De laatste waarnemingen zijn gedaan in 2018
De wandeling in PDF formaat

Indien u zich met een taxi naar het beginpunt van de wandeling laat brengen is het misschien aardig om even langs het huis aan de Jl Sangkuriang no. 17 te rijden.

Jl Sangkuriang (Lammingaweg) no. 17, DinasPsikologi, (Villa Mei Ling van Han En Kan – 1932, Brinkman-Voorhoeve).
N.B. Inscripties links en rechts van de ingang.

Villa Mei Ling

ILW Bandung 4 Dagoweg Villa Mei Ling van Han En Kan[G.G.] Van Starkenborgh was, volgens een tevoren vastgesteld plan, ruim twee weken eerder in het nachtelijk duister uit Indië’s hoofdstad Batavia weggereden, hij had aanvankelijk zijn intrek genomen in een aan de noordelijke rand van Bandoeng gelegen villa van een Chinese miljonair maar was na enkele dagen verhuisd naar de midden in de stad gelegen ambtswoning van de resident. Daags tevoren, op zaterdag 7 maart, waren evenwel de bijgebouwen van die residentswoning getroffen door een Japanse bom – de gouverneur-generaal was toen naar de miljonairsvilla teruggekeerd. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 1-2] 
In de jaren '20 behoorden de Indische Chinezen die mèt Kan in de Volksraad kwamen (hijzelf werd telkens door het gouvernement, waarmee hij op uitstekende voet stond, herbenoemd), tot de behoudenden. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 424-427] 


Begin van de wandeling: Jl Ganesha:
ITB: Institut Teknologi Bandung.(THS: Technische Hoogeschool – 1920, Maclaine Pont).
Na de ingang: grote gebouwen rechts en links, de Aula timur en de Aula barat.

THS

ILW Bandung 4 Dagoweg Institut Teknologi Bandung

Dan was na de Eerste Wereldoorlog in Indië ook een begin gemaakt met hoger onderwijs: in Bandoeng werd in 1920 een Technische Hogeschool geopend (deze kende slechts één studierichting: die voor civiel ingenieur), [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 137-138] 

Want zelfs tegemoetkomendheid is gevaarlijk bij dit zoeken naar een eigen stijl. Ik denk b.v. aan de Hollandse bouwmeester die Bandung heeft opgeknapt met een, naar men zegt, zeer doelmatig Technische Hogeschool-gebouw, geïnspireerd op het menangkabouwse familiehuis.
[Romein-Verschoor – Met eigen ogen, 62] 

Wolff Schoemaker: .... dat de Technische Hoogeschool ontworpen werd met ontleening van eenige trekken aan den Menankabauschen bouwtrant, welke hier op Java op vreemden bodem staat. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift -25, 376] 

Dr. Berlage [had] de gelegenheid zijn persoonlijke meening te uiten over de waarschijnlijke ontwikkeling der Indonesische Bouwkunst, omdat aan het bouwwerk der Technische Hoogeschool zichtbaar was aangetoond, dat de Bouwmeester wetenschappelijk onderlegd en vertrouwd met Westersche constructiebegrippen, in zich opnemende de geestelijke stroomingen en Inheemsche kunsttradities’s geroepen is, mee te werken aan de ontwikkeling van een Indonesische Bouwstijl.’ [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-27, 78d].

[1925] Zooals men wellicht nog niet weet is de studie aan deze Technische Hoogeschool een vierjarige, in tegenstelling met de Delftsche studie, welke normaal op vijf jaar gesteld wordt. Het reglement schrijft een verplicht en gecontrôleerd college-bezoek voor; meer in tegenstelling met Delft, waar vrije studie heerscht. [Indië geïllustreerd weekblad-8, 438-439] 

Aan het Koninklijk Instituut voor technisch hoger onderwijs, dat te Bandoeng de Technische Hogeschool stichtte, schonk Bosscha een bedrag van f. 100.000. –.
[Koch – Batig slot, 65-66] 


NB: Daklijnen, zuilen, verbindingsgangen, deuren, ventilatie.
Oost van de oostelijke aula: kunst!

Technische Hogeschool

ILW Bandung 4 Dagoweg Technische Hoogeschool kunstacademie

Aan de Technische Hogeschool in Bandung is een kunstacademie verbonden. Hier ziet men misschien meer dan waar ook, dat een moderne cultuur voor Indonesië niet kan groeien in een cultuur-reservaat, dat nationale groei betekent opnemen van het Westen. Of men kan het ook zo zeggen: wat wij verwestersen noemen is eigenlijk niet anders dan moderniseren, aanpassen, sociaal, economisch en cultureel, aan een wereldniveau. Maar op het terrein van de beeldende kunst beschikt men voor de daarvoor noodzakelijke scholing uitsluitend over reproducties, waarvan er overigens een met zorg gekozen collectie is aangelegd.
[Romein-Verschoor – Met eigen ogen, 58] 

