Laatste waarnemingen zijn gedaan in 2017.
De wandeling in PDF formaat.
Begin van de wandeling: Jl Pemuda 4 - Kantor Pos Besar.
Gebouwd in 1904 naar ontwerp van hoofdingenieur Legerstee [Indisch Bouwkundig Tijdschrift, -5, 281 / -6,2 1], kosten geraamd op f 65243 [Indisch Bouwkundig Tijdschrift, -6, 87] en een sieraad onzer stad. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift, -6, 154], [Indisch Bouwkundig Tijdschrift, -7, 100]. De openingstijden. [Semarang als centrum, 182a]. Het eerste eigenlijke postkantoor werd in 1746 geopend te Batavia; de eerste geregelde – veertiendaagsche – postdienst volgde eenige jaren later tusschen Batavia, Tegal en Semarang. De groote Postweg van Daendels kwam in 1807 gereed en spoedig daarna werd een dagelijksche dienst ingevoerd tusschen Batavia en Buitenzorg en tusschen de belangrijkste andere plaatsen twee maal per week. [De Koloniale Roeping, 120, 121] |
Ga met de rug naar het postkantoor: rechtsaf Jl Pemuda (Bodjong).
Rechts: Keuangan Negara. (Plaats van het Residentiekantoor, later Gouverneurskantoor).
Gouverneurskantoor![]() [1906] Aan de noordzijde verheft zich het reusachtige Stadhuis-gebouw, dat de Gouvernements-bureaux en archieven bevat (in 1854 gebouwd) daarnaast staat het nieuwe Postkantoor, in 1904 geopend. [Reisgids voor Nederlandsch-Indië, 71a] “Ik heb mijn ontslag gevraagd,” zei hij plotseling. Meer informatie
Herinnert u zich nog dat er een poging gedaan is om het gouverneurskantoor daar in de lucht te laten vliegen? Ik zat in dat complot, majoor Achmad, die nu bij de Intelligence Service zit, was onze leider. En hierdoor bevatten de gebouwen uit dit tijdvak de kiemen voor onze hedendaagsche moderne bouwkunst. De kubusvorm, naar toenmalig begrip de meest logisch-functioneele vorm eener ruimte, ontstond, daarnaast meer licht en lucht. [De Locomotief, Nieuwjaarsnummer 1932] [Locale Techniek-7-2, 52] [Van Wonen, 23] [1941] Het kantoor van den gouverneur van Midden-Java is gevestigd in het ‘Groote Huis’. De gouverneur houdt spreekuur op werkdagen van des morgens 10 tot 12 uur. [Semarang als centrum, 181] Op Midden-Java werd de gouverneur M.F. Winkler, op 20 april in Semarang naar de gevangenis gebracht en op hem volgen twee dagen later vijf-tot zeshonderd Nederlanders en Indische Nederlanders, die opgeroepen waren, aan bijeenkomsten in het gouvernementskantoor en in de sociëteit deel te nemen. Velen hadden die oproep niet vertrouwd ‘en gingen natuurlijk al met angstige voorgevoelens’, zo schreef daags daarna een Nederlandse vrouw in haar dagboek. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 300-303] |
Recht vooruit: Jembetan Berok (Sociëteitsbrug).
|
Ga de Jl Pemuda terug.
Bodjong![]() Een der aangenaamste wegen om te toeren (wandelen is in Indië niet gebruikelijk), hetzij te paard of met den wagen, is de weg naar Botjong, eenige palen van de stad gelegen, waar de Resident gewoonlijk zijn verblijf houdt. [1862] Wandel de stad uit langs de passeerbaan, waar de regent – de inlandsche vorst – zetelt; laat het hospitaal rechts liggen, al ziet het er ook nog zoo aanlokkend uit en treed die prachtige botjongsche laan op, dan begint gij met u bereid te verklaren om een eed af te legen, dat gij nog nimmer zulk een schoone bomen-allée gezien hebt; dan merkt ge verder op, dat de villa’s elkander hier opvolgen tot aan het residentiehuis, dat aan het einde ligt; Meer informatieDeze voorstelling werd bevestigd door het reisverhaal van dr. Van Hoëvell, die den Bodjongschen weg beschreef als eene bijna 2 palen lange, 40 à 50 voet breede laan, aan beide zijden versierd met schoone Europeesche woningen, afgewisseld door nette kampongs; en het residentiehuis aan het eind van die laan als een ‘hoog en prachtig gebouw’, [Indië, geïllustreerd weekblad, 9, 229-235a]. [1935] Rijswijk in Batavia, de Groote Postweg in Bandoeng, Bodjong in Semarang, Simpang in Soerabaja, vier onze grootste hoofdaders – en elders is het navenant! – : het zijn alle beschamende beelden van ordeloosheid, gebrek aan harmonie en rommeligheid in hun bebouwing, in het kort van leelijkheid, – een leelijkheid-van-het-geheel, die door een nog zoo goede kwaliteit van enkele afzonderlijke gebouwen nooit opgeheven, ja eigenlijk slechts geaccentueerd wordt. [Locale Techniek-4-3, 4] |
Rechts zicht op: Dinas Pendapatan.
