De laatste waarnemingen zijn gedaan in 2018
De wandeling in PDF formaat
Begin van de wandeling: Jl Sunda (Oosteindeweg) hoek Jl Nantnua.
[1943] Een ander kamp wordt in gereedheid gebracht aan het Oosteinde. Dat is bestemd voor de z.g. 'gezinsinternering', d.w.z. voor gezinnen, waarvan het hoofd nog in dienst van de een of andere Japanse instantie is. Andere vrijlatingen volgden later: bijvoorbeeld van functionarissen van de PTT, van de spoor- en tramwegen en van de waterschappen (dat laatste in verband met de irrigatiewerken die in aanleg waren) – allemaal personen van wie gebleken was dat het bezettingsbestuur hun ervaring en kunde niet kon missen; zij moesten als ‘ballenjongens’, d.w.z. met een witte armband met rode bal er op, hun werkzaamheden hervatten. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 303-304] Het Oosteindekamp was in functie van maart ’43 tot november ’44. Het had als grens in het noorden de Natunaweg [Jl Nantuna], in het oosten de Oosteindeweg [Jl Sunda] en in het zuiden en westen Oosteinde Binnen [Jl Panaitan]. |
Volg de Jl Sunda in noordelijke richting.
Ga de spoorweg over.
Voorts zal worden gevraagd of er ten opzichte van den aard der sluitboomen nog overleg zal worden gepleegd met den Raad. (Die aan Braga- en Residentieweg werken bij wijlen als guillotine). [De Locomotief, 9 Februari 1917] |
Ga rechtsaf: Jl Bangka (Bangkastraat).
Ga de brug over de Ci Bunut over.
Ga linksaf: Jl Bangka.
Links: nr. 1 – Topografi. (Kantoor “Herzieningsbrigade van West-Java” van de Topografische Dienst.)
Topografische Dienst![]() [1942] Ook zijn in de afgelopen dagen weer razzia's op jongens en mannen gehouden. Mijn inlichtingen wijzen er echter op, dat resident kol. Matsui na het bezoek van de chef-staf, gen. Okazaki, een uitbrander heeft gekregen voor het feit, dat er in Bandoeng nog veel te veel Europese- en Indo-Europese mannen vrijlopen. [1943] De 17-jarige jongens, die zijn geïnterneerd, zijn na aanvankelijk in het leegstaande gebouw van de Topografische Dienst te zijn opgesloten, over de vijf burgerkampen in de stad verdeeld. Moeders zoeken nu naar hun zonen. Meer informatie[1924] Bij de beschouwing der werkzaamheden van den topografische dienst moeten wij onderscheiden: Het woord landrente dankten we aan de Engelsen, die Java hebben bestuurd van 1811 tot 1816, dus tijdens onze overheersing door de Fransen. Landrente is landrent, is pacht, die de boer aan zijn pachtheer betaalt. De Britse bestuurder Raffles is daarbij uitgegaan van de veronderstelling: Alle grond behoort aan de vorst, aan de hoogste overheid dus. En de boer, die de grond gebruikt, moet aan de overheid pacht betalen. De landrente had eigenlijk moeten verdwijnen in de Javaanse districten, toen daar het Cultuurstelsel werd ingevoerd. Maar dat is in de meeste gevallen niet gebeurd. Vrijstellingen, die hadden moeten plaatsvinden, werden niet verleend en de beroerde kadastrale basis maakte verbetering van misstanden tot een illusie. Enige tyd daarna vluchtte Saïdjah’s vader uit het land. Want hy was zeer bevreesd voor de straf als hy zyn landrenten niet betalen zou, en hy had geen poesaka meer om een nieuwe buffel te kopen, daar zyn ouders altyd in Parang Koedjang woonden, en hem dus weinig hadden nagelaten. |
Ga terug en linksaf: Jl Gudang Utara (Noorder Magazijnstraat).
Rechts: Citra Bhakti (Hoofdwacht Bandoeng).
Het Knil was in hoofdzaak een politieleger: het was bedoeld om binnenlandse onlusten te onderdrukken. Zeker, het had óók de taak om Indië tegen een buitenlandse aggressor te verdedigen, maar daar had het noch de numerieke sterkte noch de uitrusting voor. |
Ga linksaf: Jl Menado (Kampementstraat).
Rechts: Militair kampement. (15de Bataljon Infanterie.)
15de Bat![]() Van maart 1942 – januari 1944 krijgsgevangenenkamp Tjikoedapateuh, beter bekend onder de naam ‘15de Bat’ met in de drukste tijd 11.700 gevangenen. Daarna tot augustus (oktober) 1945 interneringskamp voor ongeveer 10.000 mannen en jongens. De grenzen van het kamp waren: Noorder Kampementstraat [Jl Aceh], Van Oldebarneveldweg [Jl Tongkeng], Noorder Magazijnstraat [Jl Gudang Utara] en de Kampementstraat [Jl Menado]. [1942] In Bandoeng zoeken de Japanners naar officieren en manschappen van het K.N.I.L., die zich na de capitulatie niet voor ontwapening en internering hebben gemeld. Voor deze stad alleen wordt het aantal 'deserteurs' op 5000 geschat. [1942] De Japanners nemen verdere maatregelen tegen de nog voortdurende ontsnappingen uit de krijgsgevangenenkampen. Brede prikkeldraadomrasteringen zijn klaar. De straten in de buurt van de kampen zijn ontruimd en verbarricadeerd. Machinegeweren zijn in stelling gebracht. Meer informatieHet kamp van het XVde bataljon zag er uit als een Duits concentratiekamp: er was niet alleen een omheining met prikkeldraad maar er waren ook wachttorens. Het was een groot kamp – liep men het binnen de omheining rond, dan nam dat een half uur in beslag. Hier waren tenslotte ca. tienduizend geïnterneerde mannen bijeen, [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 840] ‘Hoe vreselijk de toestanden in deze kampen ook geweest mogen zijn, men mist er toch de opzettelijke van hoger hand geboden kwaadaardigheid van Hitlers’ kampen’. Intussen werden wij Europese en Indo-europese krijgsgevangenen in Bandoeng naar een massaal concentratiekamp overgebracht. Er bevond zich zo'n tien- tot twintigduizend man. Daarvoor was een deel van de stad waar de meeste kampementen gelegen waren (zoals die van het 15de Bataljon