In Bandoeng is een Technische Hoogeschool. Ik zie elk jaar een soort van almanak, uitgegeven door het Bandoengsche Studentencorps. Het is armzalig en meelijwekkend, wat je daarin lezen kunt. Z.g. schetsjes en versjes van een stumperigheid, die niet te beschrijven is. En, naar Indische gewoonte, missen ze elke zelfkritiek. Als ik er in de krant den draak mee steek, schrijven ze een ingezonden stuk. En dat moet je dan lezen! Alsof twee wijven van Tandjong Perak voor den landrechter komen met hun krakeel.
[Walraven – Brieven, 300] 

Een H.B.S.-abituriënt, een jongen van misschien 17, 18 jaar in Europa, weet soms meer van het leven dan onze intellectuelen, studenten of afgestudeerden.
[Kadt, de – Indonesische tragedie, 103-104] 


Ga naar de overkant van ITB: Taman Ganesha (Yzermanpark).

Niet lang daarna is Dr J.W. Yzerman weer eens naar Indië vertrokken, voor de oprichting van de Technische Hoogeschool te Bandoeng. Geen ander dan hij had dit plan zoo spoedig kunnen omzetten in een daad. [Nederlandsch Indië–Oud & Nieuw-5, 356] 

ILW Bandung 4 Dagoweg Yzermanpark 1ILW Bandung 3 Gedung Sate Tjihapit Opvoedingsgesticht Gebouw Volksvertegenwoordiging

Na de regen, bij het Yzermanpark, tegenover de Technische Hogeschool, kwamen we Joppie tegen, ook uit onze klas maar niet tot de inner circle behorend, met enorme zeiloren. Hij deed of hij ons niet zag, maar toen we hem gepasseerd waren, floot hij schril en riep: 'Ontdekt jullie, ontdekt!' Ik keek naar Dollie en zij naar mij. Zij had gloeiende wangen, ik ook.
[Springer – Tabee, 24] 



Eenige maanden geleden was het daar nog rimboe en kampong; nu treft men er het schitterende Yzermanpark met z’n professorenwoningen, zijn toerwegen langs de Tjikapoendoeng-vallei, z’n vijvers, fonteinen, pergola’s en wandelpaden – project van den bouwkundig-ingenieur H. Maclaine Pont, denzelfden kunstenaar, die op de Technische Hoogeschool zijn eigenaardigen stempel drukte. [Indië geïllustreerd weekblad-5, 60] 


Ga rechts van het park: Jl Skanda (IJzermanpark).
Rechts: De bewoners rond 1940 waren: 15b, rechts, Prof Woltjer, / 15b, links, Prof. Proper / hoekhuis ir. C. van Haeften, directeur van het Departement van Verkeer en Waterstaat.
Ga rechtsaf: Jl Gelapnyawang (Maclaine Pont weg).
Ga rechtsaf; Jl Tamansari (Huygensweg).
Rechts: 78 BPUDL – ITB (Villa Merah 1922, huis van architect Richard Schoemaker).

ILW Bandung 4 Dagoweg Villa Merah architect Richard SchoemakerDe kap is gedekt met ijzerhouten sirappen. De zwaar overstekende daken spreken duidelijk van beschutting tegen zonnewarmte en felle regen. Bij de overigens niet te miskennen Westersche traditie dient men in aanmerking te nemen dat het woonhuis in een koel bergklimaat is gebouwd. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-25, 5] Richard Schoemaker werd in 1886 in Roermond geboren, hij volgde de Militaire Academie en ging in 1908 als genieofficier naar Indië. Hij studeerde in 1922 af in Delft en was met zijn broer werkzaam op hun architectenbureau in Bandung. In 1918 werd hij benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de constructieleer en utiliteitswerken aan de T.H. in de zelfde plaats. Vanaf 1921 was hij hoogleraar voor het vak bouwkunde en voornoemde vakken. In 1924 werd hij opgevolgd door zijn broer en werd hij gewoon hoogleraar aan de TH in Delft. [Architecten – Schoemaker] 


Links: (zicht op:) Kebun Binatang Bandung (Dierentuin in het voormalige Jubileumpark).
Open: 8-17 uur.

ILW Bandung 4 Dagoweg PalmenlaanPalmenlaan Vervelend is vooral de vorm die de nieuwsgierigheid aanneemt. In de meeste Europese landen kijkt men tersluiks even naar vreemdelingen, maar op Java staat al snel een menigte je aan te staren en 'Hey miester' te roepen.
Tijdens een feestdag bezoeken we de Bandungse dierentuin. Het is er razend druk, het glooiende terrein is zo dicht bezet dat de dierenhokken nauwelijks meer te zien zijn. Terwijl we er wat rondscharrelen merk ik ineens dat het geluid van de menigte afneemt. Ik kijk op en zie een paar duizend man naar ons kijken. Het is een enerverende gewaarwording.
[Vervoort – Vanonder de koperen ploert, 97] 

