De laatste waarnemingen zijn gedaan in 2018.
De wandeling in PDF formaat.

Begin van de wandeling: Jl Pintu Besar 27.

Museum Wayang.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Blandongan Museum Oud BataviaMuseum ‘Oud Batavia’ (verbouwd 1939, Blankenberg).[1938] Met steun van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, de Provincie West-Java, de Gemeente Batavia en verschillende vooraanstaande handelshuizen en groote maatschappijen, is op den 29sten November van het vorige jaar de Stichting ‘OUD-BATAVIA’ in het leven geroepen. [Locale Techniek-7-3, 73] 

[1939] Het Bataviaasch Genootschap heeft, dankzij giften uit de ondernemerswereld zich in het bezit kunnen stellen van het terrein gelegen tusschen Stadhuisplein en Kali Besar oost, waarop van 1640-1732 de Oude Hollandsche Kerk of Kruiskerk en van 1733-1808 de Nieuwe Hollandsche Kerk heeft gestaan. [Locale Techniek-8-5, 167] 

 

Na binnenkomst, links: plaquette.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein plaquetteDit gebouw staande op de plaats van de oude Hollandsche Kerk, werd den 24 sten April 1937 aangekocht door het Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen hiertoe aangezocht door de Regeering van Nederlandsch-Indië en in staat gesteld door schenkingen van de

Handelsvereeniging “Amsterdam”
Rubbercultuurmaatschappij “Amsterdam”
Algemeene Nederlandsch-Indische Electriciteits Maatschappij
Bataafsche Petroleum Maatschappij
Billiton Maatschappij
Jan Pieterszoon Coen Stichting
Erdmann & Silcken
De Javasche Bank
Koninklijke Paketvaart Maatschappij
Stoomvaartmaatschappij “Nederland”
Nederlandsche Handel Maatschappij
Nederlandsche Koloniale Petroleum Maatschappij
Nederlandsch-Indische gas Maatschappij
Nederlandsch-Indische Handelsbank
Levensverzekering Maatschappij
“Nillmy van 1859”
Internationale Crediet en Handelsvereeniging “Rotterdam” 
Rotterdamsche Lloyd






De verbouwing werd bekostigd uit giften afkomstig van handelslichamen en personen uit alle standen in Nederlandsch-Indië en Nederland.
Zij werd mogelijk gemaakt door de medewerking van de heeren J.F.L. Blankenberg die de plannen ontwierp en F. Muusegaas die voor de associatie Selle en De Bruyn – Reyerse en De Vries de uitvoering verzorgde


Deze gedenkplaat werd onthuld den 22 sten December 1939 in tegenwoordigheid van zijne excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië Jonkheer Meester Alidius Warmoldus Lambertus Tjarda van Starckenborgh Stachouwer door Meester Doctor Gerard Gilles van Buttingha Wichers President van de Javasche Bank, daartoe uitgenoodigd door het bestuur der Stichting “Oud Batavia”

 

Aan het eind van de gang, rechts: Monument Coen.

Hollandsche kerk

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Monument Coen

Het is te hopen dat na dit bedrijf Coen, reeds vertegenwoordigd door een standbeeld dat hem nauwelijks voorstelt, op een Batavia dat nooit het zijne was, niet ook nog in zijn graf zal komen te liggen met het skeletwerk van één of meer remplaçanten. Maar het monument dat daarboven zal worden opgericht, zal zeker de publieke opinie méér voldoen dan de wijze van eren die tot dusver zijn nagedachtenis deed leven: de 5 delen bescheiden en brieven van zijn hand, gepubliceerd door prof. Colenbrander.
[Du Perron – Verzameld Werk IV, 461-462] 


Links:
 Grafstenen van de Gouverneurs-generaal Patras en Van Imhoff.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Grafstenen Gouverneur Generaal Patras
Grafsteen met wapen van den G.-G. Abraham Patras, overleden 3 Mei 1737.[…] De oogen en ringen zijn uit dezen steen verwijderd, denkelijk om het publiek niet te doen struikelen. [Oud – Batavia Platen – Album, E 11.]
ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Grafstenen Gouverneur Generaal Van Imhoff
Van Imhoff’s grafsteen is overladen met beeldwerk, maar voor geen enkelen Landvoogd is eene graftombe opgericht. [Oud Batavia II, 163-164] 
Hoe het zal worden, kon ik dus nog niet zien, maar toen ik ’s middags op het kerkhof Tanah Abang kwam, zag ik de grafsteen van Abraham Patras, die uit de muur was gebikt, klaar om vervoerd te worden. Ik miste daar ook de steen van Van Imhoff, de mooist bewerkte van alle, maar één van de vele lanterfanters in het kantoor vertelde mij, dat die al was overgebracht naar het Stadhuisplein. Mijn ongerustheid over het lot van de steen zakte dus weer wat. ‘Men leeft er zoo vreemd mee’, zou De Haan verzuchten, als hij het zag.
[Walraven – Eendagsvliegen, 289a] 

Grafsteen met wapen van den G.-G. Gustaaf Willem van Imhoff, overleden 1 Nov. 1750 (ingang Tanahabang); het wapen omgeven met krijgsattributen. Ook bij den rand van dezen steen is nog oostersche invloed te bespeuren in het schelpvormig ornament in het midden van elke zijde. Opvallend is bovendien, dat de helm is behandeld als een bloempot en van boven geheel open is. Men zou daaruit haast afleiden, dat de steen op Cormandel is bewerkt door Inlanders onder Europeesche leiding of naar een gezonden model, terwijl de nog al slecht gebeitelde inscriptie er te Batavia aan toegevoegd is. Men merke op, dat het eene vlaggetje het monogram der Compagnie voert, hat andere den Nederlandschen leeuw. Van Imhoff’s ijver, veelzijdigheid en bemoeizucht blijken hieruit; eigenhandig vertaalt hij eene Compagnies publicatie in het Fransch, stelt hij een reglement op voor het vertuien in de Tafelbaai, waarbij heel wat nautische kennis te pas kwam, corrigeert hij drukproeven voor de Maleischen Bijbel en ontwerpt hij het project eener gelegenheidspredikatie op de “verovering”, 30 Mei 1748. [Oud – Batavia Platen – Album, E 12.]

 

Wanneer men nu de afbeeldingen van Compagniesgrafzerken bespeculeert, zal men al spoedig een zeker model aantreffen, dat zoowel op de buitenkantoren als te Batavia voorkomt en op hare gemeenschappelijke afkomst uit eene Cormandelsche fabriek wijst. Dit model bestaat uit eene randdecoratie van schubben (met eenige variaties), die op de hoeken en in het midden der vier zijden onderbroken wordt door eene roset, terwijl het familiewapen aan het hoofdeinde van den steen is aangebracht binnen een cirkelvormigen krans, die evenzoo door rosetten verdeeld is in quadranten. [Oud Batavia II, 164-165] 

 

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein grafzerk Jacob DedelDe alleroudste bewaarde Hollandsche grafzerk zal wel die zijn van Jacob Dedel te Masulipatnam [Oostkust India], anno 1624. Dicht daaraan komt reeds onze Bataviasche van Anthony Caen of De Caen, die al tijdens Coen’s eerste bestuur Schepen en Baljuw is geweest, in 1639 Trincomale [Sri Langka] veroverde en op 11 Aug. 1648 werd begraven als Raad Ordinair van Indië. Tavenier, die deze lijkstatie bijwoonde, zegt wel dat de soldaten en matrozen zeer over hem klaagden, maar Caen was denkelijk een Franschman, en kon dus bij zijn tegen onze Compagnie ingenomen landgenoot op geene gunstige vermelding rekenen. [Oud Batavia II, 165] 

 

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein grafzerk Cornelis CaesarGrafsteen met wapen van Cornelis Caesar, Raad Ordinair van Indië, overleden 5 Oct. 1657, en van Anna Ooms, overleden 8 Aug. 1659. […] Men merke op, dat het wapen door eene veel bekwamere hand is bewerkt dan het opschrift, verder dat in dit laatste soms twee hoofdletters, die zich daartoe leenen gecombineerd worden tot één letterteeken bijvb. de I en A, de N en D, N en E, V en A, N en A, zoodat INDIA met drie karakters en eene stip wordt geschreven. [Oud – Batavia Platen – Album, E 5.]