Infanterie, van het Depot Bataljon en van de Luchtdoelartillerie) door een prikkeldraadversperring van het overige deel gescheiden. Ik ontmoette Leo [Vroman] weer voor het eerst in het reusachtige verzamelkamp voor krijgsgevangenen te Bandoeng met ongeveer twintigduizend militairen achter prikkeldraad. Het was er overigens in de eerste tijd lang niet onprettig. Ik vond Leo in een van de barakken van het luchtdoelkampement, liggend op een dun matje op de stenen vloer. Hij las ergens in. [1942] Een tweede tragedie speelde zich gisteren af, toen twee krijgsgevangen Nederlands-Indische officieren tijdens het transport naar een ander kamp uit het gelid trachtten te ontsnappen en door de Japanse bewaking werden doodgeschoten. De marineman en de twee minderen van het Knil, resp. matroos H. Karssen en de kanonniers A. Hielkema en J.W. Merkus, werden in de ochtend van de 22ste april [1942] bij de poort van het betrokken kamp aan drie in de grond gestoken palen gebonden. Kampoudste overste Poulus, zijn kampementscommandanten en het hoofd van de medische dienst werden bij de Japanse kampcommandant, kapitein Kawakoetsoe, ontboden en kregen daar via de tolk te horen dat zij de executie van de drie vluchtelingen moesten bijwonen. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 626] De Japanse kampcommandant gelastte dat alle gevangenen zich op het appèlveld moesten opstellen. Gevraagd werd wie de overtreding had gepleegd. Niemand meldde zich. ‘We moesten’, aldus een krijgsgevangene, ‘in de houding staan en tussen de rijen liepen Jappen door, die met de kolf van het geweer sloegen en stompten, als de houding niet stram genoeg was. Eten werd niet verstrekt, de zon ging onder, de lange nacht stonden we daar en ieder vroeg zich af hoelang dit nog zou duren of, zoals ik (die altijd verteld had, dat ik geen uur kon staan), wanneer hij flauw zou vallen. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b 600-601] In de kampen in Bandoeng (en vermoedelijk ook in de andere kampen op West-Java) werd begin mei bekendgemaakt dat alle rangdistinctieven moesten worden ingeleverd: het was een impuls in de richting van anarchie. ‘Zeer schril’, aldus in zijn rapport overste Poulus, ‘trad in die dagen aan het licht, dat innerlijke discipline en zelfbedwang slechts bij betrekkelijk weinigen in zodanige mate aanwezig waren, dat... volledig staat op hen kon worden gemaakt. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 629-631] In Juni [1942] werden de grote kampen in Bandoeng gedeeltelijk ontruimd: alle Indisch-Nederlandse krijgsgevangenen, samen ca. vijfduizend man, verdwenen naar Tjimahi. Naar Tjimahi gingen ook bijna alle krijgsgevangenen uit de kleinere kampen in Bandoeng, en wel te voet. ‘Het bericht’, aldus later een officier die eerst in het Landsopvoedingsgesticht opgesloten was geweest, ‘verspreidde zich snel en alle vrouwen ... stroomden toe om nog eenmaal hun mannen te zien. Ze werden echter door de begeleidende Jappen met rotanzwepen van de straat geranseld. In ons gezelschap was Wim Kan en de enige vrouw die kans zag ons op de acht kilometer lange mars voortdurend in het oog te houden was Corry Vonk’. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 631] Corry presteert het om in toko's, warongs en zelfs in een huis in Tjimahi voor de ramen te zitten met allerlei inlanders. Op de 19de [augustus 1945] werd daarbij in het grootste mannen-interneringskamp te Bandoeng namens de Japanse kampcommandant door de kampleiding meegedeeld: ‘De oorlog is ten einde, wij zijn nu geen vijanden meer’ – de geïnterneerden mochten op de 20ste samenkomen teneinde door het zingen van het Wilhelmus hun bevrijding te vieren; het volkslied mocht echter niet te luid worden gezongen, teneinde, aldus de kampleiding, ‘de Japanse militairen niet te irriteren.’ [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11c, 523-525b] Vooroorlogse informatie: Onze correspondent schrijft ons: Den 1en September krijgen we hier het 15e bataljon in garnizoen. Weder een uitbreiding van het zielental. Voor de manschappen zijn de kazernes gereed op het militair terrein van Tjikoedapateuh, maar de officieren moeten maar zien hoe onder dak te komen, want, in weerwil van het onafgebroken bouwen van woonhuizen, bestaat hier huizennood. Er is geen bijhouden aan. [De Locomotief, 17 Augustus 1910] Telegram uit Bandoeng: Met den aanleg der electrische geleiding voor het kampement van het vijftiende bataljon alhier werd een aanvang gemaakt. Eind Juni zal deze aanleg gereed zijn. [De Locomotief, 30 Mei 1917] |
Recht vooruit:
Onder de nieuwtjes der laatste dagen [...] de bouw van een mooie cantine op het militair terrein van Bandoeng, waarvoor de som van 47 mille is uitgetrokken. [De Locomotief, 3 Februari 1910] |
Ga rechtsaf: Jl Ermawar (Stadhouderslaan).
Na 100 meter links en rechts: woningen.
Wat den bouw van officierswoningen betreft schijnt men af te willen wijken van de gewoonte, al die woningen in één buurt te zetten. [...] Voor het meer verspreid doen wonen der officieren is wel wat te zeggen. In de eerste plaats voorkomt men daarmede het vormen van een buurt met een exclusief militair tintje, in de tweede plaats is het voor de officieren aangenamer, niet al te dicht bij elkaar te wonen. Een beetje vermenging van militair en civiel kan geen kwaad. [De Locomotief, 21 September 1910] |
Ga linksaf: Jl Tongkeng (Van Oldenbarneveldstraat).
Steek de Jl Patrakomala over.
Links: (tegenover schuine zijstraat rechts) een laag woningblok.