[1935] Het Jubileumpark te Bandoeng ligt in het N. der stad, naast de Technische Hoogeschool, in de vallei der Tji-Kapoendoeng; het werd door de Gemeente gesticht ter herinnering aan haar 25–jarig bestaan. Belangrijke uitbreiding ligt nog in de bedoeling, zoodat het op den duur bijna de geheele O. helft van het Tji-Kapoendoeng-dal, vanaf de van Bevervoordelaan zal innemen; het zal daardoor ook vanuit het stadscentrum beter bereikbaar worden. Thans is een deel der uitbreiding ingenomen door de Dierentuin (Bandoengsch Zoölogisch Park).
De huidige goed geslaagde aanleg heeft deels een regelmatig, deels een meer landschappelijk karakter. Van het buitengewoon mooie materiaal voor parkbeplanting, dat Indië in groote verscheidenheid biedt, – en dat hier te lande in het algemeen nog veel te weinig daarvoor wordt toegepast –, is in dit park meer dan in de meeste andere Bandoengsche plantsoenen gebruik gemaakt. [Locale Techniek-4-6, 1] 


ILW Bandung 4 Dagoweg De Locomotieven 2ILW Bandung 3 Gedung Sate Tjihapit Opvoedingsgesticht Gebouw VolksvertegenwoordigingGa rechtsaf: Jl Ganesha (Hoogeschoolweg).
Rechts: Jl Ciungwanara (Berlage weg).
Links: 6 Villa Ons Thuis.
Ga op het eind, linksaf: Jl Juanda (Dagoweg).
Links: 111, 113 en 115 Woning en winkels, vroeger genoemd 'De Lokomotieven' (1936-37, Aalbers).
Van de drie woningen is alleen 115 nog in de originele staat.
Vanwege de verandering van de huisnummers is niet te bepalen waar de het huizen, die voor de oorlog de nrs 106 en 123 hadden, hebben gelegen.

Hoorde vandaag dat mevrouw Fokke met 4 kinderen uit d'r huis gezet zou zijn (Dagoweg 106). Ben nu weer erg ongerust dat Ol ook haar lieve huisje uit zal moeten. Wat zal dat een slag voor d'r zijn!
[Kan – Burma dagboek, 65-66] 

20 augustus [1945]. Deze dag is voor mij ook de dag geworden, waarop ik 37 maanden en 1 dag heb gewacht. Om half twee Javatijd – ik zal uur en dag nooit vergeten – heb ik in gezelschap en onder bewaking van dr. Bob Brenkman voor het eerst dit huis Dagoweg 42b verlaten, om een bezoek te brengen aan een collega-onderduiker, de heer Van Vierssen, employé van de British American Tobacco Company, die op de Dagoweg 123 ondergedoken zat. Op de goede afloop hebben we met z'n allen een borreltje gedronken onder het genot van een echte 'Chesterfield' uit een blikje, dat Bob Brenkman de gehele bezetting door had bewaard voor de dag van de bevrijding, die nog geen vrijheid heeft gebracht.
[Bouwer – Het vermoorde land, 380] 


Steek over en ga rechtsaf:Jl Teuku Umar (Zorgvlietweg).
Ga de 2de weg linksaf: Jl Imam Bonjol (Peltzerweg).
Op het eind ligt de Jl Multatuli (Van Vleutenweg).
Later in de wandeling komt de Jl Sulanjana, de voormalige Multatuliboulevard.

ILW Bandung 4 Dagoweg Jl MultatuliEen schrijversfiguur van dit formaat zou in Frankrijk vereerd en gehuldigd zijn als een Victor Hugo, wiens naam men tot in de franse koloniën en het buitenland aan straten en pleinen heeft gekoppeld; in ons Indië heeft Multatuli het op dit gebied nu zover gebracht dat men een straat in Rangkasbetung en een boulevard in Bandung naar hem genoemd heeft, meen ik, de laatste in het wonderlijke gezelschap van Da Costa [ Jl Saunggaling] en de ‘planterskoning’ K. A. R. Bosscha [Jl Ranggagading]. Het zij zo.
[Du Perron – Verzameld Werk IV, 461] 



En je weet niet waar je je meer over verbazen moet: over de botheid van een overheid van een kwart eeuw geleden, die hier onder de rook der tropische vulkanen nette stratenbordjes liet aanbrengen: Bilderdijk-, Da Costa-, Ten Kate-straat, enz. (gelukkig ook een Multatuli-boulevard!) of de lankmoedigheid van de hedendaagse machthebbers, die zich wel het hoofd gebroken hebben om nieuwe Indonesische namen te verzinnen, maar die onder de oude hebben laten aanbrengen, waarschijnlijk tot die als dorre bladeren vanzelf afvallen.

[Romein-Verschoor – Met eigen ogen, 26] 


Ga meteen scherp rechtsaf: Jl Tengku Angkasa (Kistlaan).
Rechts: het voormalige speelveldje, nu bebouwd.

