid hebben, in Oostersche pracht en praal, toen deze vijvers en bassins vol zuiver water waren, |
Ga via gebouw 88 door de overdekte gang.
Eerst keren wij naar poelo Kenanga (88) terug, om door de kori oeroeng-oeroeng van zijn zuidelijken rand, in den zuidelijken overdekten gang af te dalen, die evenzoo gebouwd is als de westelijke, maar ’t eiland met den zuidelijken oever van de segaran, of den noordelijken grensmuur van Taman Ledok verbindt. In stede van drie heeft deze gang echter vijf torens. [(89)] |
|
Volgorde in de wandeling: 89 – 91 – 48 – 92 – 47.
![]() ![]() (47) een breed terras (92) te beklimmen, dat op de scheidingsmuur tussen de beide Taman’s gebouwd is, en waarvan men een goed uitzicht heeft op den grooten vijver van Taman Sari en ’t Kenanga-eiland met zijn hoge gebouwen. Dit terras heet eenvoudig pongangan kidoel wetan, omdat het nabij den zuidoosthoek van Taman Sari ligt. |
![]() [Architect Wolff Schoemaker:] Gepleisterd muurwerk van weinig strakheid, verrijkt op sommige plaatsen met plastisch pleister-ornament, week, vleezig van uitvoering, zonder eenigen aesthetischen samenhang over een of ander muurveld gespreid. [...] [Van Maurik – Indrukken van een Tòtòk, 248] |
Daal de trap af en ga na 50 meter rechtsaf.
Koop een entreekaartje
|
![]() Vier vertrekken in dit gebouw dienen den volgelingen van den Vorst tot arrestkamers, gedong peteng. Zoowel van de voorzijde, als van den achterkant van den boven ’t gebouw uitstekenden middenmuur bevindt zich een klein terras of balkon. Een poortje boven in den middenmuur stelt de beide terrassen in verbinding. Dat aan de vóor- of oostzijde beklimmen we langs een der beide zeer smalle steenen trappen, die aan beide zijden van de poort aangebracht zijn. Op de steenen leuning van ieder dezer trappen ligt een naga als poortwachter. ’T westelijke terras of achterbalkon heeft maar een enkele trap, die aan de zuidzijde naar beneden voert. Het gansche gebouw, maar vooral ’t hooge metselwerk van den middenmuur is met half verheven en bontgekleurd pleisterwerk bedekt, dat goed gevormde blad- en bloemfiguren en vogels voorstelt en veel meer dan menig ander gewrocht van den smaak des javaanschen bouwmeesters getuigt. |
![]() ![]() Op dit plein staan echter vier wachthuisjes van de para-njahi van den binnendienst, in de vier hoeken van een kruispad dat door steenen bloempotten afgebakend is. De zes zijmuren van deze achthoek bevatten weder poortjes, |
![]() Van ’t westelijke plein hadden we door ’t oostelijke poortgebouw (59a) dat terrein reeds vroeger kunnen bereiken. Thans doen we dit door ’t overeenkomstige westelijke gebouw (59b) van onzen oostelijken achthoek. Beide gebouwen bevatten een reeks van vijftien zeer breede steenen trappen [treden] en hebben groote banaspati’s in den gevel. Dalen we nu de 15 trappen [treden] onder het poortgewelf van ’t oostelijke trappenhuis af, dan betreden we ’t diepe terrein dat oemboel winangoen genoemd wordt, naar de drie aldaar zich bevindende vierkante waterbekkens, die door uit den bodem opwellende bronnen, oemboel, uit den grooten vijver van Taman Sari gevoed worden. |
Het Waterkasteel, buiten den Kraton gelegen, een ruïne van zeer ouden datum, door hoog geboomte omgeven en met struikgewas overgroeid, wijst op de buitengewone weelde en rijkdommen der heerschers van vroeger, die alléén om zich op hun gemak te kunnen baden, een ontzaglijk groot kasteel lieten bouwen met gemetselde vijvers, badkamers en zwembassins, waarin nu nog slechts wat drabbig water staat of puin ligt. Sultans noch Sultanes komen daar nu meer, alleen padden, hagedissen, nachtuilen, vleermuizen en ongedierte huizen in die holle ruimten. [Van Maurik – Indrukken van een Tòtòk, 248] |
![]() De oostelijke en westelijke armen van ’t kruis sluiten tegen de zijmuren van het rechthoekige terrein aan; de noordelijke en zuidelijke armen reiken tot aan den zuidelijken rand van het middelste en den noordelijken rand van het achter ’t gebouw gelegen zuidelijke waterbekken. |
![]() Dit bekken, mede door eene wel midden op den bodem gevoed, heet oemboel winangoen (dit laatste woord beduidt in dezen zin ’t nieuwe, pas voltooide). Voor weinige jaren was de toren die boven den gedong panggoeng verrees nog in zijn geheel aanwezig en, met de noodige voorzichtigheid, beklimbaar. |
vierkant een steenen voetstuk, waarop weder een groote steenen bloempot staat.