Hospitaal![]() Hospitaal van het KNIL-complex. In de interneringstijd waren er meerdere ziekenbarakken op dit gedeelte van het terrein. Verdomd, in het kamp raakte ik opeens uitgemergeld en daar lag ik in die ziekenbarak 's nachts op mijn beurt om mijn mammie te janken. Je ziet je mammie en je zusje voor je en je begint te janken, belachelijk gewoon! Broeder Laurens kwam mij op zijn nachtronden door de barak altijd even in het donker over mijn kop aaien en soms stopte hij een stuk corveekoek, ja, zo heette dat, een corveekoek onder mijn matje. Van zijn eigen rantsoen. Meer informatieDe man was een soort houvast toen ik daar in de dysenteriebarak lag. Laat in de avond ging broeder Nicolaas als laatste baden. Op de terugweg kwam hij langs mij en gaf me dan een aai over mijn hoofd. Altijd. Daar wachtte ik op. Dat vergeet je niet. Bij de beschrijving van de kamptijd in Bandoeng Bandung kon ik niet om hem heen. In de roman heb ik hem broeder Laurens genoemd. [Vindplaatsen, 79] Ik werd ziek, al gauw na aankomst. Hongeroedeem en dysenterie wisselden elkaar af. Naast mij op de brits in de dysenteriebarak lag een zekere Frank Melis, een jaar of achttien, die urenlang vier uitgeknipte kookboekplaatjes beduimelde, kwijl in zijn mondhoeken. Een dampend bord puree met kalfsragout, een gebraden kip in jus, zo echt dat je hem rook, een tulband met krenten en poedersuiker, en een hele prachtige afbeelding van een ouderwetse rijsttafel. Ik had een zekere Kees als keukenvriend, die mij af en toe kwam opzoeken op de stoep van zo’n emper. Hij bracht dan altijd wat extra te eten voor mij mee. Kees kookte ook regelmatig mijn kleertjes uit om ze te ontluizen. [Vindplaatsen, 81] |
Ga terug en ga rechtsaf: Jl Patrakomala (Sociëteitstraat). Voormalige O.O.-woningen.
Ga rechtsaf: Jl Menado (Kampementstraat).
Rechts: Militair kampement (1e Depot Bataljon).
1e Depot![]() [1944] Donderdag j.l. heeft de Kenpeitai een inval gedaan in de burgerkampen in 1e depot en het 15e bataljon, hier in de stad. De japanners handelden op aanwijzingen van spionnen. Zij zochten naar clandestiene correspondentie tussen deze kampen en de buitenwereld. Alle geïnterneerde mannen werden uit de chambrees en zalen gejaagd en hun schamele bezittingen werden doorzocht. [1944] In totaal zijn op 29 april j.l. 48 karren – ongeveer 24 vrachtauto's – met geschenken naar de kampen gebracht. 24 karren gingen naar de krijgsgevangenen- en burgerkampen in Tjimahi en 24 naar de burgerkampen in het 15e bataljon en 1e Depot, hier in de stad. Het vrouwenkamp kreeg niets. Meer informatieAbdul Haris Nasution: Plotseling en onverwacht eigenlijk kwam voor mij de kans! In de krant las ik dat er een opleiding voor inlandse reserveofficieren was in Bandoeng. De legerleiding had ons kennelijk nodig. Snel dus ontslag genomen en teruggegaan naar Bandoeng omdat men zich moest melden voor de zoveelste juli in het depot bataljon. Het ging om het Corps Opleiding voor Reserve Officieren, het CORO, dus nog niet voor beroepsofficier. Aan het einde van de opleiding werd je sergeant-cadet, waarna je nog twee jaar opleiding moest volgen aan de academie om officier te kunnen worden. [Verboden voor honden, 45-46] ‘Ja, veel geslagen ben ik. Ik ben driftig. Ik daag ze altijd uit. Ik wil niet buigen. Ik ben altijd dwars ik. Waarom moet ik luisteren naar de Jap. Ik wil niet ach. En je hebt er gekken tussen. Ze willen niet dat je zo bent. Ik laat niets merken. Ik geef geen kik’. Midden december ’43 werd ontdekt dat Poulus clandestien leningen was aangegaan. Hij werd mishandeld en het gehele Voedingsfonds werd door de Japanse sergeant in beslag genomen en moest onmiddellijk besteed worden (zodat ‘in enkele dagen tijds een enorme hoeveelheid levensmiddelen, rokerij, vruchten en alle mogelijke prullaria het kamp binnenkwam’). Vervolgens werden Poulus en enige andere officieren naar Tjimahi gevoerd waar zij, na afgerammeld te zijn, werden opgesloten, en werden alle krijgsgevangenen uit Bandoeng, behalve de Britten en de Amerikanen, naar Batavia getransporteerd waar zij in het kamp van het Xde bataljon werden opgesloten. Het Knil-kampgedeelte werd enige tijd later als burger-interneringskamp opnieuw in gebruik genomen. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 717] Eind oktober [1944] werd het kamp in de gevangenis [Struiswijk in Batavia] opgeheven en werden de officieren landinwaarts getransporteerd naar het kampement van het 1ste bataljon te Bandoeng, waar ook de officieren uit het kamp te Tjimahi terechtkwamen. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 721] Alle kampen zijn voorzien van zwarte vlaggen, voorzien van de kamp-initialen. Er schuilt veel ironie in de letters 'P.W.', die op de vlaggen van de krijgsgevangenenkampen staan om aan te duiden, dat daar 'Prisoners of War' zijn ondergebracht. De krijgsgevangenen zelf hebben daarvan gemaakt ‘Poosje Wachten'. Dit typeert de stemming over de laksheid der Nederlands-Indische autoriteiten in Brisbane, die na 9 dagen nog niets van zich hebben later horen of merken, behalve een order aan iedereen om in de kampen te blijven. |
Het jongenskamp lag achter de 2de ingang van het kazernecomplex, in een strook van + 50 meter breed en + 250 meter diep.
De eerste dag waren ze ingekwartierd in een barak achter in het kamp. Robbie, Leendert, Bernard, Flip en wie nog meer. Een dominee nam hen onder zijn hoede. Ze werden hartelijk opgenomen in een groepje ernstige jongemannen, dat de dominee om zich verzameld had. ‘Wij zijn Do’s discipelen,’ zei een van hen. Do schepte zelf de stijfselpap op en smeekte Gods zegen daarover af. [Vuyk – Kampdagboeken, 65-66] |
Links: o.a Lapangan Tennis (een deel van het voormalige exercitieterrein).