ILW Bandung 4 Dagoweg KistlaanDe Kistlaan, aan de uiterste noordrand van Bandoeng, op loopafstand van de Jan Steenlaan, staat op een stadsplattegrond uit 1938 nog niet vermeld. In 1941 was het volgens Schneider een ‘landerig weggetje’ in een buurt die verder nog in aanbouw was. In de nieuwe huizen rond de Kistlaan en de daaraan parallel lopende Pelzerweg woonden school- en speelkameraadjes. Op het ‘veldje’ in de driehoek waar de Kistlaan en Pelzerweg elkaar ontmoetten, werd druk gespeeld. Achter het huis daalde een steil pad af naar het ravijn en daarachter begonnen de bossen, die langzaam tegen de berghellingen opliepen. [Vindplaatsen, 56] 


Links: Nr. 44 (voorheen Kistlaan 16, woning van de familie Schneider van augustus 1941 – december 1942.)

Kistlaan

ILW Bandung 4 Dagoweg Schneider

Het huis in de Jan Steenlaan zal voor een jaar gehuurd zijn geweest. Schneider herinnert zich dat zijn ouders hem in de grote vakantie van juli 1941 verrasten met het nieuws dat ze opnieuw zullen verhuizen, ditmaal naar de Kistlaan 16, waar hij tot zijn grote vreugde voor het eerst een eigen kamer zal krijgen. Het naastgelegen paviljoen wordt bewoond door een een leerlinge van het Christelijk Lyceum. In 1990 speelt deze Polly van Dongen een rol in Springers lezing voor de Universiteit Leiden die hij houd in het kader van een gastschrijverschap. [Vindplaatsen, 55] 

In alle tuinen werden schuilkelders gegraven en opeens verdienden de fabrikanten van braadpannen goed geld, want de autoriteiten meenden dat burgers zich tegen bomscherven het beste konden beschermen door een omgekeerde braadpan op hun hoofd te zetten. Wij gingen naar school met klein formaat pannetjes in onze tas en rubberblokjes om tussen de tanden te steken als de bommen neerregenden. Onze vaders moesten opkomen bij de Landstorm en de Stadswacht en wij zaten ons tranen te lachen als we die ouwe heren zagen oefenen.
[Springer – Tabee, 40-42] 


Steek de Jl Teuku Umar over.
Vervolg: Jl Tengku Angkasa (Heytinglaan).

ILW Bandung 4 Dagoweg HeytinglaanEr bleken nog verschillende burgers in de huizen te hebben gezeten. Aan een van de families verzocht ik bericht aan mijn vrouw door te geven. Ze stonden op het punt met hun auto naar Bandoeng te gaan. In de late avond gingen wij ook weg en namen op onze beurt enkele burgers mee. Op mijn verzoek reed Woudstra mij in zijn auto naar de Heytinglaan. Als alles goed gegaan was, moest ze daar zitten. Ik wilde haar de driehonderd gulden geven die mij uit de bataljonskas was uitbetaald. Ik had daar zelfs een kwitantie voor moeten tekenen. Het viel me toen niet eens in hoe zinloos en dwaas dit eigenlijk was.
In ieder geval heeft zij er ruim een half jaar van kunnen ]even. Ik zag haar overigens maar even. Ze ging naar bed en had zich al ontkleed. Ik kon haar maar kort omhelzen en de slapende baby even over zijn hoofdje strelen. Meer kon werkelijk niet, hoe sterk mijn verlangen ook was. We moesten verder.
[Nieuwenhuys – Een beetje oorlog, 42-43] 


Ga rechtsaf: Jl Hasannuddin (Eerst genoemd Potterweg, daarna Bernhardlaan. Potter kreeg het kleine straatje dat nu Jl Singa heet).
Ga rechtsaf: Jl Imam Bonjol (Tjikiniweg).
Rechts: nr. 16.

ILW Bandung 4 Dagoweg TjikiniwegWij woonden op de Tjikiniweg of Tjikinilaan,' zei Regensberg. 'Hoge bomen, huizen die toen al ouderwets waren volgens mijn vader. Een vrij stil buurtje. Ben benieuwd of die Tjikiniweg of -laan nog bestaat.' Tot zijn ergernis sprak hij nu toch meer tegen die kakirug dan tegen Vera.
‘In zekere zin onveranderd,' zei de man. 'Zal ik u straks laten zien.'
Regensberg moest, even grinniken. In zekere zin, desgewenst, stapvoets – geen sok aan zijn voet, die man, geen tand in zijn bek, maar wel opgescheept met een aftandse taal. Hij keek naar de onberispelijke kakikraag, het vaasje met bloemen, en voelde opeens vertedering.