Ook bij de zerk van den Raad Ordinair Cornelis Caesar, overleden 1657, zouden wij met Josua kunnen zeggen: “siet, dese steen sal ons tot een getuygenisse zijn”, want Cornelis Caesar was de voorlaatste Hollandsche Gouverneur van Formosa [Taiwan]. [Oud Batavia II, 165] 

 

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein stofZij zijn tot stof vergaan onder de zerken, die nu als bezienswaardigheden in het museum in de muur gemetseld zijn: Hier legt begraven... Hier onder leght het Lyk... Hier leyt, ontslaapen in den Heere...
Hun status van Excellenties en Eerbare Joffrouwen, vertegenwoordigers van een der machtigste handelsconcerns ter wereld, is teruggebracht tot een laconiek zinnetje op een verfrommeld blad uit een schoolschrift, dat ik in Djakarta tussen straatvuil vond (iemand had er zijn schoenen of zijn fietsband mee afgeveegd) ‘VOC salah perkumpulan Belanda … de een of andere Nederlandse Vereniging …’
[Haasse – Krassen op een rots, 49-50] 

 
Ga de trap op.
Genoemd worden alleen de wajangpoppen waarover teksten van literatoren beschikbaar zijn.

In de lange gang, links: De strijd tussen Nederlanders en Indonesiërs.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein NederlandersILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein IndonesiërsWel hebben politici de in de wajang geboden mogelijkheden tot het verklaarbaar en aanvaardbaar maken van ingewikkelde situaties steeds terdege beseft en aangegrepen. In de onafhankelijkheidsstrijd hebben wajangvoorstellingen van de beslissende confrontatie tussen de mythische helden, de Pendawa's en de Korawa's, een niet te onderschatten rol gespeeld. Na 1945 zijn er weer nieuwe variaties op de oude thema's ontstaan, bij voorbeeld de wajang Diponegoro, over de opstand tegen het Nederlandse gezag honderdvijftig jaar geleden.
[Haasse – Krassen op een rots, 118-119, 120] 

... Toen islamleiders in de zeventiende eeuw het bij het volk zo geliefde schimmenspel wilden verbieden, omdat de leer van de Profeet het nabootsen van mensen en het uitbeelden van goddelijke gestalten niet toestaat, vervaardigden de poppensnijders aan het hof van Mataram – onder protectie van hun vorsten – wajangfiguren, die samengesteld waren uit louter gestileerde blad- en bloemmotieven, of uit ‘sawoet', een overvloed van fijne kronkeltjes en ornamentjes; die wajangs hadden hetzelfde totaaleffect, en waren toch niet tegen de godsdienstige voorschriften.
[Haasse – Krassen op een rots, 105-106] 

Oude Indiase heldendichten zoals de Mahabharata en de Ramayana kregen aan de hoven hun typisch Javaanse vorm: het wonderlijke schaduwspel met Wajangpoppen. Opvoeringen duurden een hele nacht. De poppenspeler zat in kleermakerszit de oude verhalen te vertellen en uit te beelden en een olielamp zorgde ervoor dat de zeer expressieve silhouetten uit buffelleer op een doek werden geprojecteerd.
[Reybrouck – Revolusi, 30-31] 

Het eeuwenoude schimmentheater paste zich wonderwel aan de noden van de tijd aan. Het Wajangmuseum in Jakarta bewaart een prachtige set poppen uit die zogenoemde wayang revolusi met Nederlandse en Indonesische personages. Dit soort voorstellingen hielp het enthousiasme voor de Republiek hoog te houden, zeker op plaatsen waar er geen radio was.
[Reybrouck – Revolusi, 450] 

Wat kan de wajang, al die eenvoudige symboliek en mystiek, ons intellectueel of algemeen cultureel nog bieden?
[Sjahrir – Overpeinzingen, 60-62] 

In hun verdroomd aanschouwen zijn zij weggeweken
van deze wereld – in den aapgod Hanoeman
zien zij de trouw, den heer gewijd, en van
zijn simpele deugden hooren zij het eigen harte spreken.
[Volker in Indië – Indonesië, 39] 


Rechts:
Rama

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein RamaDaar kwamen zij, Ardjoena, de goddelijke, en Rama, de verschrikkelijke, en de narren en monsters, Petroek en Tjepot, en zooveel anderen, en doodstil, in uiterste spanning van verwachting zat het kleurige Soendaneesche volk van kinderen te luisteren en te aanschouwen, en zag geen poppen, en geen pisang-stam en geen touwtjes, maar zag donkere oer-wouden en verre vlakten en schuimende rivieren, waar goden schreden met grandioos gebaar, en helden hieven hun gouden speren, en monsters sperden óp de rookende reuzen-muilen, scherp-tandig, ziedend van vuur ....
[Borel – Wijsheid en schoonheid uit Indië, 88-91] 

Een soort van snijwerk, beter wellicht beitelwerk, heeft zich op Java ontwikkeld, gedragen door het reeds eeuwenoude schimmenspel, de wajang, waarvoor het de à-jourbewerkte figuren van perkament moest leveren. Voor deze fijne lederbewerking is het noodig uitgekozen vellen van buffelkalveren of de nog dunnere van jonge, volwassen runderen te gebruiken. Deze worden op een vierkant raam gespannen, het slijmerige binnendeel er met een mes voorzichtig afgeschrapt, waarbij de gelijkmatige dikte der huid bewaard moet worden en is deze gedroogd, zoo neemt men er ook de haren van weg. Van groot gewicht is het, dat de vetdeelen worden verwijderd door wassching met kalkwater. De verdere bewerking is eigenlijk niets dan het fijnschuren en vlakmaken door middel van slijpsteen, bamboe- en nempelasbladen. Men wenscht de huid doorschijnend en licht geel te verkrijgen, hetgeen men door deze bewerking tot perkament inderdaad bereikt. [Indië, geïllustreerd weekblad, 7, 805] 

 
Rechts: Panakawans.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein clownsDe groep clowns, die in een spel van dit type nooit ontbreekt, de Panakawans: de korte dikke Semar, de lange magere Petruk en Gareng- met-de-horrelvoet, een driemanschap van gedrochtelijke, door en door ‘aardse' wezens, die naast de nobele gestalten van Arjuna en de andere helden de rol vervullen van dienende begeleiders, prototypes van het gewone volk,
[Haasse – Krassen op een rots, 180-181] 

Zo heeft hij ook in zijn soms uren durende redevoeringen zijn gehoor weten te boeien en te veroveren door grappen en sarcasmen, op de manier van de Javaanse mythologische clowns, de Panakawans, de echte vrienden en prototypes van het volk, die steeds de lachers op hun hand hebben.
[Haasse – Krassen op een rots, 97-98] 

 

Links: Twee Gamelans.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein GamelanAnders moeten wij ons dikwijls geweld aandoen, om onze vingers niet te laten meegolven op de tonen van den gamelan, die een vuurstroom in onze aderen gieten. Ook de jongere zusjes hebben hetzelfde gevoel, als zij mooi gamelan hooren.
[Kartini – Door duisternis tot licht, 283] 

De hoofdrol van dit orkest wordt vervuld door slaginstrumenten; hiervan weer is het allerbeheerschende instrument de bonang, de zeer eigenaardige welluidende metalen gong, waarvan er in het orkest twee maal vijf of twee maal zeven aanwezig zijn [ketels, die ondersteboven in twee rijen, naast elkaar op een laag rek liggen]. Men onderscheidt namelijk, naar den toonaard enkele soorten van gamelan, waarvan de bekendste zijn de salèndro en de pélog. De salèndro vereischt twee maal vijf, de pélong twee maal zeven bonangs. De bonang wordt vervaardigd van drie deelen rood koper en een deel tin en wordt bespeeld met hamertjes (taboeh’s) of omwikkelde stokjes. Zij worden onderscheiden in mannelijke (hooger gebouwd en meer uitgebold) en vrouwelijke (lager gebouwd en vlakker). Het salèndro-octaaf heeft vijf, het pélog-octaaf 7 tonen 
[Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 915-916] 
[Indië, geïllustreerd weekblad, 7, 669] 

Foto →:
Links-beneden: rebab, daarboven: bonang, en daarboven: gambang kajoe.
Rechts beneden: trom (kendang), daarboven bonang panerus, daarboven saron demung en daarboven jengglong (gongs).
Rechts boven: kempoel en gong gedè (grote gong).