’s Lands kas![]()
“Hoe komt de Javaan zoo te verarmen?" en men slaat grassnijders, die 10 à 12 cent daags verdienen in de bedrijfsbelasting aan. Voor ieder geit of schaap dat geslacht wordt, moet 20 cent belasting betaald worden. Zoo betaalt een satee-verkooper, die elken dag 2 schapen slacht, 's jaars f 144 belasting. Meer informatieOok onder haar kinderen zijn er eenige, die net als zij geen grove aanwijsbare fouten hebben, maar die toch ‘een god zijn in ’t diepst van hun gedachten’, die vinden (zooals bijna alle Indo-Europeanen), dat de blanda, het blandagouvernement, ervoor moet zorgen, dat zij te eten hebben en aan het einde van hun levensweg met een wandelstok naar ’s Lands Kas kunnen gaan om het maandelijksch pensioen. Voor het kantoor van de belastingen stond op deze plaats het Militair hospitaal. Na het herstel van het Nederlandsch gezag in 1816 bleef Groot Bodjong aangewezen als residentiehuis; trouwens, het vroegere gouverneurshuis bij de rivier en aloon aloon was toen reeds lang ingericht tot Militair Hospitaal. [Indië, geïllustreerd weekblad, 9, 229-235a]. Al is een hospitaal zoo goed als het zijn kan, het is daarom nog geen Eden; al wordt er witte en roode portwijn aan de reconvalescenten verstrekt, en goede Rijnwijn, en ijs, en gebraden kippen, en rijstenbrij, enz., het is daarom nog geen luilekkerland; Nou dan, Van Zon, zoo heette hij, werd geëvacueerd naar Semarang, waar ik al 'n jaar eerder geplaatst was. Hij moest geopereerd. De majoor dokter zei, ’t was levensgevaarlijk. Toen riep Van Zon mij den avond vóór z’n operatie bij zich aan bed .... kasian, de arme kerel .... en toen zei-tie tegen me: “Zeg, Portalis, als 'k in die kerverij blijf," – dat wil zeggen, als ie d'r van dóór ging, begrijp jullie? – “nou, dan kan ’t me niks verdomme, zeit-ie, maar .... m'n kinderen, zie je, m'n kinderen .... waar moeten die stumperds naar toe? Het hospitaal wordt verplaatst. [De Locomotief 20 September 1910] |
Rechts Bank Jateng.
Dat gebouw is vrijwel gereed en wordt binnen enkele weken in gebruik genomen. Het ligt op een bijzonder fraai punt aan Bodjong en versterkt door zijn monumentale karakter krachtig het imposante stadsbeeld daar ter plaatse. [Semarang Jaarboek 1935, 56a] [1942] Bij besluit van de opperbevelhebber zijn de Javase Bank – waarvan de heropening al maanden geleden door de bezetters werd bekendgemaakt – en 8 andere Indische banken geliquideerd. [Bouwer – Het vermoorde land, 135a] |
Links was ‘voor de oorlog’ de Aloon-Aloon zichtbaar.
[1906] Nabij het Hôtel du Pavillon is de driehoekige aloen-aloen, kortelings herschapen in een ‘stadstuin’, waar eenmaal ’s weeks een muziekuitvoering plaats heeft; [Reisgids voor Nederlandsch-Indië, 71] |
Rechts: Hotel Dibyo Puri (Hotel ‘du Pavillon’, 1919 – T. Koreman).
Hotel du Pavillon![]() Nog altijd is er een hotel op Bodjong met een voorerf als een exercitieveld, een hotel met een bovenverdieping en kolommen op de voorgalerij beneden, en als dat hotel verlicht is in den vooravond, maakt het den indruk van een gezellige kooi vol broedkanaries, waarin men een ongelooflijk aantal gasten kan wegstouwen. Op den 18den October, drie dagen na het begin van den strijd, werden ongeveer vijftig Nederlandsche vrouwen en kinderen bevrijd, die in het hotel Pavillon, in het centrum der stad, zaten opgesloten. Ik zag nog overal de sporen van het recente gevecht, maar de vrouwen hadden in de afgelopen drie-en-‘n-half jaar te veel meegemaakt om zich door ’n paar uren acuut gevaar uit hun evenwicht te laten brengen. “Het ging deze keer niet tegen ons, meneer, maar tegen de Japanners, en de pemoeda’s zeiden: “De Jap is toch ook júllie vijand!” Ze wisten immers wat wij in de kampen hadden moeten uitstaan. Meer informatieOok de bediende van een der logé’s van het hôtel du Pavillon bleek aan cholera te lijden. Alle logé’s op twee na hebben het hôtel verlaten. [De Locomotief, 2 Mei 1910] |
Rechts: Printworld. Op de plaats van dit gebouw en het gebouw links daarvan lag waarschijnlijk Toko Djin Hien, voordien Hotel Smabers.
Temidden van deze Bodjongsche gemoedelijkheid zitten dus hier en daar de menschen op het terrasje of zelfs op het trottoir tegen de huizen gedrukt en genieten van het Semarangsche leven, dat langs hen heentrekt in den avond. Men kent elkander en men is gul met groeten en verheugde uitroepen over en weer. [Walraven – Modjokerto in de regen, 26-27] |
Ga rechtdoor: Jl Pemuda (Bodjong).
Links: 52 Toko Oen. (Restaurant Toko ‘Oen’, Ice Cream Palace, Tea Room).
4 september 1945. Vol belangstelling kijkend naar het verkeer op Bodjong en vooral naar een paar Nippen die bezig waren een vrachtauto op te laden. De houding van de Jappen is wel mooi. Ze doen net of ze ons niet zien en kruipen bij Toko Oen (restaurant) in de donkerste hoekjes. Ik vond de toestand ongelooflijk. Het was er vol Hollandse vrouwen en kinderen. Gezellige feestelijke stemming. Het was of de kamptijd slechts een boze droom is geweest. We genoten van ons feesteten dat besloten werd met een taart. [Vrouwenkamp, 277] |
Rechts, op de hoek: nr. 37.
[Walraven – Modjokerto in de regen, 23a] |
Kruising Jl Pemuda / Jl Gajahmada (Bodjong / Doewet).
![]() Het is ons herhaaldelijk opgevallen, dat de verkeersagenten hier ter stede over ’t algemeen nog weinig voor hun taak berekend zijn. Zij zwaaien met hun witte stokken in ’t ronde, zonder dat valt uit te maken, van welke zijde gevaar dreigt, zonder dat men weten kan wèlke voertuigen moeten stoppen. [De Locomotief, 19 Juni 1917] |
Rechts: nr. 43 La Vogue (Dames Modemagazijn ‘La Vogue’).