[Springer – Bandoeng-Bandung, 90] 

‘Voilà meneer, dit is de Jalan Tengku Angkasa, voorheen Tjikiniweg. Weet u nog welk nummer?'
‘Tjikiniweg 16,' zei Regensberg ogenblikkelijk en had meteen spijt. Het ging die brutale betweter geen donder aan waar hij gewoond had.
De auto stopte. 'Alstublieft, meneer, nummer 16'
Vera prutste aan haar camera voor weer een schot in het verleden.
Hij staarde naar een huis, half verborgen achter pisangbomen en een maisaanplant.
‘Wat zie je?' vroeg Vera. 'Lijkt het er nog op?'
'Niks – ik herken niks. Je hoeft dus geen foto’s te maken. Waarschijnlijk was het helemaal niet hier.'
[Springer – Bandoeng-Bandung, 92-93] 


Ga terug en rechtsaf. Jl Hasannudin.
Ga linksaf: Jl Pager Guning (Jan Steenlaan).
Links: 16, woning van de familie Schneider van april 1940 – juli 1941.

ILW Bandung 4 Dagoweg Jan SteenlaanTwaalf gelijke villa’s aan de Jan Steenlaan, ontworpen door Aalbers (ook de ontwerper van Hotel Savoy Homann) zijn eerder gereed. Hoewel ze bedoeld zijn voor de verkoop, weet Jan Schneider het huis op nummer 16 voor enige tijd te huren. Eind maart wordt de inboedel van de Schneiders op grobaks (vrachtkarren) getild. [Vindplaatsen, 52] 

Op de Jan Steenlaan hoorden we op 10 mei 1940 via de radio van de Duitse inval in Nederland. Wij hadden al op de Frans Halslaan een leerlinge van mijn vader van het Christelijk Lyceum in huis, Vesta Schimmelpfennig, een Duits meisje, dat met ons meeverhuisde naar de Jan Steenlaan. Haar vader was administrateur op een onderneming in Indramajoe en had gevraagd of hun dochter enkele maanden bij ons in huis kon komen. In dat zelfde radiobericht van 10 mei 1940 werd omgeroepen dat alle Duitsers in Indië per direct zouden worden gearresteerd. Ik herinner me goed dat Vesta meteen in gillend huilen uitbarstte en de trap op rende naar haar kamer. Ze is daarna nog kort bij ons gebleven, en zal toen teruggegaan zijn naar haar ouders. Hoe het haar verder is vergaan, weet ik niet. Ik heb haar nooit meer gezien. [Vindplaatsen, 53] 


Ga terug en linksaf: Jl Hasannudin.
Links, op de hoek: 12 Toko You: Lunchrestaurant met bier van de tap.
Rechts: Jl Suryakencana (Borromeusweg) met aan de linker kant: R.S. Borromeus (R.K. Ziekenverpleging St. Borromeus).

ILW Bandung 4 Dagoweg R K Ziekenverpleging St Borromeus 1ILW Bandung 4 Dagoweg R K Ziekenverpleging St Borromeus 2Een ziekenhuis. Kamers aan open galerijen, oude en nieuwe gebouwen, een rij wachtende mensen op houten banken.
‘Boromeüs Ziekenhuis,' zei Regensberg. ‘Heeft May gelegen met difterie. Haar toestand was heel kritiek, schreef mijn moeder. Ze dachten dat May doodging. Weet ik mij niets van te herinneren, zo egocentrisch zijn kinderen. Is May nóg niet dood, schijn ik een keer gevraagd te hebben, tot verontwaardiging van iedereen. Zo wreed zijn kinderen. Ik was negen of al tien. Meedogenloze leeftijd.'
[Springer – Bandoeng-Bandung, 91-92] 


Vervolg: Jl Hasannudin.
Ga rechtsaf: Jl Juanda (Dagoweg).
Rechts: R.S. Borromeus.

Borromeus

ILW Bandung 4 Dagoweg R S Borromeus

Misschien houdt dit alles ook verband met de ontruiming van het bekende Borromeus-ziekenhuis, die vóór de 10e september a.s. plaats moet hebben. Dit is ongeveer nog het enige grote ziekenhuis, dat de Europeanen was overgebleven. Er is nog een aantal kleine, partikuliere klinieken met zeer weinig bedden. De ontruiming moet dermate snel geschieden, dat men in enkele panden tegenover het grote ziekenhuis – dat bovendien op het ogenblik stampvol is – maar een noodhospitaaltje heeft ingericht.
Daar kunnen de allerergste gevallen tijdelijk worden opgenomen. Het is echter zo pover uitgerust, dat er niet eens een ijszak is. Zelfs geen thermometer. In Batavia is iets dergelijks geschied. Alle hotels werden daar tot noodhospitalen ingericht.
[Bouwer – Het vermoorde land, 204] 

De schaarste aan vrijwel alles in de stad is nu zodanig, dat patiënten, die b.v. voor een operatie in het ziekenhuis moeten worden opgenomen, zelf ether, watten, verbandgaas en andere geneesmiddelen moeten meebrengen. Anders worden ze niet opgenomen. Als een patiënt geen ether kan leveren, wordt hij zonder verdoving geopereerd, wat al herhaaldelijk moet zijn voorgekomen. Ook moeten familie of kennissen van de patiënt de voeding verzorgen.
[Bouwer – Het vermoorde land, 249-250] 


Steek de Jl Juanda over
Ga aan de overkant linksaf.
Rechts: 93 – SMAN.