[N.B.] De zuidelijke terraszijde scheidt het van ’t middenbad (63), baloembang koeras (koeras is doorspoelen of in dit geval misschien afspoelen), dat den Sultan als privaat dient. We verlaten de waterbekkens door het westelijke poortgebouw (59a) |
Behalve de beide genoemde poorten heeft dit plein nog zes kleinere uitgangen, kori, waarvan er zich één in elk der zes overige zijden van den achthoek bevindt. Twee van die uitgangen (10 en 13) voeren ons naar bloementuinen en worden daarom kori kebon sekaran genoemd. In die tuinen worden alleen welriekkende bloemen gekweekt als melati, gambir, nagasari, sedep oelem enz. Twee andere poortjes (11 en 12) komen in vruchtboomgaarden uit, waarin pelem (mangga)-boomen en nanas-planten groeien. |
Gaan wij eerst door den zuidelijken uitgang naar den gedoong tjarik (14). Het pad daarheen is aan weerszijden, evenals alle andere paden, met groote steenen bloempotteen bezet, waarin melati en andere geurige bloemen bloeien. |
|
|
Wij gaan nog eenmaal langs den gedong lawon (24) terug om van daar oostwaarts de trappen van een dergelijk gebouw (30) op te klimmen, als we in den gedong tjarik (14) hebben leeren kennen en dat tot wachtkamer dient van de prijaji soera nata en van de vorstelijke kleedermakers. Lichaam en geest worden wel gelijkelijk verzorgd! |
![]() ![]() [Dit is de 3de ruimte die als ‘slaapplaats’ van de Sultan is aangeduid: 26, 60 en 69.]
|
De gedong dapoer of keuken (29) ligt bewesten, achter den gedong pandjang kilen (28), benoorden den sirihtuin (15). |
Ga terug naar het achthoekige plein (9).
![]() ![]() |
Uiteindelijk begreep ik dat heel de excursie bedoeld was om mij een batikschilderij te slijten. Er is daar tegen het waterpaleis aan een dorpje vol met batikkunstenaars. Taman Sari: piepkleine huisjes, prachtig op kasbawijze op en tegen elkaar aangebouwd en daartussen heel smalle gangetjes. Vroeger een pretpark voor de sultan, nu een gerestaureerd soort Jordaanbuurt. De mooie, cementen waterputten had ik wel willen fotograferen, maar ik durfde niet. Zo'n put is net zo intiem als een badkamer, vind ik. [De Vreede – Mijn reis, 31-32] |
Verlaat het plein (9) via het noordwestelijke poortje (12).
Volg het pad naar rechts.
Ga op de kruising rechtsaf.
Houd bij de splitsing rechts aan.
Ga (de 1ste ) linksaf.
Ga bij de toren (86) rechtsaf.