![]() De bébé, een afgrijselijke jurk voor volwassenen van de vrouwelijke kunne, deed haar intrede in Indië, en maakte van elke jonge en oude vrouw een onooglijk wezen. Hector Treub schold het ding, waarvan de dames verkleefd waren, een hobbezak, welk woord langen tijd bestorven lag op de lippen van minnaars, verloofden, bruidegoms, echtgenooten en vaders. Het ergste was, dat deze soepjurk eene ernstige concurrentie bleek te zijn van de sarong-kabaja, omdat ze gemakkelijker en goedkooper in het gebruik was. De spierwitte kabaja immers verwisselde men elken dag, een verkreukelde, smoezige kabaja was géén gezicht. Maar de gekleurde of gebloemde bébé vermocht veel ongerechtigs te camoufleeren en hield het wel eenige dagen uit!! [Ido – Indië in den goeden ouden tijd I, 192-193] |
Rechts: Mandiri.
Wij vernemen, dat van politiewege binnenkort een boekje met verkeerswenken zal worden uitgegeven, waarin aangegeven staat hoe men wèl en hoe men niet moet rijden, enz. In Europa zijn dergelijke gidsjes welbekend, ook hier kunnen ze zeker veel nut stichten. [De Locomotief, 7 Mei 1917a] |
Links: 100 Persero (Ned. Ind. Gas-Maatschappij).
![]() Begin Februari wordt een aanvang gemaakt met den bouw van de nieuwe showroom der N.I. Gasmaatschappij op Bodjong, op het erf van het perceel, thans nog bewoond door den heer Hoogvelt. Begin Juni wordt de nieuwe zaak geopend en de kantoorlokalen komen dan in de tegenwoordige woonvertrekken. De bouw van de nieuwe showroom zal geschieden door de firma Harmsen en Plagge. [De Locomotief, 6 Januari 1917] |
Ga rechtsaf: Jl Tamjung (Genielaan).
Rechts: (12) Partai NasDem (Hotel-Pension Huize Genielaan 12).
![]() [Walraven – Modjokerto in de regen, 23] Ik begon met het hotel in de Genielaan en ik eindig ermee. Het ‘zat’ vol met vaste logé’s. Het achtererf was een groot vierkant, geheel omringd door kamers, telkens door een muurtje gescheiden, als de boxes in een renstal. En alles was present. De meneer van de wetenschappelijke richting met woordenboeken op zijn schrijftafel. De dame met het gehaakte kleedje. De familie met twee of drie kinderen, die twee kamers heeft, en waarvan de kinderen ’s avonds overluid hun lessen leeren. De Hollandsche mevrouwen, die elkaars gezelschap zoeken, een kinderwagen tusschen haar in, converseerende over het Indische leven, waaraan zij nog maar altijd niet gewend kunnen raken. En zoo leeft dat hier. [Walraven – Modjokerto in de regen, 27] |
Ga terug naar de Jl Pemuda.
Rechts, op de hoek: PLN Semarang (Aniem, 1923 – T. Koreman).
![]() Het electriciteitsbedrijf der Aniem verzorgt niet alleen de levering van electrisch licht, maar is ook en vooral werkzaam in het belang der algemeene electriciteitsvoorziening van Semarang en Omstreken. Waar zij kan, tracht zij de voordeelen eener doelmatige benutting van de electriciteit te brengen, het gebruik van electrische apparaten voor kracht en huishoudelijke doeleinden te populariseeren. [Gedenkboek Semarang, 229] Op het ogenblik vertoeft alhier de controleur van de Aniem uit Bandoeng, de heer H. Krüsemann, om te controleren of de bepalingen bij het aangaan van een contract met genoemde maatschappij niet worden overtreden en de uitkomsten zijn verrassend. [De Locomotief, 12 Juni 1917] |
Steek de Jl Pemuda over.
Recht voor uit: Pertamina.
Maar ik kon verschillende baantjes krijgen, die allemaal even goed leken, hetgeen niet zoo was. Ik koos de Oliefabrieken Insulinde, die twee jaar later al over de kop gingen, en ik versmaadde b.v. de Bataafsche Petroleum Maatschappij, die nog vaster zijn dan de regeering zelf, ja, die volgens booze tongen in Indië ook meer te vertellen hebben dan de regeering! Niets machtiger dan olie! [Walraven – Modjokerto in de regen, 23a] |
Ga links van Pertamina rechtdoor: Jl. Thamrin. (Van der Entweg).
De Assisten-Resident, de heer Van der Ent werd tot Voorzitter van den Gemeenteraad benoemd na het vertrek van den heer Kern. De eerste door den nieuwbenoemden Voorzitter gepresideerde vergadering heeft op 14 Juni 1912 plaats. [Gedenkboek Semarang, 56] Een verdienstelijke poging van den vroegeren raadsvoorzitter, de heer van der Ent, om in samenwerking met de gemeente een goede kampongverlichting te verkrijgen, mislukte op de zuinigheid des gouvernements. [De Locomotief, 21 Maart 1917] [Insulinde, 103-104] |
Na ± 175 m. rechts: Kereta Api (Hoofdkantoor Stoomtram-Maatschappijen, 1930, Karsten – Schouten)
Zustermaatschappijen![]() [Karsten:] De gehele rand en de omlopende gangen zijn afgedekt met een vlak gew.-betondak met ver uitkragende luifel; een iets te zuinige wapening aan de hoeken der overstekken heeft een doorhangen daarvan tengevolge gehad, dat later slechts gedeeltelijk geredresseerd is kunnen worden. [Locale Techniek-7-2, 54, 58-63] Vier tramwegmaatschappijen zijn op het eind van de negentiende eeuw gaan samenwerken: "de vier zusterbedrijven". Deze bedrijven waren: Meer informatieSchier gelijktijdig werd ook een zeer vrijgevige tramwegwetgeving ingevoerd. Hieraan wordt het toegeschreven, dat in de e.v. jaren vele tramwegen konden worden aangelegd, tramwegen welke in hun wezen overeenkomst vertoonden met de locaalspoorwegen in Europa. [De Koloniale Roeping, 12] |
Ga terug naar Jl Pemuda en ga linksaf.
Schuin rechts: Jl Tendean (Karangtengah).