Exercitieterrein![]() ![]() Begin mei 1945 moesten we verzamelen op het Oranjeplein. Toen was ik alweer een beetje opgeknapt en zijn we als jongensgroep daarvandaan te voet via de Noorder Kampementstraat – niet ver van het Tjihapitkamp – begeleid door Japanners op fietsjes naar het voormalige kampement van het KNIL gelopen. De route was helemaal afgezet met bilik (bamboe vlechtwerk), je liep tussen blinde muren door. [Vindplaatsen, 77] Toen was er niets meer te doen voor ons. De akela's werden zelf in bussen weggevoerd en wij liepen, Japanse marsliederen zingend, van Tjihapit naar een voormalige KNIL-kazerne niet ver daar vandaan, waar een burgermannenkamp was ingericht. Ze stonden aangetreden bij hun schamele spullen. Doodstil stonden ze bij elkaar op dat sportveld te wachten op verdere bevelen. Een enkele snik, maar de meesten hielden zich flink. Meer informatie'Deze straat heette, vroeger Kampementsstraat, weet u niet meer?' 'Nee, weet ik niet meer. Ik herken hier echt niks. Dit was dan het Vijftiende Bat. Bedankt, bedánkt, en breng me nou maar terug naar het hotel. Kijken hoe mijn vrouw het maakt.' 'Maar daar op het veld, door die poort, kwam jij aanlopen, Chrissie! Betoel, zeker, september 1945. Ik heb jou toch zelf, gezien, Chrissie, in september 1945!’ [Springer – Bandoeng-Bandung, 120-121] Het was de eerste keer dat hij de kamppoort uit liep. Eigenlijk wou hij alleen even kijken hoe het 'buiten' was, want hij wist niet waar hij heen moest om moeder en May terug te vinden, en zijn vader – maar die was al zo ontzettend lang weg. 'Chrissie!' werd er geroepen en hij zag een verkopertje naast zijn mand vruchten opspringen en wild naar hem zwaaien. |
Ga linksaf: Jl Aceh (Menadostraat).
Rechts: Palang Merah – Medical Centre (I.E.V.V.O. Tehuis voor werkende meisjes).
(1919, Schoemaker en Wolff Schoemaker). De Japanners hebben spoedcursussen geopend voor gymnastiek-onderwijzers. De leerlingen worden gekeurd en in een internaat opgeleid. Ze leeren ook Japansch en blijven 3 maanden practisch opgesloten. Ze worden ook geestelijk getraind en dat schijnt veel indruk te maken. De geest van judo spreekt tot de Indonesische jongens. Ze probeeren zich Japanner te voelen. |
Steek de Jl Lombok over.
Ga rechtsaf: Jl Flores (Floresweg).
Op het eind van de straat, vrijwel op de linker hoek, stond nr. 19..
[1942] Wij hoorden vanavond, dat op 2 april j.l. de Japanners alles wat zich in ons huis Floresweg 19 in Batavia bevond, hebben geconfiskeerd. Uit woede, dat zij mij nog steeds niet hebben gevonden en dat ik niet uit mijzelf ben teruggekeerd, verschenen Kenpeitai-agenten die morgen met drie vrachtauto's, braken het huis open, smeten alles in de tuin en laadden het vervolgens op de trucks. [Bouwer – Het vermoorde land, 56] |
Rechts: Jl Ambon 23 – SMPN 7.
Goedgekeurd zijn de statuten der Bandoengsche Schoolvereeniging. De vereeniging stelt zich ten doel het oprichten en besturen van een of meer scholen te Bandoeng voor het geven van lager onderwijs. [De Locomotief, 8 Februari 1917] Na de neutrale fröbelschool in de Jl Aceh [wandeling Bandung centrum B], gesticht in 1898, kwamen er neutrale lagere scholen in de Riouwstraat [Jl Martadinata – SD, SMP, SMA Tarona Bakti], aan de Van Bevervoordeweg [Jl Wastukencana – SMPN 40] en hier in de Ambonstraat, waar tevens een tweede fröbelschool kwam. |
Ga linksaf: Jl Ambon (Ambonstraat).
NB. Op linker hoek: bord met afbeeldingen van burgemeesters van Bandung.
Ga rechtsaf: Jl Banda.
Ga linksaf: Jl Martadinata (Riouwstraat).
Eerst reed hij een paar uur rond door de stad om zich beter te kunnen oriënteren en een idee te krijgen van de sfeer van elke wijk. Hier en daar praatte hij met buren of het hun bedienden. Hij zocht een stille, brede laan uit en vond daar een leegstaand huis met witgekalkte muren, een behoorlijk stukje tuin en een paviljoentje ernaast. [Zikken – Indische Jaren, 36-38] |
Rechts: nr. 53 of nr. 51: het huis waar Wim Kan en zijn vrouw Corry Vonk hebben gewoond.
Corry Vonk![]() Zondagmorgen 9.30, 13 september 1942 Dit dagboek is al weer vol. De mogelijke adressen van Corry zijn: Dagoweg 47 en Riouwstraat 51 Bandoeng. Gelieve het daarheen te brengen als ik het zelf niet zou kunnen doen! Meer informatieHet geheel maakt het leven echter saai. En dan geen enkel bericht over Ol [koosnaam voor Corry Vonk]. Ja gisteren iets vaags. Van iemand die haar vrijdag nog gesproken zou hebben. Maar hoe gaat het haar en hoe draagt ze dit allemaal. Eet ze goed en slaapt ze normaal. Doet ze geen domme dingen of blijft ze rustig in haar huisje in Bandoeng. Zondag 13 december, ± 5.30 Donderdag, 7 mei [1942] Donderdag, 13 mei [1943] |
Links: Nrs. 28 Nieuwbouw en 24, een vooroorlogs woonhuis.
|
Ga de 2de straat linksaf: Jl Seram (Ceramstraat).
Ga linksaf: Jl Ambon (Ambonstraat).
Rechts: Monumen Pastoor Verbraak.