 

Ga even terug en rechtsaf.
Ga linksaf.
Links: Twee goenoengans.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein goenoenganHet midden van het scherm wordt ingenomen door de ‘goenoengan’, de gestyliseerde voorstelling van een boschrijken heuvel, die het begrip van plaats in het algemeen verzinnebeeldt, en even goed dienst doet voor een stad, een paleis, een meer, een bron, als voor de poort des Hemels of de vesting der titanen, kortom voor elke en dier plek, die in de loop van het drama vermeld wordt. Zoo vervult het de taak van onze moderne coulisse, of beter nog van het Shakesperiaansche uithangbord, dat den toeschouwers bekend maakte: ‘Dit is een bosch’ of ‘Dit is een stad’.
[De Wit – Java, 135-138] 

De gunungan verbeeldt het zegen en bescherming afsmekende offerritueel dat in het verre verleden aan elke wajang-voorstelling voorafging. Tijdens de vertoning gebruikt, dient de in ‘sawoet'-trant met fijne krulletjes en kronkeltjes à jour-bewerkte bladvormige figuur om grote gebeurtenissen, een verheven stemming of een indrukwekkende omgeving aan te duiden.
[Haasse – Krassen op een rots, 180] 

 

Volg de route naar rechts en ga naar beneden.
Links: Maskers.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein topèngILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein topèng 02Het tooneel zooals wij dat kennen komt ook voor, nl. de zg. topèng (=masker), gespeeld door mannen en vrouwen, die telkens van masker verwisselen. Het masker wordt vastgehouden door een pinnetje in den mond. Soms spreekt één persoon voor allen. Hier worden opinie’s op bestuur en toestanden ten beste gegeven en vaak geridiculiseerd. Dit spel komt vooral in de Soendalanden veel voor. [Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 1426, 1437-1439] 

Eene andere soort van voorstellingen geschiedt door gemaskerde personen, en wordt topeng genoemd. De onderwerpen dezer schouwspelen zijn uit de oude geschiedenissen van Java ontleend. Een hoofd-akteur, Dalang betiteld, zegt zijne rol op, terwijl alle overigen slechts door gebaren spreken; zoo dat deze tooneelen gedeeltelijk drama en gedeeltelijk pantomime zijn. De voorstellingen gaan altijd met inlandsche muziek vergezeld.
[Olivier – Tafereelen I, 108-109] 

 

Ga, uit het museum komend linksaf.

Links, hoek zijstraat:

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Uniebank Nederland KoloniënUniebank voor Nederland en Koloniën. (1921 – Van Kleeff.) 

Ook de Uniebank, welke hare kantoren op Zaterdag 1 October [1921] opent in het nieuwe gebouw aan het Stadhuisplein, mogen wij gelukwenschen. Hier vinden wij den eenvoud en de degelijkheid uitgedrukt in architectuur en afwerking, welke een bank-instelling waardig zijn.
De parterre biedt ruimte voor dat gedeelte van het bedrijf, waarmede het publiek zijn zaken heeft te doen, terwijl hier tevens de directielokalen zijn ondergebracht. Een zware Lips-kluis garandeert een veilig bewaring der waarden.
Op de eerste verdieping zullen de kantoren van Notaris Thomas en der Advocaten Mrs. Bogaardt, Smits & de Neef een plaats vinden, terwijl de tweede étage geheel wordt geoccupeerd door de Administratie der Uniebank.
De directie van dit bouwwerk werd gevoerd door het N. I. Architecten-Bureau van Kleef en van Beek, terwijl de uitvoering in handen was van de Heeren Vromans en Hermans. [Het Indische Leven,3-7, 131a] 


Ga rechtsaf, steek de straat over.

Rechts: Taman Fatahilah (Stadhuisplein) met Museum Fatahilah (het voormalige Stadhuis).

Links: ‘Kafe Batavia’ (Europese prijzen).
Links: Gedoeng Jasindo.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein West Java Handel MaatschappijWest-Java Handel-Maatschappij. (1920-’21, Cuypers – Estourgie).
De Weva-gebouw dat zich tegenover het stadhuis, statig verheft boven de bescheiden entourage eener vorige generatie, geeft een welgeslaagd voorbeeld van modernen utiliteitsbouw. De domineerende verticale lijnen der gevels brachten den ontwerper tot verrassende oplossingen. Ook de binnen-architectuur is keurig verzorgd waarbij speciaal de aandacht wordt getrokken door de directie-kamer met haar rijk uitgevoerde betimmeringen en meubileering.
Het ontwerp van dit gebouw werd verzorgd door het Architecten- en Ingenieurs-Bureau Hulswit-Fermont-Cuypers, terwijl het geheel werd uitgevoerd door den bouwkundige Jan H. Vromans, aan wien tevens het ontwerp en uitvoering werd opgedragen van het aansluitende gebouw ‘Mercurius’, eveneens drie verdiepingen hoog. [Het Indische Leven,3-7, 131] 

 

Links: Jl Cengkeh (Prinsenstraat).

Heilig kanon

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein voorzichtig

Dat men echter zeer voorzichtig moet zijn met het miraculeuze kanon blijkt uit het volgende feit: Een bezorgde halfbloed moeder had herhaaldelijk in ’t belang van haar elders wonende kinderlooze dochter offers aan ’t Marjam besaar gebracht en ernstig gebeden, dat haar dochter met een kind mocht gezegd worden. Weinige maanden later kwam zij woedend haar offers, die nog gedeeltelijk aanwezig waren, terughalen, omdat het kanon – of Allah, wie van beiden wist zij niet, zich vergist had. Haar gehuwde dochter was nog steeds kinderloos, maar haar ongetrouwde jongste had plotseling een allerliefste baby gekregen.
[Van Maurik – Indrukken van een Tòtòk, 115-116] 


Links
: Kantor Pos.

Postkantoor

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein postkantoor Batavia

Hoofdpost- en Telegraafkantoor Batavia (1930, Baumgartner, Landsgebouwendienst).

Volgens de Javabode heeft de regeering van de Chineesche eigenaren een terrein in de benedenstad aangekocht voor het nieuwe post-, telegraaf- en telefoonkantoor te Batavia. [De Locomotief, 10-Januari-1917] 

De bouw van het nieuwe postkantoor te Batavia-stad, maakte een eind aan het bestaan van een aardig Chineesch huisje, dat onder Hollandschen invloed gebouwd was op den hoek van de Prinsenstraat en de gedempte Leeuwinnegracht. [Locale Techniek-6-1, 5-6] 

 

Rechts en links: Jl Pos Kota (PTTweg).

Tijgersgracht

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Tijgersgracht

in vroeger eeuwen de bekende Tijgersgracht.

Maar eerstens muntte de Tijgersgracht uit door hare lengte van ongeveer 750 Meter en hare schoone breedte; [Oud Batavia I, 263].

Van Riemsdijk: ‘... wat nu mijn woonhuys op de Tijgersgracht betreft, hetzelfde staat op de beste plaats van de gragt, die aan weerskanten met canarye boomen, die seer dight en hoog groeijen beplant is, en jaarlijks even als de lindeboomen in de palamasiebaan gesnoeyt werden. Voor het huys, agter de canarye boomen staat een groot speelhuys, van boven met blauw geverwde cherappen of plankjes, even eens als de lijen in ’t vaderland, gedekt en op palen over de tijgersgragt, al waar de menschen die mijn spreken moeten, haar verblijf nemen.
[Bloem – Vaders van betekenis, 174-175]


Ga rechtaf: Jl Pos Kota.
Links: Museum Seni Rupa dan Keramik (Museum voor Schone Kunsten).

Raad van Justitie

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Raad Justitie

Raad van Justitie

Als ware het zich van zijn gewichtigheid en macht bewust, stond daar het witte, in Oud-Griekschen stijl opgetrokken gebouw van den raad van justitie aan den oostelijken zoom van een breed grasveld, waarlangs de tram reed, die nu, gelijk elken morgen, een schare witgekleede kantoorheeren stadwaarts bracht. Van uit de ruime voorhal van het gerechtsgebouw stond een geheel in ’t zwart gekleede man rustig en wijdbeens te kijken naar het schouwspel der gaande en komende trams, die geregeld werden afgewisseld en de lucht deden weergalmen van bijna onafgebroken belgeklingel. Zijn silhouet stak sterk af tegen de versch gekalkte zuilen en muren van het gebouw, waarin hij geen vreemde scheen te zijn, want verscheidene voorbijgangers groetten hem vriendelijk, niet alleen Europeanen, maar ook enkele Chineezen en Arabieren.
[Ido – De paupers, 5-7] 


Links
: Jl Ketumbar.