De wegen in de Gemeente waren bij de instelling [van de gemeente in 1906] uitsluitend steenslagwegen, met uitzondering van den weg Bodjong tusschen het Groote Huis en Karangtengah, die geasfalteerd was. [Gedenkboek Semarang, 118] Ten einde tegemoet te komen aan de steeds dringender wordende verkeerseischen werd [in 1928] besloten tot de verbreeding van den weg Bodjong van het Wilhelminapark af tot den hoek van den weg Karangtengah. [Gedenkboek Semarang, 103] |
Links: Paragon.
In de zuidoost hoek van het terrein lag Sociëteit de Harmonie. Er was een Rode Kruis-kantoor geopend waar je vijf gulden kreeg voor een dag werken. Een officier stond aan het hoofd, geholpen door een jonge officiersweduwe die door iedereen Thea werd genoemd. We zaten aan kleine tafeltjes en moesten kaarten maken van namen die op lange lijsten stonden, de vermisten bij de vermisten en de doden bij de doden, bakken vol. De officier kwam bij me staan; hij vroeg of ik ook gevangen had gezeten. Ik noemde de naam van het kamp. 'Het dodenkamp,' zei hij. Hij legde zijn hand op mijn schouder, maar wist niets meer te zeggen.[Gomes – Sudah, laat maar, 65-67] |
Rechts: Novotel. (de plaats van het voormalige Hoofdcommissariaat van Politie).
Politie![]() Onmiddellijk toog de hoofdcommissaris van politie, de heer Ruempol, een kerel als een boom, die op Atjeh onder Van Heutsz gediend had, met dertig Europese politiemannen in een aantal auto’s naar Koedoes. Daar stonden ze tegenover een paar duizend oproerlingen, die zij met revolver en klewang te lijf gingen. In ongeveer een uur was het pleit beslecht: de rust was, althans uiterlijk, teruggekeerd. De gebeurtenis had gevolgen, In Semarang op Java woonde de pianobouwer W. Schweikert. Hij had begin 1940 zijn vrouw verloren en woonde alleen met zijn 9-jarige dochter, toen hij op 10 mei, 's middags om 3 uur, van twee indonesische politie-agenten het bevel kreeg om direkt mee te gaan naar het politiebureau. Daar hij het fatale nieuws reeds gehoord had, begreep hij wat dit bevel inhield. Het grote probleem was natuurlijk wat er met het kleine meisje moest gebeuren. Meer informatieOp de drie hoofdplaatsen Batavia, Semarang en Soerabaja is de leiding van het politiewezen van een assistent-resident voor de politie, bijgestaan door den controleur voor de politie, overgegaan in handen van een deskundig ambtenaar, die den titel van hoofdcommissaris van politie voert, en die zijn functie onder superintendentie van den assistent-resident uitoefent. [De Locomotief, 23 October 1911] |
Steek over en volg de Jl Pemuda in zuidwestelijke richting.
![]() [Van Maurik – Indrukken van een Tòtòk, 197-198] |
Rechts: Polisi Militer (een willekeurige koloniale woning).
‘Bij vieren, Nonna.’ ‘Bij vieren! gauw de thee! Mijn hemel! Hoe kom ik nog klaar! Gooi de jalousieën open! [Kruseman – Huwelijk in Indië, 45-46] |
Rechts: SMA 5 (Chinese English School, 1922 – Van Oyen).
Rechts: Tourist Information Centre (Leeszaal en Bibliotheek).
BibliotheekEen willekeurig middel tot opvoeding, waarvan veel heil kan verwacht worden, is: lectuur! Zij zal een uitnemende medeopvoedster zijn. De Javaan heeft nagenoeg geen lectuur; wat hij heeft zijn enkele heldendichten en zedelessen, die nog wel slechts voor zeer weinigen bereikbaar zijn, doordat bijna alle met de hand zijn geschreven; erfstukken, die van geslacht tot geslacht overgaan en ook doordat vele geschreven zijn in symboliek en in eene voor gewone menschen onverstaanbare taal. een Commissie voor de Volkslectuur werd ingesteld die inheemse legenden en verhalen ging verzamelen, ze op landskosten drukte en de boekjes via de dessa-hoofden gratis liet verspreiden. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 172] Meer informatie[1920] Toch hebben deze zoogenaamde volksbibliotheken gedurende de laatste 50 jaar veel nut gesticht; achtereenvolgens werden er opgericht door Logebesturen te Weltevreden (1864), Probolinggo (1874), Semarang (1876), [...] [Indië, geïllustreerd weekblad, 4, 469-470] |
Rechts: SMA 3 (HBS).