Pastoor Verbraak![]() Wat soldaten in Indië nodig hebben is praktisch christendom en praktisch christendom wordt zowel beoefend door zogenaamde gelovigen als door zogenaamde ongelovigen. Het voornaamste werk van Pastoor Verbraak in Atjeh was het praktische werk dat hij daar verrichtte, de praktische hulp en de praktische steun in wereldse zaken, die door hem aan arme gewonden en stervenden werd geboden. Want als God een God is vol erbarmen, dan zal Hij niet vragen of er bij het sterfbed van een gewonde fuselier wel gebeden is door een predikant en of hem wel de laatste sacramenten zijn toegediend door een pastoor, alvorens hij de geest gaf, ver van zijn vaderland, in dienst van een zaak, waarvan hij nauwelijks de portee kon begrijpen. God zal alleen zien de barmhartige mens, die in de ure des doods aan het sterfbed stond en deed voor de stervende wat hij kon, en op die mens zullen de woorden van toepassing zijn: ‘Wat gij de minste Mijner schepselen hebt gedaan, dat hebt gij Mij gedaan’. Meer informatieBandung lijkt, uiterlijk althans, weinig of niet veranderd. De gebouwen en woonhuizen van vroeger staan er nog. De lanen en parken, de scholen, het voormalige ‘Gouvernements Bedrijven', of Gedung Saté – zo genoemd vanwege het ornament op het dak, dat doet denken aan een pin waaraan stukjes vlees geprikt zijn –, de achter meer dan manshoge heggen van bougainvillea en sokastruiken verscholen Technische Hogeschool (waar van 1921 tot 1927 Sukarno studeerde), ja zelfs het standbeeld van aalmoezenier Verbraak uit de Atjeh-oorlog, en de Dagoweg met zijn villa's, alles ademt nog diezelfde zonnige rust, Het was den 1en Juni 1918, dat pastoor Verbraak, die bijna een derde eeuw [1873-1903] op Atjeh had doorgebracht, overal helpende, overal steun en troost gevende, in Magelang den geest gaf. Twee aparte colonnes werden opgericht, de eerste onder commando van Van Heutsz met als tweede bevelhebber luitenant-kolonel H.G. Willems, met manschappen voor onder meer militaire administratie, topografische dienst (Pedir moest goed in kaart gebracht worden), een veldhospitaal met ruimte voor driehonderd gewonden en dan waren er meereizende ambtenaren van het Binnenlands Bestuur, een fotograaf, Christiaan Snouck Hurgronje, en de geestelijke verzorging in de personen van pastoor Verbraak en de dominees Thenu en Heckman. Bij dit alles waren veertienhonderd koelies in de colonne opgenomen voor onder meer sjouw- en vervoerswerkzaamheden. [Uit naam van de majesteit, 104] Batoe Iliq was genomen, keurig op tijd om het huwelijk van Wilhelmina te vieren. De meegereisde pastoor Verbraak droeg het zijne bij: De pastoor ontving een uitnodiging en moest deze afslaan, want: het hinderde hem als geestelijke aan tafel te moeten zitten in gezelschap van dames, die wat te karig gekleed waren. Verbraak schreef nu eenvoudigweg een briefje aan den Generaal om dit bezwaar kenbaar te maken, met als gevolg dat alles naar zijn wensch geregeld werd. Bij het afscheid vroeg Van Heutsz nog met een ondeugend lachje: ‘Pastoor, is alles nu naar uw wens geweest?’ [Uit naam van de majesteit, 203-206]
|
Rechts: achter het beeld, Taman Maluku.
Het Europese stadsgedeelte te Bandung kan bogen op een groot aantal parken, aangelegd op daarvoor door het Gemeentelijk Grondbedrijf beschikbaar gestelde terreinen. Het Molukkenpark, niet groot, doch enigszins geaccidenteerd en met een waterpartij, geldt als het best geslaagde [Locale Techniek-4-3, 11] Molukkenpark met het Jaarbeursgebouw. → |
Rechts: PELTI: Persatuan Tenis Lagangan Seluruh Indonesia – tennisbaan met tribunes (Bandoengsche Tennisclub).
Misschien krijgt hij na het avondmaal lust en fut voor een spelletje tennis op de door booglampen verlicht courts van zijn club, maar in den regel heeft hij alleen ’s Zaterdags en Zondags genoeg energie voor sport. [Bouwer – Het vermoorde land, 166] |
Rechts: Lapangan GOR. Saparua (Terrein van Bond voor Lichamelijke Opvoeding).
In de nota wordt het terrein, dat bestemd is voor sportpark in beheer gevraagd zonder eenigerlei tegemoetkoming voor de inrichting, dus aannemende, dat de inrichting van het terrein door de rendabele bestemming een tegemoetkoming van het gouvernement overbodig maakt. [De Locomotief, 5 Februari 1917] [1926] Zaterdag j.l. woonden wij den laatsten dag van de te Bandoeng gehouden schoolwedstrijden om den Gouverneur-Generaal beker bij. Het weer was schitterend en het zonnetje stak alsof het Weltevreden bescheen. Naar schatting een paar duizend kinderen waren op het terrein van den Bond voor lichamelijke opvoeding, gelegen voor het Jaarbeurs-gebouw, aanwezig. [Het Indische Leven - 8, 411-412] |
Ga rechtsaf: Jl Banda (Bandastraat).
Links: nr. 26 – Geredja Katholik Bebas “S. Albanus”. (Theosofische Loge 1920 – Ghijsels).
In het gebouw was tot 2017 een door Nederland gesubsidieerde opleiding voor de Nederlandse taal gevestigd.... maar er moest in Nederland bezuinigd worden ... [1901] Er is sedert een half jaar een ernstig streven onder de Inlanders waar te nemen om jullie mooie taal te leeren. Vele Europeanen zien dit met leede oogen aan, doch vele edeldenkende juichen het toe en moedigen het warm aan. Op verscheidene hoofdplaatsen verrijzen Hollandsche cursussen als paddestoelen uit den grond. |
Ga rechtsaf: Jl Aceh (Menadostraat).
Links: 50 – KODIKLAT (Vereeniging N.I. Jaarbeurs, 1919 – Schoemaker en Wolff Schoemaker).