De trein voert ons van Tandjong Priok naar ’t station van de stad Batavia. een warm-zoete lucht hindert ons geeft een kleine walging. Stank is ’t niet; ’t is een walm.
[Veth – Het leven in Nederlandsch-Indië, 44-46] 

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Batavia–NoordILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein voormalige NISM stationStation Batavia-Noord omstreeks 1920. 
[Het Indische Leven,1-33, 654] Voor dat in 1929 het station Jakarta Kota werd geopend waren er in dit gedeelte van de stad twee stations. Ongeveer op de plaats van het huidige station Kota lag station Batavia-Zuid en zuidelijk van de Jl Ketumbar heeft het station Batavia–Noord gelegen.
Dit was het eerste station van Batavia. Het was in 1871 geopend door de particuliere Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij, de NIS, met een lijn vanaf een halte bij de haven, via dit station, naar een halte bij het Koningsplein [Medan Merdeka].

Voor ’t station staat een menigte van vehikels, opgehoopt. Dos-à-dos, deleman-cars, mylords, palankijnen – plankies in bataviaas jargon – alles dik onder het stof, want we hebben Oost-moesson. En hele drommen inlanders er om heen.
Het geheel is een wir-war van vreemde vormen, helle kleuren, een mis-mas van veel zonderlings. Europeanen in witte singapore-jasjes, langzaam lopend, bleek en zweterig. Koelies, in zeer kleurige baadjes, zwoegend onder kofferlast. Koetsiers, inlandse, ook in zulke baadjes, klappend met de zweep, sommige erg bruin van gezicht, met glimmende hoeden op, van cocardes voorzien en in livrei, precies de apen van ’t honden- en apenspel, die voor koetsiers fungeren.
[Veth – Het leven in Nederlandsch-Indië, 46-50] 

 

Ga scherp rechts,naar het midden van het plein: Taman Fatahillah.

Zicht op het Museum Fatahillah.

Stadhuis

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Gouverneurskantoor

Gouverneurskantoor – zie geveltop, voormalig Stadhuis.

15 Januari [1926] had in het Stadhuis te Batavia de eerste zitting plaats van den Provincialen Raad [Het Indische Leven, 7, 1457] De vergaderingen van de Gemeenteraad, hier sinds 1905 gehouden, waren verplaatst naar de voormalige burgemeesterswoning aan het Koningsplein.

Hij ziet enkele maleische koelies, onder zware lasten gebukt, langzaam in het zand voooruitstreven, reusachtige tropische boomen met vreemd gekronkelde takken en dicht donkergroen loof op een breed grasveld, eindelijk eene soort van poort en een groot gebouw in zeventiende-eeuwschen, oud-nederlandschen stijl, met torentjes en eene wijzerplaat, het stadhuis van Oud-Batavia.
[Ten Brink – Oost-Indische dames en heeren I, 4-5] 

 

Het torentje van het Museum .

Museum

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Museum Fatahilah

Maar treën wy hooger, naar den stylgespitsten Toren. wat voorwerp! wien zal niet dit schoon gezicht bekoren?
Daar 't oog kan weiden in een' omtrek, eeuwig groen! Geen dorre Winter schend dit bladerryk saizoen;
De Lente en Zomer pronkt met keur van boompluimaadjen.
[De Marre in: De muze van Jan Compagnie, 156] 

Met Beb Vuyk is ze in het torentje van het Stadhuis in Batavia geklauterd, en zij, Peu, is op het dak geklauterd en heeft de juffrouw, die Justitia verbeeldt, op haar jurk getikt, maar die klonk erg blikachtig. Zoo schrijft ze dan over zoo’n incidentje, heel geestig, ook over wat je zag vanaf het dak, de zilveren zee en zoo. Als je Peu nog niet kent, moet dat toch ook beslist plaatshebben. Ze is een schat, met haar magere, fijne gezichtje, waarin heldere bruine oogen flonkeren. She knows about literature!
[Walraven – Brieven, 673-674] 

De klok in het torentje werd geluid bij afkondigingen op het bordes, bij begrafenissen van hooggeplaatste personen en bij terechtstellingen, driemaal, naar gelang de zaak voortging; bij het derde gelui begaven Schepenen zich naar hun balkon. [Oud Batavia I, 284] 
Berlage: Door een oude poort wordt langs een rechte straat het hart der stad bereikt, een rechthoekig plein, met het oude stadhuis in eenvoudigen laat-Renaissance-stijl gebouwd. Het bekronende koepeltje herinnert aan de vele moederlandsche collega’s. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-26, 305] 

 

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein StadhuispleinHet Stadhuisplein was van ouds markt en de loopplaats der schutterij. Daar schijnt ook, te oordeelen naar de schilderij van 1627, naar den papegaai geschoten te zijn *). Bij het aanleggen in 1743 van de waterleiding is vóór het Stadhuis eene “fontein”, dat is een bassin met pomp gemaakt, waarvan in 1835 nog restanten te zien waren. [Oud Batavia I, 282-283] 
*) [Oud Batavia II, 227-228] 

Thans werd binnen de gegraven bak een tweede bak gemetseld met eene leiding, eerst naar de kali, dan daaroverheen, vervolgens onder den grond door langs de oostzij der Buitennieuwpoortstraat, dan onder de stadsbuiten- en binnengrachten door en zoo naar het Stadhuisplein, waar een groot bassin of “fontein” werd gemaakt, uit hetwelk weder andere “fonteinen” door eene leiding werden gevoed. […]De “fonteinen”, beter: bassins, bestonden nog in 1811. Die vóór het Stadhuis was er nog in 1820; later vond men daar een “put”. [Oud Batavia I, 388-389] 

 

Op het terras voor het gebouw vonden de executies plaats.

Terras

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein executies plaats

Vijftien minuten later ben ik op het plein bij het Stadhuis, waarvoor zich zwart en somber het schavot verheft. Een cordon van militairen, infanterie en cavallerie, heeft de ruimte voor en om het schavot afgezet.
De beul, een inlander in de uniform van politie-oppas, met witte broek, staat, evenals zijn helper, onverschillig voor zich uitkijkend, bij de galg, wachtend op den delinquent.
Voor de portiek van het Stadhuis staan officieren, gerechtsdienaars, de assistent-resident, de djaksa (het inlandsch politiehoofd), de controleur, de schouten en andere ambtenaren, met ernstige gezichten bijeen.
Het geheele plein is reeds gevuld met menschen, voornamelijk vrouwen, die in nieuwsgierig zwijgen de executie afwachten.
[Van Maurik – Indrukken van een Tòtòk, 147, 148, 151-152] 


Ga rechts
van het gebouw de straat in: Jl Pintu Besar Utara (Binnen Nieuwpoortstraat).
Links: de ingang van het museum.

Ga na binnenkomst naar het ’achtererf’ van het hoofdgebouw.
Ga vervolgens links, het trapje op en ga het gebouw binnen via de voormalige achteruitgang.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Stadhuis 2Het ligt in het oude centrum van de stad, een prachtig gebouw van twee verdiepingen, verbonden door een fraaie houten trap. De zware vloerbalken maken een zeer authentieke indruk en de zalen zijn in stijl ingericht met oude stoelen en tafels, vazen en schilderijen.
Een kleine handleiding zou niet overbodig zijn, maar bij de ingang kunnen alleen kaartjes gekocht worden, er zitten twee jonge mannen die ostentatief geen informatie geven, misschien ook niets weten. Toch, het is al heel wat dat in een gedekolonialiseerd land nog zoveel aandacht voor het verleden is dat men er zo'n museum voor inricht. 