Christelijk Lyceum

[Dit is het noordelijk gebouw van het voormalige complex van het Christelijk Lyceum. Het is in spiegelbeeld van – en later gebouwd dan – een zuidelijker gelegen gebouw van architect Gmelig.
Daartussen en wat meer naar achteren lag het hoofdgebouw. De laatste twee genoemde gebouwen zijn afgebroken.]
ILW Bandung 4 Dagoweg Christelijk LyceumNaar het A.I.D. verneemt, heeft de Vereeniging Het Christelijk Lyceum door tusschenkomst van de Bandoengsche Administratie Maatschappij, het perceel Dagoweg 81 te Bandoeng aangekocht, het huis van de familie Tan, om daar voorloopig haar school onder te brengen. Het voornemen is, zoo spoedig mogelijk over te gaan tot den bouw van een modern lyceumgebouw op het terrein ten Zuiden van het thans aangekochte huis, dat dan bestemd zal worden voor het jongens-internaat. [De Locomotief, 22 Januari-1927 (1,1)] 

Ze draaiden de oude Dagoweg weer op. De chauffeur wees naar een complex gebouwen.
‘Vroeger het Christelijk Lyceum, beste school van toenmalig Indië. Pardon mevrouw, dat, heb ik op de heenweg vergeten te vertellen. Mijn pipa zei dat ik erheen mocht, maar het was al te laat. Al oorlog.'
'En na de oorlog?' vroeg Vera. Hij haalde zijn schouders op.
‘Ik heb dat lyceum ook nooit gehaald,' zei Regensberg.
[Springer – Bandoeng-Bandung, 94] 


Rechts: Jl Sulanjana (Multatuliboulevard). No. 8 Woonhuis van de letterkundige De Kadt.

Multatuli-boulevard

ILW Bandung 4 Dagoweg Multatuliboulevard

Met steun van de Nederlandse regering en goedvinden van het Indisch gouvernement had de Kadt, die in de Meidagen van '40 samen met zijn Joodse ouders en drie broers naar Engeland ontkomen was, zich mèt die familieleden naar Indië kunnen begeven. Hij kwam er eind augustus aan als een van de leden van de eerste groep Joodse vluchtelingen welke tot Indië werd toegelaten. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 590-593] 

Toelatingspapieren kreeg hij evenwel niet, maar er werd een formule gevonden: De Kadt was niet ‘toegelaten’, maar ‘binnengelaten’...
[Koch - Verantwoording, 223-224] 

De Kadt bleek een man te zijn met een enorme belezenheid en een formidabel geheugen. Toen wij gelijktijdig in de door de Japanners tot interneringskamp bestemde gebouwen van het Lands-Opvoedingsgesticht te Bandoeng opgesloten waren, waar wij ongeveer anderhalf jaar bleven alvorens naar elders te worden gezonden, was hij de vraagbaak voor wie zich een datum van een of ander feit of de naam van een schrijver of een citaat van Shakespeare of Goethe of een stelling van een filosoof wenste te herinneren.
[Koch - Verantwoording, 225] 


Vervolg: Jl Juanda.

[1921] Ten Noorden van de Riouwstraat en de Juliana Boulevard, zijn duizenden koelies, die van heinde en ver aanstroomden, bezig de zwaar geaccidenteerde terreinen te egaliseeren, en wegen, pleinen en parken aan te leggen. Daar tusschen door snorren vrachtauto’s met bouwmaterialen, zijn honderden metselaars, timmerlieden en ververs bezig. Hetzelfde ziet men aan de den Dagoweg, sedert kort getransformeerd in een 30 meter breeden boulevard. [Indië geïllustreerd weekblad-5, 60] 


Links: KFC.
Dit is ongeveer de plaats waar het huis met het adres Dagoweg 42b lag, het huis van de ondergedoken schrijver J. Bouwer.

Bouwer

Voor Nederlandse mannen was het onderduiken al even moeilijk. ‘Enkele mannen’, aldus dr. van Velden, ‘zijn er in geslaagd zich tot het eind schuil te houden’ – een van hen was de door ons al meermalen geciteerde dagboekschrijver J.B. Bouwer. Hij, een journalist, correspondent van het Amerikaanse persbureau United Press en van de Amerikaanse omroepmaatschappij CBS (Columbia Broadcasting System), was gehuwd met een Indisch-Nederlandse vrouw die niet geïnterneerd werd. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 352-353] 

Naarmate de maanden en jaren van de gruwelijke bezetting verstreken, bestond voor mij ook niet meer de mogelijkheid om mezelf vrijwillig aan te melden. De Japanners zouden me als spion eerst hebben gefolterd om te weten te komen, waar ik al die tijd was ondergedoken en wat ik wel had uitgespookt en me daarna hebben doodgeslagen. Ik ben geen held en ik zou onder folteringen waarschijnlijk zijn gaan ‘zingen'. Daardoor zouden ook nog andere mensen die in het onderduik-huis aan de Dagoweg 42b in Bandoeng woonden in levensgevaar zijn gekomen.
[Bouwer – Het vermoorde land, 8]


Rechts: Taman Radio, een rechthoekig pleintje en de Jl Ranggagading (Bosschaboulevard).