![]() ![]() Vóor den westelijken uitgang betreden we nog een klein terras (84), dat zuidwaarts met de kori oeroeng-oeroeng (85) van den westelijken overdekten gang gemeenschap heeft. Wij dalen langs de trappen van dit gebouw naar den gang af en merken daar op dat de vloer van den gang die op de vijverbodem ligt aan beide zijden door een kleine waterleiding begrensd wordt, welke tot afvoer van het door den bodem of de zijmuren heendringende water dient. |
![]() Dit gebouw is bekend onder den naam van soemoer goemoeling. Een poortje in de beide gemetselde muren voert ons uit den gang naar binnen en nu blijkt ons dat het vreemde gebouw uit twee concentrische ringmuren bestaat, door een nagenoeg plat dak onderling vereenigd. |
![]() Het gebouw bezit een ringvormige benedenverdieping, die slechts weinig boven het oppervlak het putwater verheven is en alleen door vier kleine poortjes gemeenschap met de ruimte boven den put heeft. Van elk dier poortjes stijgt een smal stenen trapje naar boven tot het middelpunt van de open ruimte, waar de vier trappen zich vereenigen en een vijfde trap naar een der binnenpoortjes van de mede ringvormige bovenverdieping uitzenden, die bovendien door geschutpoortvormige vensters, in den, even als de binnenwand zeer dikken, buitenmuur met de buitenlucht in gemeenschap blijft. |
![]() ![]() Twee andere poortjes geven nog toegang tot halfrond uitgebouwde nissen, op welker vloerbodem een paar voetzoolvormige steenen gemetseld zijn. Als men zijn voeten op die steenen plaatst en nederhurkt, zal men begrijpen waartoe de opening in den bodem dient, die tusschen de steenen is aangebracht. |
Helemaal alleen met mijn begeleider de heuvels van het verwaarloosde waterpaleis opgaan leek me dan ook wat eng. Samen met hem een ondergrondse moskee bezichtigen ook, maar dat bleek gelukkig sinds kort verboden vanwege instortingsgevaar! [De Vreede – Mijn reis, 31-32] |
Ga terug naar de ingang van de gang (84).
Indien men de zuidelijke Alun-alun wil bezoeken, zie dan aan het eind van deze beschrijving de informatie vermeld onder ‘Alternatief’.
¹) Smakelooze verbinding van hoogjavaansch met een zeer laag hollandsch woord [kakhuis], dat niet pleit voor de fijne beschaving van onze vroegere landgenoten die zulke woorden invoerden! |
![]() ![]() ![]() |
Ga terug, via de Pasar Ngasem en ga na het plein linksaf: Jl Polowijan.
Na 100 meter links: SMK / STM Panca Sakti.
Op het terrein: Restaurant Pendopo nDalem.
Pakuningratan![]() Dalem Pakuningratan. Eens, in de rossig-gele glans van de vallende avond, zwerven we door de smalle straten met aan weerszijden witgekalkte muren, het labyrint van oude woonwijken rond de Kraton, het 'koninkrijk' zoals de bevolking het verblijf van de sultan noemt. Wij steken de binnenplaats over van wat eens een adellijk huis geweest is (nu een vierkant van vervallen en rommelige galerijen rondom een verwilderde tuin), passeren de academie voor Drama en Film (in een ouderwetse 'Indische' woning; op het kale erf zijn jongelui volleybal aan het spelen) Meer informatieGistermiddag omstreeks half drie uur overleed in den kraton alhier, na een kortstondig lijden, vermoedelijk aan de gevolgen van buiktyphus, in den ouderdom van ruim zeventig jaren, goesti pangeran adipati Mangkoeboemi, des sultan’s oudste (jongere) broeder. |
Volg in het complex van het Waterpaleis een route langs 80, 88, 89, 91, 48, 47, 41 en 44.
Steek de Jl Taman over en ga rechtdoor Gang Abdul Hadi.
Bijna op het eind van de weg links: Dalem Ngabean (oude naam Boeminatan).
Ga met de weg mee naar rechts en daarna linksaf: Jl Ngadisuryan.
Ga linksaf.
Rechts: Alun-alun Selatan.
![]() Op den Zuider aloon-aloon werden de muurtjes rond de waringin’s neergelegd en de oud-Javaansche motieven maakten plaats voor netjes rond-gemetselde wieltjes. Op het zelfde plein werd aan de Noord-zijde een Tratag gebouwd waardoor het vrije gezicht op den achtergevel van den kraton geheel verloren ging en het aspect van den aloon-aloon werd bedorven. [Locale Techniek-4-2, 21] |
Volg de weg naar rechts.
Links: In het midden van het noordelijk gedeelte van de Alun Alun staat een gebouw met de steen 'DWI ABAD' (= twee eeuwen). Het gebouw is gerestaureerd in 1956 n.a.v. het feit dat de kraton in 1756 is gesticht.