Jaarbeurs![]() Het was juist de tijd van de Jaarbeurs. Rondom het daarvoor bestemde gebouw stonden de amusementskramen van een Luna-park, onderling verbonden door guirlandes electrische lampen. Tussen de dichte menigte schoven wij voetje voor voetje mee over het met verfrommelde toegangsbewijzen, zuurtjes- en lollieverpakkingen bestrooide terrein. Mijn ouders bekeken de stands van kunstnijverheid en industrie, maar voor kinderen lagen vanzelfsprekend de attracties elders: bij de zweefmolens, het reuzenrad, de achtbaan. [Koch - Verantwoording, 202] Meer informatie‘Ik droeg geen uniform meer, maar mijn moeder zei: “Ga je maar melden!” Iedereen die in dienst was, moest zich voor internering melden, anders zou je familie worden vermoord. Ik ging naar het oude jaarbeursterrein. Er stonden jappen aan de poort, maar de KNIL’ers die al binnen zaten zeiden me: “Ga maar naar huis, er is niets te doen.” De Japanners waren zelf nog bezig met het regelen van hun eigen huisvesting. Na een week meldde ik me op nieuw. [1943] Gisteren deserteerden uit het Jaarbeursgebouw – dat dient als opvang-centrum voor vrijwilligers voor de 'Peta' *] – 60 rekruten, die het na een paar dagen al hadden bekeken. De Japanners zetten onmiddellijk alle omliggende straten af, doorzochten alle huizen in de buurt en vonden drie deserteurs, die naar het Jaarbeursgebouw werden teruggesleept en halfdood geranseld. *] Het leger zal officieel heten ‘Tentara Pembela Tanah-Air' (leger voor de verdediging van het vaderland), kortheidshalve 'Peta'. Het zal door Japanse instrukteurs worden opgeleid, eigen Indonesische officieren krijgen, maar opereren onder het Japanse opperbevel op Java. Veel verschil met de z.g. 'heiho's' – Indonesische soldaten, die in het keizerlijke Japanse leger zijn ingelijfd – is er dus feitelijk niet. Vanmiddag zag ik door een kier in het raam een afdeling wielrijders van de 'Peta' op damesfietsen voorbijkomen. Het maakte een weinig martiale indruk. Het terrein, begrensd door de Menado-, Soenda-, Banda- en Bilitonstraten, beslaat eene oppervlakte van 40500 M²., is als park aangelegd en voorzien van behoorlijk verharde paden. Zoo nodig kan een aangrenzend perceel aan de Bandastraat bijgetrokken worden. [Indië, geïllustreerd weekblad-6, 74] Aanbesteding Jaarbeurs. De HH. Gebroeders Bel hebben het werk ter uitvoering gekregen’ voor een bedrag van f 114.900. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-22, 132]
Mannelijke Karyatiden waren er ook al in de Oudheid; ze werden Atlantes (het meervoud van Atlas) genoemd. Atlas was een van de Titanen, die de wereldbol op zijn schouders droeg. Atlantes zijn te zien op de tempel van Zeus in Agrigento, Sicilië. De figuren zijn op het eind van de vorige eeuw afgeschermd geweest en hebben zelfs ook een metalen broek gedragen. Enige tijd geleden heeft men opnieuw gemeend tot afscherming over te moeten gaan. [1920]: Tenzij bijzondere omstandigheden een langeren duur wenschelijk maken, zal de 1ste N.I. Jaarbeurs van 17 Mei tot en met 5 Juni worden gehouden op het eigendomsterrein der vereeniging, gelegen achter de gebouwen van het Departement van Oorlog te Bandoeng, benevens op de daaraan grenzende terreinen daarvoor afgestaan door den bond van lichamelijke opvoeding en door de gemeente. Het geheele complex is 40 500 M2 groot. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-23, 133] [1920] Het doel van de Nederlandsch-Indische Jaarbeurs is bevordering van de Nederlandsch-Indische nijverheid in den meest uitgebreiden zin. Uit het buitenland geïmporteerde goederen als speelgoed, mode- en toilet artikelen, sigaren, sigaretten, snuisterijen, kramerijen, brandkasten, schrijfmachines, rijwielen, conserven, dranken, suikerwerken, en tal van dergelijke zaken kunnen derhalve voor expositie op de a.s. jaarbeurs niet in aanmerking komen. [Indië, geïllustreerd weekblad-3, 735] Bandoengsche jaarbeursgebouwen in vogelvlucht. [Gedenkboek van Nederlandsch-Indië, afb. 206] Wat was de Bandoengsche Jaarbeurs dan wel? Het antwoord kan kort zijn, een overzichtelijke tentoonstelling van een deel der verschillende artikelen, welke in deze kolonie worden geïmporteerd. [Het Indische Leven-2-28, 558-559]
[Indië, geïllustreerd weekblad-9, 187] De Jaarbeurs in 1927. [Het Indische Leven-8, 1149] 1920 [Het Indische Leven-1, 40, 795]→ Bij de 18e jaarbeurs in 1937 werd het terrein gerenoveerd. Het zwaartepunt van de indeling werd een nieuwe ingang met een Hoofd Allee leidende naar een (tijdelijk) restaurant. |
Ga linksaf: Jl Sumbawa (Soendastraat).
Steek de Jl Belitung over.
Ga de volgende straat rechtsaf.
Links: The Centrum (Dining-Wedding-Events) – Zwembad “ ‘t Centrum” (1927, Wolff Schoemaker; verbouwing 1937, Gmelig Meiling.)
Midden in de nieuwe wijk lag een modern bad, gebouwd in dezelfde trant als de woonhuizen. De chloorlucht was adembenemend. Het ontsmettingsmiddel prikkelde het slijmvlies van de ogen, de huid bleef er na het zwemmen naar ruiken, blond haar verkleurde op den duur tot zeegroen.
|
Ga rechtsaf.
Ga linksaf: Jl Belitung (Bilitonstraat).
Links: SMA Negeri 5 (Hoogere Burgerschool, 1920 – Van Hoytema).