[Vervoort – Vanonder de koperen ploert, 209] 

 

Plattegrond 1

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Joan van Hoorn 02ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Joan van HoornILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Joan van Hoorn 03

De regeering van Joan van Hoorn kenmerkte zich door niets bijzonders, zijn persoonlijk leven echter door het feit, dat hij na zijn aftreden naar Holland terugkeerde met een voor dien tijd zeer aanzienlijke som van ruim f 472.200 aan wissels. Hij werd zonder eenige staatsie des avonds met lantaarns in de Nieuwe Kerk te Amsterdam begraven. Ik bedoel natuurlijk, nadat hij overleden was.
[Ido – Indië in den goeden ouden tijd I, 87-88] 

Mr. Abraham van Riebeeck, zoon van Johan van Riebeeck den stichter van de Kaap de Goede Hoop. Onder zijn bewind kwamen onder meer tot stand een weg naar de Zuidkust van Java en de eerste koffie-aanplant in de omstreken van Batavia, waar het nieuwe stadhuis in 1710 werd voltooid en de tinmijnen op Banka werden ontdekt.
[Ido – Indië in den goeden ouden tijd I, 88] 

De eerste steen was gelegd op 25 Januari 1707 door Petronella Willemina van Hoorn, het eenige dochtertje van den Gouverneur-Generaal, dat later naar Nederland is gegaan en door wier tweede huwelijk nog heden op het kasteel Rosendaal bij Arnhem vele gedenkstukken van haren voortreffelijken vader bewaard zijn gebleven. [Oud Batavia I, 281-282] 
[zie Over de wandelingen – Verantwoording – Overige geraadpleegde lectuur: Brommer, Bea – To my dear Pieternelletje.] 

 

Plattegrond 2 De Groote of Hollandsche kerk.

Hollandsche kerk

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein nieuwe Hollandsche kerk

Houten model der nieuwe Hollandsche kerk aan het Stadhuisplein. Aangezien het onverklaarbaar is hoe een dergelijk model met bijbehoorende tafel bewaard zou kunnen zijn gebleven, vermoeden wij dat dit model opzettelijk voor het Museum is vervaardigd geworden, uitgaande van de drie teekeningen der kerk bij Heydt, waaronder eene doorsnede en een grondplan. [Oud – Batavia Platen – Album, D 11.]

Het uitwendige dezer nieuwe van baksteen gebouwde koepelkerk zal men het best leeren kennen […] van het houten model, dat naar Heydt’s teekeningen daarvan is vervaardigd. Hare inrichting had eenige overeenkomst met die van de iets oudere Luthersche kerk te Amsterdam, welke eveneens aan een schouwburg deed denken. Van buiten was zij, doordat de koepel niet rustte op een veel ruimeren onderbouw, nogal plomp, ofschoon niet zoo erg als de tegenwoordige Willemskerk, die eenigszins aan de nieuwe Hollandsche kerk herinnert. Het grondplan was niet, zooals tevoren, een kruis doch een achthoek met een zwaren pilaar op elk der hoeken; om den achthoek heen een couloir.[…] Het eigenaardigst van deze nieuwe Hollandsche kerk was de koepel met leien dak boven den achthoekigen middenbouw, die zoodanig boven de huizen der stad uitstak, dat de zeeman hem als baken gebruikte. Cook en De Bougainville hebben zich daarnaar gericht, toen zij op Batavia toestevenden. Wegens dien koepel noemden de Engelschen deze kerk Saint Paul’s. [Oud Batavia I, 297-301] 


Plattegrond 3 – Foto van het schilderij van Coen; het origineel hangt in het Westfries Museum in Hoorn.

Coen

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein schilderi van Coen

Jan Pieterszoon Coen, de stichter van Batavia, met één hand in de zij, een houding die door de Javaan (en daarmee ook door mijn familie en mijzelf en als gevolg van mijn opvoeding tevens door mijn twee zonen) als onbeschoft wordt ervaren, lijkt zich bewust te zijn van het getypte onderschrift: 1619-1623. De man die door zijn genie en ver vooruitziende geest den grondslag wist te leggen voor het koloniaal bezit van Nederland.
[Bloem – Vaders van betekenis, 171-172]

De chroniqueurs en hofdichters van Mataram wisten de nederlaag aan de monding van de Tjiliwung op den duur voor hun eigen landgenoten aanvaardbaar te maken: de legeraanvoerder van de sultan zou een verrader geweest zijn, bijtijds door de Hollanders ontmaskerd; het Hollandse Batavia was eigenlijk een vazalstaat van Mataram; Coen, die in de volksmond ‘Djankung Kuning', lange gele, heette vanwege zijn opvallende gelaatskleur (met wat goede wil te duiden als kulit langsep, de matgouden teint van koningen en edelen uit de Hindu-Javaanse voorstellingswereld), zou de afstammeling zijn van een prinses van het West-Javaanse rijk Pajajaran, en dus inheemse rechten op de grond bezitten, waardoor het de vorsten van Mataram mogelijk werd hem au sérieux te nemen.
[Haasse – Krassen op een rots, 47-48] 


Ga de trap op.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein monumentale trap ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein trap 2Het eenige, wat indruk maakt, is de breede monumentale trap naar boven met sierlijk gesneden leuning. [Oude Hollandsche Bouwkunst in Indonesië, 48] 

 

Plattegrond 4.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein kamertjeDe bovenverdieping van den middenbouw wordt ingenomen door een ondiep maar nogal breed kamertje, waar Heeren Schepenen in groot kostuum voor de vensters zaten, wanneer de sententiën werden voorgelezen aan de beneden met het gezicht naar het Stadhuis op eene rij geplaatste veroordeelden, en waar zij vervolgens de uitvoering der vonnissen gadesloegen. [Oud Batavia I, 283-284] 

Onderwijl had zich een Predikant op het schavot gevoegd, die een gebed ten Hemel opzond voor elken ter dood veroordeelde, zoo mogelijk in diens eigen taal, na te hebben getracht hem nog op het laatste oogenblik tot inkeer te brengen. [Oud Batavia I, 290-291] 

 

Plattegrond 5

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein kaarsrechte PrinsenstraatOok de lange, smalle kamer aan den voorkant van het gebouw, op de eerste verdieping, waar de rechters getuige waren van de executies, die op het terras buiten plaatshadden – dat getuige-zijn behoorde tot hun taak en na afloop gingen zij dan smakelijk eten! – die kamer is er nog altijd, hoewel er niets bizonders is te zien. Maar met enige historische eruditie kan men hier de geesten van het verleden oproepen, en als men uit de ramen ziet, ligt de kaarsrechte Prinsenstraat voor u, met in de verte, aan het einde, de Amsterdamse Poort,
[Walraven – Eendagsvliegen, 288-289] 

Bovendien waren het Kasteel en het Stadhuis aan de einden geplaatst van een 'architectonische as', welke niet samenviel doch evenwijdig liep met de ‘verkeersas’ van de Nieuwpoortstraat. De beide gebouwen waren de architectonische polen van de stadskern. Het Stadhuis, zetel van het stedelijk bestuur, symbool van Batavia’s leven, was het monumentale tegenwicht van het Kasteel, symbool van Batavia’s geboorte. [Locale Techniek-6-2, 56] 

Soortgelijke symbolische verbindingen zijn te zien in oude Javaanse steden, zoals in Yogyakarta: Kraton – Gunung Merapi. Aan de zijkant van het plein voor de Kraton ligt de Moskee; aan de zijkant van het Stadhuisplein lag de Hollandsche Kerk. 

 

Plattegrond 6Banku Panjang

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Banku PanjangKomt men in inventarissen van 1661 en later meubelen, vooral ebbenhouten meubelen, tegen, die de notaris beschrijft als “gedraaid” of “geslingerd”, dan is men geneigd dit voor eene aanwijzing te houden, dat te Batavia eene eigen mode zich baan brak, waaraan wij de vele ebbenhouten banken en stoelen te danken hebben, die door hunne getordeerde pooten, leuningspijltjes en dwarsregels evenzeer het oog trekken als door hunne stijve, strakke en ongemakkelijke lijnen. Beschouwt men tegelijk de oostersche motieven van het ornament, dan wordt men versterkt in de meening, hier met iets heel eigenaardigs te doen te hebben. Maar raadpleegt men een handboek over meubelkunst, dan blijkt het model dezer vreemdsoortige voorwerpen eenvoudig ontleend te zijn aan de toenmalige Hollandsche mode. [Oud Batavia II, 97] 

 

Ga rechtsaf, langs de trap.
Plattegrond 7 – De vergaderzaal van de Schepenen.