ILW Bandung 4 Dagoweg BosschaboulevardDe belangstelling van den heer Bosscha beperkte zich niet alleen tot thee en cultures, ook tal van industrieën dankten hun ontstaan aan ’s heeren Bosscha’s nimmer rustenden scheppingsdrang: de Romaniet-fabriek bij Tandjong-Priok, de Nederlandsch-Indische Caoutchouc-fabriek, de Automobiel Import Maatschappij, de Pengalengansche Kistenfabriek., het Technisch Bureau Soenda en zoovele andere instellingen leveren daarvoor de schitterendste bewijzen. Bandoeng heeft wel héél veel aan den heer Bosscha te danken, zooveel, dat al woont hij niet in de stad, hij toch als één der besten onder de goede burgers beschouwd wordt. Het was dan ook zeer verdiend, dat de Gemeenteraad bij een vroegere gelegenheid zijn naam gaf aan een der nieuwe boulevards en nog meer, dat in een der laatste zittingen bij acclamatie besloten werd om hem het eereburgerschap aan te bieden. [Indië geïllustreerd weekblad-4, 709] 


Rechts, na het pleintje: een van deze huizen is bewoond geweest door Wim Kan en Corrie Vonk.
Door de verandering van de huisnummers is het niet zeker of het huidige nr. 47 of een of twee nummers hoger het betreffende huis is.

Corry

ILW Bandung 4 Dagoweg Wim Kan Corrie Vonk

Ik stel me voor... de Dagoweg 47... ik – (liefst onverwacht) – de tuin in. Corry alleen bezig in het huis. Ze ziet me nog niet. Ze is natuurlijk met de plantjes bezig. Ze kijkt niet op en ik zeg alleen zachtjes: dag! schat! dag Olle! En dan draait ze zich om en ze ziet me. Even denkt ze dat ik net als op 30 april weer terug zal moeten naar het kamp. Maar dan begrijpt ze het ... ik ben vrij. We zijn samen vrij. En dan begint onze hele jeugd opnieuw!
[Kan – Burma dagboek, 40, 42] 

Wanneer eindigt nou die oorlog? Wanneer gaan we naar Holland? Wanneer zie ik Olle terug? Ik heb de hele dag haar kousen aan. Ben zo bang dat ze uit ons lieve Dagoweghuisje zal worden gezet. Wil graag iets over de belasting weten en over of ze nog geld heeft... Maar niets... De poort is hermetisch gesloten! Prettige situatie!
Maar Ol is flink en heeft zich in haar leven wel eens meer moeten behelpen... Niet denken! Niet denken! Niet denken !!!!!

[Kan – Burma dagboek, 48, 50] 


Rechts: no. 45 (G. Schwencke, Assistent-Resident van Bandoeng.)

De assistent-resident van Bandoeng, een Indische Nederlander die na zijn arrestatie in april werd vrijgelaten, stelde zich in verbinding met een naburige onderneming waar koffie en kinine was aangeplant en waar zich een melkerij bevond met ca. 30 koeien, en werd als beheerder aangesteld; twee ontslagen controleurs kon hij er tewerkstellen – korte tijd later werd hij door de Japanners benoemd tot Hoofd Pestbestrijding te Garoet tegen een toegezegd salaris van f 500 per maand. Hij hoopte dat salaris in de eerste plaats te gebruiken voor steun aan ‘de vele vrouwen van bestuursambtenaren die hier in Bandoeng waren gestrand en geen bron van inkomsten hadden’, maar daar kwam niet veel van terecht: in plaats van f 500 werd hem per maand slechts f 200 uitbetaald (dit werd pas in augustus '43 het officiële maximum-salaris voor allen die in loondienst waren). [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 313-314] 


Ga terug en ga rechtsaf: Jl Tirtayasa (Frisiastraat).
Links: Jl Maulana Yusup (Zeelandiastraat).
Rechts op het eind van deze straat staat nu nieuwbouw, maar daar stond de Van der Capellenschool.

Meer informatie

[December 1942] Een aantal N.S.B.ers heeft dezer dagen eveneens een oproep gekregen om zich voor internering aan te melden. Zij zijn opgesloten in het vrij nieuwe kamp in een school aan de Zeelandiastraat. Zelfs Duitsers, Italianen en Zwitsers moesten opkomen, maar werden weer vrijgelaten, behalve zij die in de een of andere funktie voor de Nederlandse regering werkzaam waren.
[Bouwer – Het vermoorde land, 149c] 

Nu echter schijnen de meeste mannenkampen in de stad te worden ontruimd. De geïnterneerden gaan naar de grote kampementen in het nabije Tjimahi. Gisteren zijn de mannen uit het kamp in de Zeelandiastraat daarheen gebracht. Dit heeft een grote drukte in de stad veroorzaakt. Honderden vrouwen, moeders, dochters en verloofden waren op straat in de buurt van de kampen, maar werden door een sterke politiemacht op een afstand gehouden.
[Bouwer – Het vermoorde land, 213-214] 


Ga rechtsaf: Jl Trunojoyo.
Ga rechtdoor: Jl Sultan Agung (Heetjansweg).