H.B.S.![]() Ik zal je een geschiedenis van een begaafden en ontwikkelden Inlander vertellen. Die jongen legde het eindexamen af, en was no.1 van de drie H. B. S. op Java. Het jongmensch was op Semarang, waar hij school ging, en op Batavia waar hij examen deed, gewoon, dat de deuren der deftigste huizen voor hem open gingen, voor hem, den genialen gymnasiast met zijne aangename en beschaafde manieren en groote bescheidenheid. Meer informatieIn 1867 werd door de Semarangse loge een ‘Burgerschool’ opgericht, een instelling voor lager en voortgezet onderwijs. De bedoeling was om in afwachting van de stichting van een gouvernementele middelbare school, alvast met een vorm van voortgezet onderwijs te beginnen. De school was echter geen lang leven beschoren. [Vrijmetselarij, 118a] In 1898 had Indië al een goed Middelbaar Onderwijs voor de Europeanen in de overvolle Hoogere Burgerscholen met 5-jarigen cursus te Batavia, Semarang en Soerabaja, volkomen naar het Hollandsche model, benevens eenige inrichtingen voor voortgezet onderwijs voor meisjes. [Indië, geïllustreerd weekblad, 7, 391] [Juli 1902] Machtiging is verleend om in daghuur bijbouwingen en herstellingen te doen aan de hoogere burgerschool ter hoofdplaats Semarang, zijnde de kosten geraamd op f 36,600. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-5, 143]. Hedenmorgen begon het schriftelijk gedeelte van het eind-examen der Hoogere Burgerschool alhier, hetwelk duurt van 30 Maart tot 9 April; het mondeling gedeelte heeft hier ter stede plaats op 24, 25 en 26 Mei a.s. aan het eind-examen nemen deel twee meisjes en zestien jongens, die hedenmorgen de volgende opgaven te behandelen kregen. [De Locomotief, 30 Maart 1910] Voor het toelatingsexamen H.B.S. hebben zich 255 candidaten aangemeld, onder wie 100 meisjes; onder die 255 candidaten zijn 19 Javanen en 38 Chineezen. [De Locomotief, 13 April 1917] Setiadi: lk ben toen redelijk geslaagd en kon naar de HBS. Dat was in Semarang en meneer Adriaans wist het zo te regelen dat mijn vader werd overgeplaatst naar een post in de buurt van deze havenstad. Zo verhuisden wil naar Kaliwoengoe, zo'n twintig kilometer ten westen van Semarang, aan de spoorweg naar Batavia. Voor mij betekende het vijf jaar lang elke dag op en neer reizen met de trein van de Semarang-Cheribon Spoorwegmaatschappij. [Verboden voor honden, 144-145] Oey Tjoe Tat: Mijn eerste contact met Hollandse leeftijdgenoten was op de HBS, waar de meerderheid Hollands was. Maar het onderlinge contact beperkte zich tot de school waar we normaal, als gelijken met elkaar omgingen. Ook de leraren gedroegen zich keurig. Ik herinner me nog veel namen uit die tijd. lk ben nu min of meer in de poliriek verzeild geraakt, maar mijn eerste kennis van politiek deed ik op tijdens de lessen staatsinrichting van meneer De Grave. [Verboden voor honden, 21-22] Oey Tjoe Tat: Maar het was dus pas in de vijfde klas van de HBS, dat het besef van de politieke toestand begon te ontluiken, zoals bleek uit mijn actie voor het Chinese Rode Kruis. In de jaren van Ot en Sien, Roodkapje en Assepoester wist ik van niets. Al die sprookjes waren voor ons iets natuurlijks omdat we van jongs af waren opgevoed met inlandse sprookjes die de kindermeid vertelde. Maar vreemd was voor ons de bundel Kun je nog zingen. Ik was dol op sommige liedjes en zong uit volle borst in de padvinderij het 'Limburg, dierbaar oord', maar naarmate we meer op de tekst gingen letten, kwamen er vragen bij ons op. 'Limburg, dierbaar oord' ging nog, maar 'Dáár is mijn vaderland' kwam wel wat raar op ons over. [Verboden voor honden, 23-24] In 1932 werd bij de H.B.S. ook de algemene middelbare school (A.M.S.) ondergebracht. [Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 1019-1023] |
Links: Kantor Walikotta (Gemeentekantoren).
[Walraven – Modjokerto in de regen, 23a] |
Rechts: 153 Balai Soedirman.
[1930] Indië is een land, dat nog niet in het wereldtoerisme is opgenomen. Dat wil niet zeggen, dat Indië niet door vreemdelingen bezocht wordt. Het tegendeel is het geval. Echter de groote stroom der toeristen richt zich niet naar Insulinde, hoeveel moois en interessants daar te zien is. Honderdduizenden Amerikanen en Australiërs bezoeken jaarlijks Japan, de Filippijnen, Hawaï; in verhouding komen slechts enkelen op Java. Java trekt altijd de meeste vreemdelingen, die daarbij echter voor een groot deel gebruik maken van automobielen, slechts een zeer klein deel prefereert het reizen in treinen. [De Koloniale Roeping, 58-59]. |
Rechts: SD Marsudirini (School Zusters Franciscanesen).
![]() ![]() Het klooster, geopend in 1931, ligt achter dit pand en heeft de ingang aan Jl Imam Bonjol (Poncol). |
Links: DP Mall / Carrefour (Ingang Protestantsch Weeshuis).
Weeshuis![]() De voorgevel van dit gebouw, gelegen aan den Bodjongschen weg te Semarang, schijnt op de teekening meer te beteekenen dan hij werkelijk is: Bij eene aandachtige beschouwing in natura valt hij erg tegen. De al te sobere bekroning der raamopeningen, de afdekking der trapjes van den poortgevel, ’t magere bovendeel daarvan en ’t bij zulk een laag gebouw in ’t geheel niet passend attiek boven de kroonlijst, die ook al erg sober uitgevoerd is, kunnen ons niet bekoren, met de afsluitingsmotieven aan ’t bovendeel van het uiteinde van den poortgevel en van die van den geheelen gevel is zulks evenzeer ’t geval. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift, 10, 153-154]. Meer informatiePM. Wandeling Semarang – Oude stad – Het gebouw “Suster suster St. Franciscus”: Iedere Indische oudgast herinnert zich de Pupillenschool en het Korps Pupillen, in 1847 opgericht te Kedoeng Kebo (bij Poerworedjo), in 1854 verplaatst naar Gombong, bestemd om Europeesche soldatenkinderen op te leiden voor den militairen stand en hen ambachten te leeren. In 1897 werd bepaald, dat zij, die beneden 12 jaar waren, geplaatst zouden worden in bestaande liefdadigheidsgestichten; [Indië, geïllustreerd weekblad, 7, 385-386] |
Links: Braakliggend terrein achter cementen schutting.
Naast het Hoofdbureau van de Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij was de praktijk van Dr. G.A. Hoefer oogarts, P.G.C. van Oort, arts inwendige ziekten en M. van Oort-Lau, huidarts. Het echtpaar Van Oort-Lau woonde op De Vogelweg 5. In Semarang begon een vrouwelijke arts, M. van Oort-Lau, in april ’42 met de steunverlening, oorspronkelijk alléén (ze kon enkele weken later op haar erf driemaal in de week rijst laten uitdelen aan twee- tot driehonderd behoeftigen), spoedig met hulp van twee Nederlanders, enige tijd later met medewerking van drie pastoors. Haar eigen erf, het katholieke en het protestantse weeshuis werden distributiepunten. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 364, 372-273] |
Ga op het plein rechtsaf.
Links: midden op het plein het vrijheidsmonument Tugu Muda. (Wilhelminaplein).