Schepenen

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Schepenen

Aan de andere zijde van den middenbouw was op de bovenverdieping de vergaderzaal van Schepenen, dicht bij de Stadsboeien. Tusschen beide gerechtskamers bevonden zich denkelijk de lokalen van de Weesmeesteren. Omtrent de kamers der verdere collegiën is niets te zeggen. [Oud Batavia I, 284] 

Er is een stadsgebied, onderscheiden van dat van het Kasteel [de ‘Regeering’]; er is een Stadhuis met een stadsgevangenis, waarin diegenen worden opgeborgen, die voor het College van Schepenen zullen terechtstaan, dat ten Stadhuize zetelt; dit College voert een stadszegel met het stadswapen, heeft eene stadskas, maakt stedelijke keuren, int stedelijke belastingen en beschikt over stadsbedienden en eene stedelijke politie; de schutterij bewaakt de stadslandpoort, welker sleutels berusten bij den aan Schepenen ondergeschikte Baljuw, die het recht heeft deze krijgsmacht te requireeren. [Oud Batavia II, 296] 


Plattegrond 8.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Ambons houtTafel van Ambons hout.

Er is een tijd geweest, dat het ebbenhout domineerde en een tijd, dat het uit de mode was geraakt en het Ambonsch hout de voorkeur had verworven, maar van alleenheerschappij eener houtsoort was vroeger nooit sprake. [Oud Batavia II, 87] 

Ofschoon Ambonsch geheeten, werd het vooral geleverd door Ceram. Door den tijd wordt het zwartachtig; men kan het echter, zegt Rumphius, onderscheiden door er wat zout water op te gieten, dat dan terstond eene groene kleur aanneemt. In de 18e eeuw won dit prachtige meubelhout steeds meer veld, ook in verbinding met ebbenhout voor lijstwerk. Nog omstreeks 1825 komt het dikwijls in boedels voor. [Oud Batavia II, 92] 

 

Van kist tot commode.

Tegen beschadiging was de kist voorzien van metalen beslag en knoppen; voor het versjouwen had zij stevige hengsels; het sleutelgat was beschermd door eene metalen plaat. De eenvoudigste samenstelling is wel die met een openslaand deksel. Verlangde men wat meer gerief voor de sorteering van zijn goed, men bracht in de onderhelft laden aan. Om niet te veel te bukken, zette men het meubel op een onderstel. Wie aan de wal dacht te blijven deed onder zijne kist pooten maken. Tot meer gemak liet men het openslaande deksel varen, maakte de pooten hooger en voorzag de heele kist met openslaande vakken of schuifladen, die men beschermde door deuren met een slot. Aldus voltrok zich in Indië, evenals vroeger in Holland, de geleidelijke overgang van de kist tot de kast. [Oud Batavia II, 108] 

 

Plattegrond 9Schrijfkabinet.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Schrijfkabinet 2Van Bataviasche tafels valt weinig te zeggen. Er is eene kleine vierkante soort die uitgeslagen kan worden, waarbij de pooten zich in de lengte splitsen. Ook het schrijfcomptoir of bureau en de secretaire met neerslaand blad heeft niets eigenaardigs. Soms is er eene kast aan verbonden, zoodat het een schrijfkabinet wordt. [Oud Batavia II, 113] 

Natuurlijk moet men ook onthouden, dat een meubel kan zijn ingevoerd uit Europa. Wie met behoorlijke vooruitzichten naar Indië ging, nam niet zelden wat meubelen mee, maar overigens bepaalde zich de invoer uit Europa in de 17e eeuw bijna geheel tot spiegels. In het midden der 18e neemt deze invoer toe, vooral in verband met de opgekomen voorliefde voor marmeren tafelbladen, en tegen het einde dier eeuw, toen het Ambachtskwartier uitteerde en verkwijnde, kreeg de import een belangrijken omvang. Nadat eindelijk het Kwartier was verdwenen, voelde men zich voor goede huisraad zoozeer van Europa afhankelijk, dat omstreeks 1820 geheele ameublementen vandaar werden besteld. De goedkoope Chineesche schrijnwerker won echter gestadig terrein. [Oud Batavia II, 96] 

 

Plattegrond 10.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Schepenkast

Evenals met het Bataviasche huis het geval is geweest, had niemand, tot een vijfendertig jaar geleden, ooit aandacht geschonken aan Bataviasche meubelen. Enkele belangstellenden wisten wel, dat in het Museum van het Bataviaasch Genootschap eene fraaie oude kast stond, die de Schepenkast heette, [Oud Batavia II, 83] 

De zoogenoemde “Schepenkast” […], versierd aan weerskanten met zwaar verguld snijwerk en dragend op de kap rechts het beeld der Waarheid (met een spiegel en eene slang, die zij worgt) en links dat der Gerechtigheid, beide evenzoo verguld. Daartussen in goud en kleuren veertien wapenschilden. […]In het midden vlak onder de kroon staat het wapen van Mr. Reijnier Stapel, die sedert 12 Juni 1745 President van den Raad van Justitie te Batavia was. Recht daaronder dat van Jacob van der Sleijden, sedert 2 Dec. 1746 Secretaris van dat College. Tusschen hen beide naar rechts van den lezer dat van Mr. Theodoor van Revershorst, lid van dien Raad, en naar die zelfde zijde aan het eind Mr. Johannes van Schevenhuijsen […]. Aan de linkerzij vinden wij (No. 3 van het eind af) Mr. Jacob Willem Bake en (No. 5) Mr. Jacob Pompe van Meerdervoort, die ulto. Juni 1749 nog in den Raad van Justitie zat, maar 1 Sept. 1750 niet meer. De kast is dus gemaakt tusschen 20 Febr. 1748 (toen Van Suchtelen uit den Raad van Justitie trad) en 1 Sept. 1750 (toen Pompe geen lid meer was). Zij heeft niet aan Schepenen behoord doch aan den Raad van Justitie. [Oud – Batavia Platen – Album, C 24.]

Deze Raad [van Justitie] had zijne vergaderzaal, de tegenwoordige trouwkamer, op de bovenverdieping nabij de in den oostvleugel gevestigde Compagniesboeien. [Oud Batavia I, 283] 

Niet geboren te Batavia doch aldaar den 30 April 1818 op 60-jarigen leeftijd gestorven, is een meer geruchtmakend Mixties, Doctor in de Philosophie, […]eindelijk lid van den Raad van Justitie te Batavia, Mr. Pieter Philips Jurriaan Ondaatje, [Oud Batavia I, 548] 

 

Plattegrond 11 – Verplaatsbaar schot.

Compagnie

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Verplaatsbaar schotILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein wapens van BataviaEnkele belangstellenden wisten wel, dat in het Museum van het Bataviaasch Genootschap, een kunstig gesneden schutsel [stond] met de wapens van Batavia en de kamers der Compagnie, mitsgaders enkele vreemdsoortige stoelen en wat ouderwetsch huisraad. [Oud Batavia II, 83] 
[Van links naar rechts: Delft, Rotterdam, Amsterdam, Batavia, Middelburg, Hoorn en Enkhuizen.] Voor toelichting op het Wapen van Batavia, zie [Oud Batavia I, 38] 


Plattegrond 12.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein latafel

 

De latafel of commode met zwellend front en zijden is evenals de hoogere chiffonnière [ladenkast, waarbij de zijstijlen als poten doorlopen] uit het midden der 18e eeuw. Het kabinet met zijne vele loketten en schuiflaadjes wordt intusschen ook wel als bewaarplaats van kleedingstukken gebruikt. De kast heeft soms eene gebogen kap met platte vlakken, waarop een stel “kaspotten” wordt gezet; dan weer draagt zij eene vlakke geprofileerde kroonlijst of eene uitgesneden en met de initialen of het wapen van den eigenaar versierde kuif. [Oud Batavia II, 110] 

 

Ga naar beneden

Plattegrond 13.

Steem

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Prasasti Tugu

Links op de foto: Prasasti Tugu, rechts Prasasti Ciaruteun.