Febr. 1914: H. Heetjans, kapitein der genie bij het Indisch leger, wordt benoemd tot directeur Gemeentewerken.
[Indisch Bouwkundig Tijdschrift-17, 82] 

In Bandoeng verschenen 4 kabouters die uit 'n boom te voorschijn kwamen. Een zit er nog in de Heetjanstraat.
[Jansen – In deze halve gevangenis, 307] 


Links: SMA – SMP Santo Aloysius (R.K. Muloschool – 1931, Estourgie en Rijksen).

Kenpetai

ILW Bandung 4 Dagoweg R K Muloschool

Het Japanse orgaan dat verzet en illegaliteit bestreed: de Kenpeitai, de Japanse militaire politie. In Japan was voor de Kenpeitai het handhaven van de orde onder de militairen een neventaak geworden – haar hoofdtaak was het opsporen en uitschakelen van alle groepen en individuen die weigerden, ‘de keizerlijke weg te volgen.’ [...]
In Bandoeng zetelde de Kenpeitai in een ontruimd katholiek broedertehuis, in Semarang en Soerabaja in het gebouw van de Raad van Justitie, in Soerakarta in een hotel, in Malang (meer gegevens hebben wij niet) in de Christelijke muloschool. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 466-467] 

lk ben vanmorgen bij de gevreesde Kenpeitai geweest, de Japanse Gestapo en eufemistisch bekend onder de naam Militaire Politie, om mij te beklagen over het inpikken van m'n auto. Nadat me was gevraagd, of ik een 'orang belanda' (Hollander) was, werd ik in een volle, rokerige wachtkamer gebracht, vroeger de aula van de Rooms-Katholieke H.B.S. aan de Heetjansweg. Officieren van de Kenpeitai hielden daar zitting
[Bouwer – Het vermoorde land, 29] 


Rechts, op de hoek: Bank btpn. (Huize “de Driekleur” – 1938, Aalbers).

ILW Bandung 4 Dagoweg Huize de DriekleurOnder een andere naam hadden wij juist een kamer betrokken in het pension 'de Driekleur' aan de Dagoweg, hoek Heetjansweg, vlak bij het hoofdbureau van de Kenpeitai, toen de pensionhoudster telefonisch aanzegging kreeg, dat zij haar huis morgenochtend om half acht moest hebben ontruimd. Aangezien het woningprobleem in de stad al even akuut is als alle andere vraagstukken, mochten wij ons gelukkig prijzen direkt een kamer te vinden in pension 'Vrij Nederland' aan de Houtmanstraat in de buitenwijken van de stad.
[Bouwer – Het vermoorde land, 39] 

In Bandoeng kwam ik waarachtig mijn oudste broer tegen, die daar bij het Rode Kruis werkte. Hij bracht mij onder bij de familie Aalbers, waar hij zelf ook woonde en daar heb ik voor het eerst na de bevrijding veertien plezierige dagen doorgemaakt. Daarna werd ik in een Japans vliegtuig geladen met een Japanse piloot.
[Alberts – Namen noemen, 167-168] 


Ga linksaf: Jl Juanda
Rechts: nr. 37. – Villa Sadangsar (1939, Aalbers).

ILW Bandung 4 Dagoweg Villa Sadangsar 1ILW Bandung 4 Dagoweg Villa Sadangsar 2Aalbers’ werk onderscheidt zich van dat van zijn modernistische collega’s in Nederland tussen de wereldoorlogen. Hier ging de introductie van het modernisme veelal gepaard met een vernieuwingsstreven op sociaal, medisch-hygiënisch en geestelijk terrein, dat vaak tot uiting komt in een zekere ingetogenheid van de architectuur. Aalbers voelde zich in de eerste plaats een kunstenaar die iets moois en bruikbaars wilde maken voor zijn opdrachtgevers. Die opdrachtgevers, vooral zakenlieden, waren gesteld op wooncomfort, uitgaan, het ontvangen van gasten en het uitdragen van een zekere status. Met zijn elegante en expressieve exterieurs en zijn knappe plattegronden kwam Aalbers aan hun wensen tegemoet. [NAI-informatie – Aalbers] 

Toen ik student was aan de TH, fietste ik elke dag langs de jalan ir Juanda, vroeger de Dagoweg, en elke keer weer keek ik met de ogen van een TH-student naar de prachtige Nederlandse stijlwoningen die hier waren gebouwd. Goh, wat zou ik daar graag in willen wonen, dacht ik. En nu is dat zo. Wie had dat ooit gedacht? [Verboden voor honden, 120-121]