![]() ‘Neen,’ sprak hij bij zichzelven, ‘neen, niets daarvan.... Wat raakt het haar? - Zij is een kind, een aardig poppetje; maar daarom behoeft zij nog niet alles te weten. En buitendien, wat zou het baten, of zij het al dan niet wist; dat zou niets aan de zaak veranderen. [Kruseman – Huwelijk in Indië, 105-107] |
Steek de Jl Imam Bonjol over (Pendrikan).
Rechts: Wisma Perdamaian.
Residenten![]() Het linker gebouw was sinds 1928 Gouverneurswoning, eerder het huis van de Resident. Resident De Vogel behoorde tot de oude garde van het Europese bestuurscorps; evenals resident Gonggrijp van Rembang, de schrijver van de bekende Brieven van Opheffer. Zij hadden hart voor de bevolking, wilden haar levensomstandigheden helpen verbeteren, doch beschouwden de Indonesiër als een kind waarvoor gedacht en gehandeld moest worden. Hun bestuurstactiek was die van de ‘perentah haloes’, de zachte dwang, en de voogdijgedachte der ‘ethische politiek’ zat hun in het bloed. [Nieuwenhuys – Tussen twee vaderlanden, 45] Meer informatieGouverneur Generaal was Mr. James Loudon, een broer van den in 1868 te Batavia overleden vice-president van den Raad van Indië Mr. Alexis Loudon. Deze gebroeders waren zonen van Alexander Loudon, die in 1841 met de Engelsche vloot onder admiraal Sir Robert Stopford als aspirant-officier op Java gekomen, na een poos resident van Banjoewangi, daarna van Semarang werd, om zijn carrière te eindigen als suiker- en indigofabrikant op Java. Toen wij in Juni bij den heer Sijthoff waren, vroeg de Resident uwe oudste of zij reeds wist dat de Directeur van Onderwijs eene directrice voor de op te richten kostschool voor Inlandsche meisjes zocht. “Heeft u 't uwe dochters al verteld, Regent?" wendde de Resident zich tot Vader, en daarna weder tot uwe dochter: “Zou je niet directrice van die school willen worden?" Zij zeide niets, wendde haar gezicht af, opdat Vader en de Resident, die naast elkaar tegenover ons zaten, niet hare oogen zouden zien, die àlles zeiden, wat de stijfgesloten mond verzweeg. Wat was zij schoon toen zij 't open rijtuig uitsprong en het helder licht der dammers haar vriendelijk gelaat bescheen! Toen het vol orkest haar met de groote trom aan 't hoofd, begroette, en zij lachend haar net geganteerde hand aan Albert Van den Hove reikte, om op zijn arm geleund de lange galerijen van het residentiegebouw te doorloopen, eerst haar opwachting bij de gastvrouw te maken en vervolgens haar plaats in te nemen aan het lagere einde der zaal, waar zij terstond door een aantal heeren omringd werd, die elkander verdrongen voor een dans, een lach, een blik van de ‘Roos van Samarang’. Morgens om tien uur trok de Landstorm weg om, volgens een ontvangen bevel, ca. 30 km bezuiden de stad een voorbereide stelling op de weg naar Magelang in te nemen. Vreemd genoeg kreeg ook de Stadswacht bevel om naar die stelling te gaan – de commandant vertrouwde het bevel niet, trachtte het te verifiëren, kon geen verbinding krijgen met de commandant van de 4de ‘divisie’ en besloot toen conform het bevel te handelen. Ook de leden van het vernielingscorps reden haastig zuidwaarts, naar Magelang, velen vergezeld van hun gezinnen. Hetzelfde deden nu omstreeks het middaguur de burgemeester, de resident van Semarang en de resident ter-beschikking die in de nacht van donderdag op vrijdag niet met de gouverneur was meegegaan. Ook de politie trok weg. Het personeel van de luchtbeschermingsdienst volgde. Dit alles leidde er toe dat talrijke andere Europeanen, voorzover zij nog over auto’s beschikten en voorzover zij er nog benzine in hadden, overhaast Semarang verlieten, enkele kostbaarheden meenemend maar hun inboedel onbeheerd achterlatend. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 980-982] |
Ga rechtsaf Jl Sugyopranoto (Boeloe).
Ga de voetbrug over en ga terug richting het plein.
Rechts Pasar Bulu (op de plaats van de oude Pasar Boeloe).
[1938] Thans worden in Semarang nog 2 particuliere pasars geëxploiteerd, die beide op particulier land staan, en door de eigenaren met vergunning van de Gemeente worden gehouden. Dit zijn de pasars Tjandi, gehouden door O.T. Bing, en de pasar Boeloe, eigendom van de erven Oei Tiong Ham. Met de laatste exploitanten is de Stadsgemeente thans tot een vergelijk gekomen, aangaande de overname en verbetering van dezen pasar, zoodat in Juni a.s. nog slechts de kleine onbeteekenende pasar Tjandi in particuliere handen zal zijn. [Locale Techniek-7-2, 49] |
Rechts Jl Cokroaminoto ([Kampong] Karangasem).
... maar waar bijv. onderwijzers, leeraars H.B.S., inspecteurs van het Europ. lager onderwijs zich niet ontzien die ‘Europeesche kampong’ te bewonen, zou men toch mogen verwachten dat lui, die daarvoor van de gelden, onder meer door belastingbetalende Karangasem-bewoners bijeengebracht, worden betaald, nog zooveel plichtsgevoel hebben overgehouden, dat zij zich ook met de begaanbaarheid der wegen van die ‘Europeesche kampong’ zouden bemoeien. [De Locomotief, 30 Juni 1910] Is het waar, dat dus dit jaar niets meer aan de kampongs wordt gedaan dan andere jaren en is dit wel toelaatbaar te achten van de gemeente waaraan ook de kampongbewoners belasting moeten betalen? [De Locomotief, 25 Februari 1927 (1,1)] Zooals blijkt, zijn met betrekkelijk geringe middelen beteekenende verbeteringen bereikt, die de Gemeente aangespoord hebben op den ingeslagen weg voort te gaan en daarom werd in het jaar 1930 overgegaan tot verbetering der kampong Karangasem ter oppervlakte van 8.7 H.A. [Gedenkboek Semarang, 89-90, 121-122] |
Rechts: Museum Perjuangan Mandala Bhakti (Raad van Justitie – ca. 1930, Kuhr).