Bij Toegoe, niet ver van Tandjoeng Priok, de haven waar Batavia nu zo trots op is, naar de kant van de Tjitaroem toch weer, werd een steen ontdekt ‘van eenigszins conischen vorm’, nu in Batavia's Museum ondergebracht, waarop de grote Kern ontcijferde: ‘Door een sterkarmigen, eerwaardigen oppervorst eertijds stroomde de Candrabhâgâ, na de genoemde (of: een beroemde) stad bereikt te hebben, in zee; (namelijk) door den doorluchtigen Poernawarman, die door voorspoed en deugden schitterde en boven andere vorsten uitmuntte, in het 22ste jaar zijner gelukkige regeering. […]
[Du Perron – Verzameld Werk VII, 334-335] 


Plattegrond 14.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Steen uit Batu TulisILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Steen bij Batu Tulis←Steen uit Batu Tulis. Steen bij Batu Tulis. →

Dicht bij een inlandsche kampong, die haar naam van die nabuurschap afleidt, vindt men [zuid van Bogor] den zoogenaamden Batoe Toelis: een veld, bedekt met eene menigte steenen zerken, sommigen op den grond liggend, anderen nog rechtop staande, die versierd zijn met basrelieffiguren en overdekt met inscripties. Men heeft het opschrift van de grootste dezer gedenktafels, in oud-javaansche letterteekens gebeiteld, ontcijferd; het verheerlijkt de deugden en roemrijke daden van een Hindoekoning. En de uitgesleten woorden en grove afbeeldsels, nog herkenbaar op de andere steenen, vermelden waarschijnlijk vorsten en veldheeren uit denzelfden tijd.
[De Wit – Java, 200, 205-206, 211-213] 

 

Ga terug naar de ingang.
Ga
bij het verlaten van het gebouw rechtsaf, naar de voormalige Stadsboeien.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein voormalige StadsboeienDe beide vleugels van het Stadhuis hebben ten allen tijde tot gevangenissen gediend, en dienen daartoe ook nog; hunne beneden-verdieping wordt door den Concierge en zijn huisgezin bewoond; op de eerste verdieping zijn drie of vier luchtige en ruime vertrekken, die voor Europische en aanzienlijke inlandsche gevangenen bestemd zijn. De groote binnenpleinen achter het gebouw zijn met kamers en hokken omringd, in welke de overige gevangenen des nachts opgesloten worden. Ik bewonderde de goede orde en de zindelijkheid, welke hier heerschten.
[Olivier – Tafereelen I, 160-162] 
Maar het terrein is thans lang niet meer hetzelfde als toenmaals. De gevangenissen langs de heele zuidzijde der binnenplaats zijn verdwenen en op die plaats zelve zijn allerlei hulplokaaltjes gezet, die allerminst doen denken aan iets dramatisch. [Oud Batavia I, 286] 
Het logies op de bovenverdieping der cipierswoning zal echter nogal dragelijk geweest zijn. Deze bovenkamers zijn later gebruikt voor gevangenis van Europeanen en aanzienlijke Inlanders. Zoo heeft Dipo Negoro daar enkele maanden doorgebracht vóór zijne opzending naar zijn verbanningsoord. Onder de Stadsboeien was een kelder, die al van vóór den bouw van het nieuwe Stadhuis dateerde en vermoedelijk het reeds anno 1640 vermelde “doncker gat” is. Bij de verbouwing van 1710 werd deze kelder zes voet diep gemaakt en kreeg hij een driedubbelen vloer: een van metselsteenen in kalk, een van klinkers in cement en een van kuststeenen in cement, alles natuurlijk tegen het insijpelen van het grondwater; rondom langs den wand was eene gemetselde bank. [Oud Batavia I, 287-288] 

 

Ga terug en loop langs het gebouw met links de gevangeniscellen.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein gevangeniscellenOpzij, in de Binnen Nieuwpoortstraat, ga je door het poortje met het spiegat en den klopper naar de achterplaats, waar de oude cellen zijn, die de gevangene niet veroorloofden rechtop te staan. Blijkbaar zaten ze daar zichtbaar voor iedereen, achter de dikke tralies. Ik hoop van harte, dat men aan dit Stadhuis niet gaat verbouwen, niet gaat breken!
[Walraven – Eendagsvliegen, 288-289] 
Behalve deze gevangenis had elk der beide rechtbanken hare gevangenkelders onder de vergaderzaal in het hoofdgebouw en uitziend op de binnenplaats. De Raad van Justitie had er twee, Schepenen drie. Ondiepe en lage kelders, met tongewelf en een enorm zwaar traliewerk voor de vensteropening, welke de eenige ventilatie uitmaakt, die bovendien oudtijds nog belemmerd werd door een muurtje, dat de kelders afsloot van de binnenplaats. [Oud Batavia I, 284-285] 

 

Op de binnenplaats:

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein MercuriusILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Erberveld 1Het beeld van Mercurius stond op de brug voor de voormalige Sociëteit “de Harmonie”. Op die plaats staat nu een kopie. [Jakarta 5 Rijswijk-Noordwijk.]

Ga rechtdoor, naar het eind van de binnenplaats, voor De Steen van Erberveld.

Erberfelt (Pieter) was een vermogende halfbloed Europeaan die (naar op de pijnbank verkregen bekentenissen) een uitgebreide samenzwering op touw zette om alle Europeanen te vermoorden en daarna zelf hoofd van de regeering te Batavia te worden. [Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 297-298], [Het Indische Leven,3-20, 386-387], [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-4, 37-38] 

 

Ga terug naar de andere kant, naar de ingang / uitgang van het museum.
Ga na het verlaten van het museum linksaf: Jl Pintu Besar Utara (Binnen Nieuwpoortstraat). 

Rechts: Djakartér.

Koloniale Zee en Brand Assurantie.

[1913] Voordat de Koloniale Zee en Brand-Assurantie-Maatschappij, het gebouw aan de Binnen Nieuwpoortstraat te Batavia, vroeger in gebruik bij de NILLMIJ, betrok, werd dit volgens de plannen van het Architecten-Bureau Ed. Cuypers en Hulswit verbouwd. [Het Nederlandsch-Indisch Huis oud & nieuw-1, 109] 

In de jaren na 1900 was er zelfs een kleine ‘trek’ merkbaar om ook overdag de stoffige benedenstad te verlaten, en de kantoren over te brengen naar Weltevreden; speciaal dan zulke kantoren, die veel met het publiek te maken hadden, en niet zóó aan banken en andere handelslichamen gebonden waren, dat een verplaatsing schade kon doen. [Indië, geïllustreerd weekblad, 2, 69] 

 

Rechts: Historia

‘Achterbouw’ van gebouw ‘MUCH.
’Achterzijde kantoorgebouw van de Maatschappij voor Uitvoer en Commisiehandel
Het nieuwe gebouw der Much bestaat feitelijk uit twee gebouwen, n.l. het hoofdgebouw aan de Kali Besar dat door de Much zelf wordt gebruikt en een gebouw aan de Binnen Nieuwpoortstraat dat bestemd is om te worden verhuurd [in twee gedeelten; twee deuren]. [Het Nederlandsch-Indisch Huis-3, 37-45] 

 

Rechts: 7. Naamloos.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Effectenbeurs Handelsvereniging BataviaEffectenbeurs en de Handelsvereniging te Batavia, voordien N. – I. Escompto Mij. (1913 – Moojen.)
Zaterdag, 25 Juli [1925], herdacht de ‘Handelsvereeniging te Batavia’ haar 75-jarig bestaan. [Het Indische Leven, 6, 1349] 
De afgelopen week kenmerkte zich door zeer weinig zakenlust. De exporteurs voelden, dat weder nieuwe verrassingen te verwachten waren, welke verwachting bewaarheid werd. [De Locomotief, 3-Februari-1917] 
Opgave van de Handelsvereniging over stijgende prijzen [De Taak, 3, 52-53] [De Taak, 3, 209] 
Door het weigeren van alle remmen reed de trein langs dit kop-station met een flinke vaart dóór, verbrijzelde een muur, en reed de Binnen-Nieuwpoortstraat in, waar hij vlak voor het oude gebouw der Escompto tot stilstand kwam. [Het Indische Leven, 9, 1312] 
In de gevel wapens in tegels, v.l.n.r.: Nederlandse Leeuw, vrouw met anker en leeuw = Semarang, Batavia, vis en kaaiman = Surabaya en Amsterdam.
Voor toelichting op het Wapen van Batavia, zie [Oud Batavia I, 38] 

 

 Links: 10. Balai Konservasi.

Handel Mij. v/h De Lange & Co, Binnen Nieuwpoortstraat 18.
De Regeering had op het onderworpen gebied contracten gesloten en voor de richtige uitvoering daarvan zich in verbinding gesteld met een der voornaamste en soliedste handelshuizen te Batavia, met name de firma De Lange & Co. Deze heeft toen in 1880 te Oleh-leh een soort filiaal opgericht, dat het eerste handelshuis op Noord-Sumatra werd. Zooals bekend, bestaat de firma De Lange & Co. nòg, en als men dan spreekt van den goeden, ouden tijd in Indië dan mogen wij haar, de ruim honderdjarige, hier zeker wel een eeresaluut brengen, dat zij ook nà dien ouden, gouden tijd voor den handel, er nog zoo kras en fleurig uitziet.
[Ido – Indië in den goeden ouden tijd I, 74] 

 

Rechts: Mandiri.