H.B.S.![]() De Preangerbode deelt mede dat het adres aan de minister van Koloniën, ter verkrijging van een H.B.S. te Bandoeng, thans naar Holland is gezonden. Het werd van 546 handteekeningen van hoofden van gezinnen voorzien, zoodat kan worden aangenomen dat het namens 2700 personen spreekt. [De Locomotief, 12 Mei 1910] 'Rick is ook in Bandoeng geplaatst, wat zeggen jullie daarvan?! Ook toevallig, he?! Hij is benoemd aan de HBS hier. May en Chrisje raken er niet over uitgepraat! Ze zeggen dat ‘oom’ Rick maar gauw moet trouwen met Leni (zijn nieuwe vriendin) en wij zouden het ook prettig vinden als zij de ware Eva voor die knaap blijkt te zijn! Meer informatieZoo noemde de toenmalige Directeur van Onderwijs en Eeredienst, dr. E. Moresco, op 1 Juli 1915 bij gelegenheid van de opening der Bandoengschje H.B.S., Bandoeng: ‘de snel zich ontwikkelende hoofdstad der Preanger, wellicht over eenige jaren hoofdplaats van een gouvernement West-Java en misschien – wanneer althans redelijke overweging wat meer invloed tegenover de inertie van het historisch gewordene verkrijgt – bestemd om in de toekomst de zetel der Regeering van Nederlandsch-Indië te worden. [Indië, geïllustreerd weekblad-9, 248] De nieuwe cursus van de Bandoengsche Hoogere Burgerschool vangt met 2 Juli aan, waarvoor zich 270 leerlingen hebben aangemeld. Het nieuwe gebouw kon niet eerder klaar zijn. [De Locomotief, 31 Mei 1917] In dezelfde tijd werd te Bandung een H.B.S. opgericht; ik was nu goed 15, maar moest er dan toch maar weer heen, al was het weer in de eerste klas. Ik was vernederd door deze opvatting en innerlijk vastbesloten nu zo gauw mogelijk op de school te mislukken. Mijn idiotie in de wiskunde was trouwens toegenomen, en nu zo erg dat mijn vader vrijstelling voor mij vroeg van deze vakken; ik was dus geen normale leerling maar meer zoiets als toehoorder. Herhaaldelijk zijn groote platen pleister naar beneden gekomen. Sedert de school aan den gang is één groot stuk in de leeraar-kamer en één brok vlak boven de bank van een meisje in een der klassen gevallen. Gelukkig in de middaguren. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-20, 352] ... het pleisterwerk, dat door afwezigheid van gips immer krimpt en scheurt, daarbij strak werk onmogelijk maakt, zullen ook zorgen baren. [Indië, geïllustreerd weekblad-5, 366-367] ... waar in de kuststeden de werkkracht der leerlingen om 11 uur absoluut verbruikt was, kon in Bandoeng zonder bezwaar tot 1 uur met volle kracht doorgewerkt worden. [Indië geïllustreerd weekblad-5, 39] ’Er‘ wordt geklaagd over vermoeidheid van de leerlingen der H.B.S. te Bandoeng, waarvan de reden gezocht wordt in overlading van het programma, of in den te korten duur der vacanties. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-22, 128] [1918] Aan de H.B.S. te Bandoeng is een cursus geopend voor die leerlingen der Cadettenschool, die door de tijdsomstandigheden niet de reis naar Nederland kunnen doen. [Indië, geïllustreerd weekblad-1, 723] Deze 5 Gouvernements H.B. scholen zijn kolossale inrichtingen geworden. Op ult. 1920 telden zij 2464 leerlingen en 174 leeraren. Voor die te Weltevreden, Soerabaja en Bandoeng moesten zelfs filialen worden bijgebouwd (in een ander stadsgedeelte), omdat de bestaande lokalen geen plaats meer boden en van eigenlijke leiding van scholen met over de 700 leerlingen geen sprake kan zijn. Deze scholen zijn in organisatie, leerplan, bevoegdheidsverleeningen enz. geheel gelijk aan de gelijknamige inrichtingen in Nederland. [Indië, geïllustreerd weekblad, 7, 391] De oprichting dezer school had ten doel, althans zoo heeft het altijd in alle courantenberichten gestaan, de jongelui, welke in de rechten, in de letteren of in godgeleerdheid wilden studeeren, klaar te maken voor de universiteit. En nu zullen er dit jaar een aantal jongelui klaar komen, maar nu hooren ouders, voogden, verzorgers en leerlingen in eens: de school is nog niet gelijkgesteld, geeft nog geen recht op eene plaatsing aan een der universiteiten in Nederland. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-26, 129] |
Ga rechtsaf Jl Kalimantan (Borneostraat).
Rechts: Detaseman Markas.
Departement![]() Departement van Oorlog (1918, Kapt. Ing. Schoemaker). [Indië, geïllustreerd weekblad-2, 113] De omschrijving kan heel kort zijn: een blok steen zonder de minste architectonische waarde. Het toekomstig departementsgebouw is bestemd om, als alle bouwwerken der genie, een droevig figuur te maken, ondanks de toepassing van de traditionele pakhuisvormen, verouderde gevellijnen en slecht gecopieerde renaissancemotieven. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-16, 44] Ik wensch Bandoeng gaarne toe, dat zij Weltevreden op zij streve. Dat de nieuwe hoofdplaats van Java, Bandoeng zij. Dat andere Departementen, het strategisch hier, naar het mij schijnt zeer juist overgebrachte Departement van Oorlog, volgen. Meer informatie[1942] Het Japanse bestuur gaf de burgerij vandaag gelegenheid eventuele klachten voor te brengen. Japanse officieren waren aanwezig in het voormalige departement van Oorlog, dat door de bezetters al is gedegradeerd tot officiersmess. Tegelijkertijd was er een bevel uitgevaardigd, dat Europeanen vandaag thuis moesten blijven. Op het plein voor het voormalige departement van Oorlog werden Japanse soldaten geoefend in de parade-pas. Nederlands-Indische krijgsgevangenen marcheerden voorbij, luid het aloude Nederlandse ‘volks'-lied: 'Van je hela, hola, leve je weet wel wie!' zingend. In Nederlandsch-Indië zijn in vredestijd de functiën van Minister van Oorlog en Opperbevelhebber vereenigd in onze hoogste militaire autoriteit, die den titel voert van ‘Commandant van het Leger en Hoofd van het Departement van Oorlog in Nederlandsch-Indië’. Het is nu de vraag, welke van deze twee ongelijksoortige betrekkingen bij het uitbreken van de oorlog aan een ander opgedragen moet worden. [De Taak-1, 456-458] Vanochtend werden achter het gebouw van het departement van oorlog demonstraties gehouden met een loopgraafmachine, onder veel belangstelling van de zijde der officieren. [De Locomotief, 9 Januari 1917] [...] het bezit dezer koloniën te bevestigen, o.a. door de garnizoenen uit de kwetsbare legerplaatsen aan de kust [Batavia, Semarang en Soerabaja] te verleggen naar goed te verdedigen stellingen in de binnenlanden [o.a Bandoeng / Tjimahi, (Ambarawa) / Magelang en Malang / Lembang], welke bovendien door hare hooge ligging tastbare voordeelen aanboden tegenover de echt tropische streken aan de kusten, waar toen de hygiënische misstanden zich zoo ernstig deden gevoelen. [Indië, geïllustreerd weekblad-4, 261] |
Links: Taman Ade Irma Suryani Nasution (Insulindepark).
[1914] De regeering heeft een bedrag van f 21000 toegestaan voor de aanleg van het Insulindepark te Bandoeng. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-17, 188] Onder nog veel minder fraaie mededeelingen over de wegen, de verlichting, enz., heet het: het Insulinde-park is nog niet voltooid (’t lijkt er nog niet op ! – Corr.) en het Molukkenpark moet nog geheel aangelegd worden. [De Locomotief, 6 Februari 1917] |
Ga schuin links: Jl Aceh (Menadostraat).