Raad van Justitie![]() Het hoogtepunt van Sneevliets Indische loopbaan was het proces dat voor de Raad van Justitie te Semarang gevoerd werd in verband met een vervolging wegens publicatie in het Semarangse dagblad De Indiër van een artikel van zijn hand over de Russische revolutie. Het was een juichkreet, een 'lofzang uit een jubelend hart', en hij schreef het stuk op de avond van 18 maart 1917, nadat de eerste berichten over de Kerensky-omwenteling waren ontvangen. Het laatste gedeelte ervan bevatte kritiek op het koloniale beleid. Meer informatie
Een object waaromtrent langen tijd dispuut bestond tusschen gouvernement en gemeente is het voormalig Residentserf. Voor de somma van vijftig duizend gulden wordt gemeente [in 1910] eigenaresse van de grond, [Gedenkboek Semarang, 52] Tot onze spijt vernemen we, dat de kans op de totstandkoming van een nieuwen schouwburg op het voormalig residentserf tot een minimum teruggebracht is. [De Locomotief, 26 Juni 1917] [Ned. Ind. Oud en Nieuw, 101] Het Hooggerechtshof deed uitspraak over] een appèl van den Officier van Justitie te Semarang die voor den Europeeschen beklaagde eenzelfde straf (drie maandenvrijheidsbeneming) had geëischt als voor den Inlandschen, omdat beide zich z.i. aan eenzelfde feit hadden schuldig gemaakt. [...] Maar ‘in elk geval’, gaat het arrest [van het Hooggerechtshof] dan verder ‘al – hoe de Semarangsche officier (èn de koloniale wetgever!) ook over algeheele gelijkheid van rechtspraak moge denken – niemand kunnen ontkennen, ‘dat in het algemeen eene vrijheidstraf veel zwaarder drukt op den Europeaan dan op den inlander, voor wien – heet het verder – zoowel uit een moreel als uit een maatschappelijk standpunt de veroordeeling en het ondergaan der straf weinig nadeelige gevolgen heeft, terwijl de Europeaan moreel meer gebukt gaat onder de straf en voor hem terugkeer in de maatschappij zoo heel veel moeilijker is.’ [De Locomotief, 17 Februari 1917] Japanse orgaan dat verzet en illegaliteit bestreed: de Kenpeitai, de Japanse militaire politie. In Bandoeng zetelde de Kenpeitai in een ontruimd katholiek broedertehuis, in Semarang en Soerabaja in het gebouw van de Raad van Justitie, in Soerakarta in een hotel, in Malang (meer gegevens hebben wij niet) in de Christelijke muloschool. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 467-468] Soerastri Karma Trimoerti: Twee maanden na zijn arrestatie, in augustus 1942, werd ook ik door de Kenpeitai gearresteerd en na een kort huisarrest zes uur lang verhoord en mishandeld op hun hoofdkwartier in Semarang, tot ik in zwijm viel. Daarna mocht ik onder geleide naar huis om mijn kinderen te verzorgen. Vele dagen werd ik nog verhoord en onder huisarrest gesteld. [Verboden voor honden, 60-61] Dan had zich in juni-juli ’49 op Midden-Java een compagnie, bestaande uit militairen van het inmiddels ontbonden Knil-bataljon Gadjah Merah ernstig misdragen: zij zou bij twee gelegenheden in totaal zeven-en-dertig arrestanten zonder onderzoek hebben doodgeschoten en vrouwen hebben verkracht en mishandeld. De officier van justitie te Semarang stelde op schrift: ‘De Gadjah Merah heeft reeds lang mijn aandacht, het aantal klachten die mij in werd toegezonden, is zo langzamerhand legio. Ofschoon ik alle doorgezonden heb ter afhandeling aan de Territoriaal- tevens Troepencommandant Midden-Java, heeft mij nooit enig bericht bereikt of een onderzoek is gehouden en wat daarvan het resultaat is.’ [Het Koninkrijk der Nederlanden, 12, 1019-1020] |
Steek de Jl Sutomo over (Koningin Emmalaan voordien Kalisariweg).
![]() Naar wij vernemen loopt het voorbereidend werk voor den aanleg van den verbindingsweg tusschen Bodjong Nieuwen Tjandiweg langs Kalisari ten einde. Het ligt in het voornemen met de N.I.S. in onderhandeling te treden voor den afstand van een deel van het erf vóór den hoofdingang van het N.I.S.-gebouw, opdat een hoek in de verkeersader Bodjong-Kalisari vermeden kan worden. [De Locomotief, 21 Februari 1917] Binnenkort kan, naar wij vernemen, in den gemeenteraad verwacht worden de behandeling der plannen voor den aanleg van den verbindingsweg tusschen Bodjong en heuvels langs Kalisari. Voorts vernemen we, dat de doortrekking van de verbinding over een deel van het N.I.S.-erf, waarover we vroeger reeds schreven, zoo goed als zeker tot stand zal komen: de onderhandelingen daarover tusschen de gemeente en N.I.S. hebben een gunstig verloop. [De Locomotief, 16 Maart 1917] |
Rechts: Gereja Kathedral (Katholieke Kerk Randoesari; 1927, Van Oyen).
De Roomsch-Katholieke kerk, welke eerst in 1808 hier als kerkgenootschap erkend werd, stond aanvankelijk in dezelfde ondergeschikte betrekking tot den Staat als de Hervormde. De pastoors b.v. werden door de regeering naar welgevallen benoemd en ontslagen. Dit streed geheel met de groote beginselen dier kerk, wier eenig hoofd de Paus is en in wier inwendige aangelegenheden Staatsbemoeienis niet gedeeld kan worden. Een concordaat van 1847 met den Paus verschafte de Roomsch-Katholieke kerk in N.I. hare tegenwoordige zelfstandigheid. [De Taak-2, 2-3] |
In de zuidoosthoek van de bij de kerk horende scholencomplex is zicht op een bebouwde heuvel, genaamd Bergotta.