Escompto

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Nederlandsch Indische Escompto Maatschappij

Nederlandsch-Indische Escompto Maatschappij (1923, Van den Berg en Pichel)

De frontbreedte aan de Java-Bank-straat is 59 M., terwijl de afgewerkte gevel aan de Binnen-Nieuwpoortstraat 70 M. lang zal zijn. In deze laatsten gevel zal de hoofdingang van het gebouw komen. [Het Indische Leven-5, 14-17] 

De bochtige Ciliwung werd spoedig door een recht kanaal vervangen. De gedempte kronkels van de rivier bleven uiteraard slechte bouwgrond en zij hebben bouwers langs de kali Besar steeds veel last veroorzaakt.
Het gebouw van Escompto staat gedeeltelijk boven een van de oude rivierbochten en het begon gedurende de bouw al te verzakken. [Locale Techniek-6-2, 56a] 

 

Links: 4. Assuransi Jasa Indonesia: Jasindo.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein De NederlandenILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Assuransi Jasa IndonesiaDe Nederlanden van 1845, (1913, Berlage).

[1923] De laatste berichten meldden, Dr. P.H. Berlage komt naar Indië in verband met een regeeringsopdracht tot uitbrenging van een advies over de restauratie der Indische monumenten. Dr. Berlage zal – nadat vele West – en Oostmoessons zijn gegaan over de gebouwen die hij in het Moederland voor ’t verre Oosten ontwierp, thans gelegenheid hebben persoonlijk kennis te nemen van de uitvoering zijner geestesproducten. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-26, 88-89] 

Op de hoeken van de gevel verrijzen twee massieve kleine torens boven het opvallend ver uitstekende dak dat de zolderverdieping tegen al te grote hitte moet beschutten.

 

Links: op de hoek van Taman Stasiun Kota (Stationsplein), Bank Mandiri.

Nederlandsch Indische Handelsbank (1940, C.P. Wolff Schoemaker en R. Schoemaker). [Het bankwezen, 117-128].
NB. Restauratie: marmer en lampen conform origineel, zie foto Museum Mandiri.
NB. Sterrenbeelden in de gebrandschilderde ramen boven de ingang.

Het werken bij de bank beviel me matig, zowel om de mentaliteit die een groot deel van de bankemployés had, het geringe succes, dat we met ons “beschavingswerk" hadden en om het personeelsbeleid, waar ik vooral veel mee te maken kreeg toen ik chef personeelszaken voor het uitgezonden personeel werd.
[Trekkers en Blijvers, 178-181] 

 

Rechts: Museum Bank Indonesia.

Javasche Bank

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Hoofdkantoor Javasche Bank

Hoofdkantoor van De Javasche Bank (1913, Cuypers – 1924, nieuwbouw aan de Bankstraat en aan de kali, Cuypers en Taen – 1937, nieuw frontgebouw, Taen en Nix).
In de VOC-tijd de plaats van het Binnenhospitaal.

Bij besluit van de opperbevelhebber zijn de Javase Bank – waarvan de heropening al maanden geleden door de bezetters werd bekendgemaakt – en 8 andere Indische banken geliquideerd. Deposito’s zullen alleen worden terugbetaald ‘als er geld beschikbaar is' (hetgeen uiteraard niet het geval is). En dan nog uitsluitend aan Chinezen en Indonesiërs. Het bankpapier van de Javase Bank blijft gedeeltelijk in omloop. Van Indonesische zijde hoorde ik, dat het geleidelijk zal worden ingenomen, tot op een bedrag van ongeveer 500 miljoen gulden.
[Bouwer – Het vermoorde land, 135a] 
Wanneer men de weekstaten van de Javasche Bank gedurende den oorlogstijd [WO I] ter hand neemt. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-3, 327, 329] 

 

Rechts: Museum Bank Mandiri.

Handelmaatschappij

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Factory Nederlandsche Handelmaatschappij

Hoofdkantoor Factory der Nederlandsche Handelmaatschappij en tevens vestigingsplaats van het Algemeen Landbouw Syndicaat

Optreden tegen rampokkers ’s avonds was moeilijk. Er werd herhaaldelijk geschoten, maar de rampokkers waren in de kleine zijstraten van Senen niet te achtervolgen. Idem waren de ervaringen in de compagnie (Stadswacht) van luitenant Daum, die in de benedenstad in het Factorij-gebouw zijn hoofdkwartier had. Een partij rampokkers stond daar onder leiding van een Arabier. Zij stalen alle toko's op Glodok volledig leeg. Als een bewijs dat er wel opgetreden was, zei hij, dat er op de stoep van Kit Lok Yong 3 lijken gelegen zouden hebben.
[Jansen – In deze halve gevangenis, 169-170] 

De eerste compagnie van de Seaforth Highlanders was ondergebracht in het gebouw van de Factorij (De Nederlandsche Handelmij, achter Glodok) dat met z’n stevige muren en zwaar getraliede benedenvensters een soort fort vormde. Van daaruit vertrokken de patrouilles: twee of drie trucks onder leiding van een luitenant, en op de normale rondes werden de posten bezocht, die verdeeld waren over minder prettige buurten als Djembatan Lima, Kalimati, Pasarpisang en Malaka. Ik zal die lange ritten door duister Oud-Batavia niet gauw vergeten.
[Fabricius – Hoe ik Indië terugvond, 63-64] 

 

Ga via de trap, onder Taman Stasiun Kota (Stationsplein) door.

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein StationspleinAl deze recente immigranten hadden geen dak boven hun hoofd en sliepen dus onder den vrijen hemel ( de westmoessonregens waren nog niet doorgebroken). Op het stationsplein tegenover de Factorij, waarin de Schotten zaten, kampeerden er honderden, misschien onder het excuus een vroegen trein af te wachten. In elk geval toonden ze op zulk een wijze duidelijk hun vertrouwen in de Britsche bescherming – en konden meteen ’n oog houden op het vertrekken en terugkeeren der patrouilles. Met Oostersch fatalisme strekten ze zich midden op straat uit, aldus een levende barrière vormend in het zicht van onze autolampen, wanneer Charteris en ik ons vaste avondbezoek aan de Seaforth compagnie brachten. Gelukkig waren we er op voorbereid.
[Fabricius – Hoe ik Indië terugvond, 71-72] 

 

Ga, na weer boven gekomen te zijn, naar de ingang van het station aan de zuidzijde.

Rechts: Zicht op (Dharma Niaga).

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein De OlvehHet Onderling Levensverzekering Genootschap “De Olveh van 1879” (Onderlinge Levensverzekering van Eigen Hulp) (1922, R. Schoemaker).

[1921] Dezer dagen had aan de Voorrij-Zuid hier ter stede de plechtige eerste-steenlegging plaats van het nieuwe gebouw der OLVEH. De plechtigheid zelve werd met kennis van zaken en volgens de eischen der techniek verricht door het dochtertje van den Directeur, jongejuffrouw Peereboom Voller. [Het Indische Leven,2-33, 651] 

[7 Januari 1922.] Na een ware rondwandeling door de Indische hoofdstad – op vier andere plaatsen was eerst het kantoor gevestigd – betrok het Indische agentschap van de Onderlinge Levensverzekering Van Eigen Hulp dezer dagen het nieuw eigen gebouw aan de z.g. Voorrij-Zuid, tegenover het station Batavia-Zuid, en gisteren werd het ter bezichtiging van het publiek gesteld. [Het Indische Leven,3-21, 412] 

 

Links: Stasiun Kota

Station ‘Batavia Benedenstad’ (1929, Ghijsels – Hes – Burhoven Jaspers).

In 1887 begon de particuliere Bataviasche Oosterspoorweg Maatschappij, de BOS, een spoorwegverbinding van het huidige station Kota via Kemayoran en Senen naar Jantinegara, '‘Meester Cornelis'’ Tien jaar later werd de BOS overgenomen door de Staatsspoor- en Tramwegen, afgekort de SS. Het station, dat ongeveer op deze plaats lag, heette Batavia-Zuid. ↓ Station Batavia –Zuid omstreeks 1920  [Het Indische Leven,1-33, 654]

ILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein Station BataviaILW Jakarta 2 Stadhuisplein Stationsplein voormalige BOS station