Rechts: Militair gebouw
Legercommandant![]() “Paleis” van de Bevelhebber van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger en Hoofd van het Departement van Oorlog. Ook bij den bouw van het Hotel van den Legercommandant te Bandoeng wordt een ruim gebruik van Wadjak-marmer gemaakt, zoo o.a. voor de hoofdtrap, die toegang tot de verdieping geeft en voor vloeren. Een groot deel van het buitenwerk als sokkelplaten en plinten, wordt in Bobos-trachiet uitgevoerd, afkomstig van de groeven in Cheribon. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift–18, 310] De volgende dag [28 februari 1941] landden Japanse troepen op drie punten op de noordkust van Java: in de Baai van Bantam, nabij Rembang en noordelijk van Bandoeng. Batavia werd tot open stad verklaard, en de Japanse troepen trokken er binnen. Bandoeng was regeringszetel geworden en was basis van het Nederlands-Indische leger. De strijd duurde maar kort: het leger gaf zich op 8 Maart onvoorwaardelijk over. Meer informatieDie van Midden- en Oost-Java werden vervolgens op 22 april in Soerabaja bijeengeroepen waar hun de benoemingsoorkonden werden uitgereikt, vermoedelijk door generaal Imamoera. Vast staat dat de generaal dit persoonlijk deed in Bandoeng, waar de regenten van West-Java samenkwamen in de vroegere ambtswoning van de legercommandant; daarop volgde een receptie en ook nog een bijeenkomst waar het hoofd van het militair bestuur van West-Java (een functie die dus in augustus werd opgeheven), een Japanse kolonel, meer dan een uur aan het woord was. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 223-225] |
Ga scherp links: Jl Sumatra (Sumatrastraat).
Links: 47 (Tehuis Roemer Visscher Vereeniging).
Oude naam links van de deur → |
Rechts: 39 (Generaal Majoor P. Cox, Inspecteur der Infanterie.)
Hedenmorgen (15 Jan.) werden zeven van de tien gouvernements perceelen, gelegen tusschen de kweekschool en Tjikoeda pateuh, in het openbaar verkocht voor een totaalbedrag van f 21500 en tegen den bepaalden minimum prijs van een gulden den vierkanten meter. Omstreeks een half jaar geleden waren bij den publieken verkoop van de dertig in deze buurt gelegen perceelen er twintig opgehouden. De animo is dus sinds dien wel toegenomen. Van dat 20-tal hield het departement van Oorlog er tien aan voor het bouwen van officierswoningen. Dit is het toekomstige villa-kwartier. Nu zou men allicht meenen, dat in zoo’n nieuwe wijk – zooals eenige jaren geleden Nieuw-Merdika en Paser-kaliki ook nog waren – zich bij de woonhuizen ook toko’s zouden vestigen, welke zoo’n buurt bedienden. Gelijk bij den uitbouw van Den Haag in de laatste jaren minstens dadelijk een apotheek, een vleeschhouwerij, een banketbakkerij en een melkinrichting in een nieuwe straat werden geopend. Niet alzoo hier, waar de winkelstand zich conservatief houdt aan den Bragaweg, de eenige winkelstraat. [De Locomotief, 17 Januari 1910] |
Ergens in de Sumatrastraat...
[1944] Inmiddels is dank zij de bemoeienissen van het plaatselijk Indo-comité bereikt, dat op 29 april a.s. krijgsgevangenen en alle mannelijke-en vrouwelijke geïnterneerden pakjes mogen ontvangen. [Bouwer – Het vermoorde land, 254] |
Rechts: “St Angela”, ingang scholen van de Zusters Ursulinen. Hoofdgebouw Jl Merdeka 24 [Bandung 1B]
Steek over en ga rechtdoor: Jl Sumatra.
Links: 42 – SMPN 2 (1e School A).
Schaken![]() Ook de school is nog precies zo als in 1929. Een langgerekt laag gebouw, de klassen koel gehouden door de open galerijen die rondom lopen. Mijn herinnering ruikt een moerbeiboom, ’s middags plukten we stiekem de paarse langwerpige vruchten, meestal nog voor ze rijp waren, dan smaakten ze wrang en groen. [Zikken – Indische Jaren, 32-33] Meer informatie
Hij hield van het koele ochtenduur, fietste op zijn gemak door de nog lege straten naar de A-school, waar hij collega's trof die hem lagen en een schoolhoofd met wie hij wekelijks kon schaken.
[Zikken – Indische Jaren, 38-39] Geen openbare aanbesteding [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-7,182]. Om het geheel loopt een 3 M. breede galerij. Voor de ventilatie is aangenomen het systeem dat bij alle nieuwere hoofdenscholen is gevolgd, t.w. luchtroosters onder het plafond en boven het galerij afdak. Ten einde te voorkomen, dat het gebouw door de aanzienlijke frontlengte van rond 65 M., gepaard met eene gering hoogte, een nietig en gedrukt aspect zou krijgen, zijn de beide uiterste lokalen en het middelste hooger opgetrokken, en is daar de gevelmuur verplaatst naar de voorzijde der galerij. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-14, 170] |
Links: op de hoek met de Jl Java: SMPN 5 (Gouvernements Muloschool, 1914 – BOW).
![]() |
Rechts zicht op: Kantor Pusat Bala Keselamatan.
Deze organisatie werkt reeds sedert een 40-tal jaren in den archipel. Zij verricht er zendings- en maatschappelijk werk onder alle landaarden en op elk gebied. Bovendien voert zij het beheer over een viertal melaatschen-kolonies. [Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 758] Al deze kinderen woonden in kampongs of aan kampongranden. Ze droegen altijd versleten en veel te grote of veel te kleine kleren. Tjoek droeg altijd jurkjes tot ze veel te kort waren en haar moeder van een vervreemd familielid weer eens wat kon loskrijgen. Of van het Leger des Heils. Dan liep Tjoek weer in een veel te lange jurk, die ze soms in het middel kon inkorten met zwart garen, wat spelden of paperclips. |
Ga linksaf: Jl Jawa (Javastraat).
Die huizen in de Javastraat staan er nog net zo, maar de sfeer is anders. Het lome, dromerige, sensuele, geheimzinnige uit mijn herinnering wordt overschreeuwd door akeliger lawaai dan het lawaai van vroeger, vroeger waren dat immers schelle Indische stemmen van de moeder en de beo die tegen elkaar insnerpten, nu waren het weer auto’s, en brommende bemo’s, een onharmonische, stoffige drukte. [Ferguson – Nu wonen daar andere mensen, 155-156] |
Links: 11 en 11a – Polisi Militer.
O, wij vinden 't goddelijk, dat uw echtgenoot den meisjes opvoeding en ontwikkeling wil geven, maar laat daarnaast ook vakopleiding staan, en dan zal de zegen, die uw man aan de Inlandsche wereld brengen zal, ten volle een zegen zijn!" |