In Semarang kwam het midden oktober [1945] tot een week van hevige strijd tussen de pemoeda’s en de Japanners. [Het Koninkrijk der Nederlanden,12, 707-709] Meteen rukten de Japansche troepen uit Djatingala naar de eigenlijke stad op. Een vrij krachtigen tegenstand overwinnend, bezetten zij in den loop van den dag den Bodjong-heuvel en arresteerden daar den republikeinschen Resident Wongsonegoro. Deze stelde zich daarop schriftelijk met de pemoeda’s in verbinding en trachtte hen te bewegen het vechten te staken. Soekarno’s hoofdkwartier te Batavia deed hetzelfde, maar de pogingen werkten niets uit.[Fabricius – Hoe ik Indië terugvond, 130] |
Steek Jl Pandanaran over (Randoesari).
De Hoogenraadslaan [Jl Yani], de Pieter Sijthofflaan, Randoesari [beide Jl Pandanaran], Peloran en Depok [beide Jl Gajahmada] werden in verband hiermede [de Koloniale Tentoonstelling] verbreed en verbeterd, waarbij de grootgrondbezitters en van deze voornamelijk de heer Oei Tiong Ham op royale wijze hun medewerking verleenden. [Gedenkboek Semarang, 58]. Architect H. Maclaine Pont over De Koloniale Tentoonstelling Semarang 1914. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-4, 47-64] |
Rechts: Kali Semarang.
![]() |
Rechts: 'Lawang Sewu'.
Open van 7.00 – 21.00 uur.
N.I.S.![]() Hoofdbureau van de Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij (1902-07, ontwerp: Klinkhammer-Ouëndag, gebouwd door Hinse en Hilbring). [...] en nu stelde de Maatschappij zich in verbinding met Prof. Jacob F. Klinkhamer te Delft en den heer B.J. Ouëndag, architect te Amsterdam, en werd hun de opdracht gegeven voor het ontwerpen van dit gebouw, met verzoek den bouw uit Nederland te leiden, door alle teekeningen te maken en alle uitzendingen te bezorgen. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-1, 23-31] Meer informatieDat er zo druk gebouwd wordt verheugt mij. Maar hoe wordt er gebouwd? Wordt er zóó gebouwd dat het oog er wat een heeft? Indien niet het dezer dagen gereed gekomen gebouw der N.I.S. aan de Bodjongschen weg het bewijs leverde dat er inderdaad óók wel iets zeer goeds gemaakt is, dan zou ik voor mij op de bovengestelde vraag moeten antwoorden, dat ik de nieuwe gebouwen onzer stad ronduit gezegd heel leelijk vind. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift, 10, 138] Elenbaas meldt, bij de bespreking van een ontwerp van Snuyff voor een telefoonkantoor zo’n tien jaar later, “in navolging van het bureaugebouw voor de N.I.S. te Semarang, is de beplanking op vrij grooten afstand van de dakbedekking gehouden, en de ruimte daartusschen behoorlijk geventileerd, waardoor de invloed van de directe beschijning der dakbedekking door de tropische zon op de temperatuur in de zaal wordt ontdaan.” [Indisch Bouwkundig Tijdschrift -15, 207]. Ook op het gebied der vakbeweging stichtte het optreden van Sneevliet verwarring. De Vereniging van Spoor- en Tramweg personeel in Nederlands-Indië bestond vrijwel geheel uit Europese ambtenaren van de Nederlands-Indische Spoorwegmaatschappij te Semarang. Hij drong aan op openstelling van de organisatie voor al het personeel der maatschappij, hetgeen een uittocht van de Europeanen tengevolge had. De zetel van de Indische Partij was te Bandoeng gevestigd, maar werd na een Indiërs-congres naar Semarang overgebracht. Semarang werd het sterkste steunpunt. Topee en Teeuwen, beide ambtenaar van de NIS (Nederlandsch-Indische SpoorwegMij.), later Vorderman, douane-ambtenaar, werden de Semarangse voormannen en speelden al spoedig in geheel de actie der partij een belangrijke rol. Teeuwen werd in 1918 tot lid van de Volksraad benoemd.
Groep van het personeel van het hoofdgebouw van de Nederlandsch Indische Spoorweg Maatschappij te Semarang. [Koloniale Roeping, 7] De Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij vergrootte in 1895 haar net door uitvoering te geven aan de haar verleende concessie voor den aanleg en de exploitatie eener normaalsporige tramlijn van Djokja naar Magelang, later verlengd tot het eindpunt Willem I van den reeds bestaanden breedspoor-zijtak van de lijn Semarang-Solo, en nog later uitgebreid met een zijtak van Setjang naar Tamanggoeng. [en door] de bouw van een normaal-spoortramlijn van Goendih – aan de breedspoorlijn van Semarang naar Solo – door de Solovallei naar Soerabaia, waaraan in 1898 een zijlijn naar Grissee werd toegevoegd. [De Koloniale Roeping, 14] Maar de passagiers zouden het geriefelijker vinden als men ten spoedigste er toe overging om nieuwe, moderne waggons in dienst te stellen. Een paar jaren geleden heeft men eenige eerste- en tweede-klasse-wagons aangemaakt. Deze loopen uitsluitend op de hoofdlijn Semarang-Djokja en alleen in sommige treinen. Het wordt werkelijk hoog tijd dat de rijke N.I.S. hare oude passagiers-rijtuigen der drie klassen door moderne waggons vervangt. De oude nog niet geheel versleten waggons zoude zij alleen mogen benutten voor het vervoer van Inlanders tusschen Groendih en Djokja bij gelegenheid van groote feesten (garabegs). [De Locomotief, 3 Augustus 1910] Op het einde van 1928 was op Java 2922 K.M. spoor en tram van de Staatsspoorwegen in exploitatie [...] Van de particuliere maatschappijen zijn zonder uitzondering de directies in Nederland gevestigd. Het plaatselijk bestuur van de Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij berust bij een Comité van Bestuur bestaande uit 3 leden, waarvan een de voorzitter is; dit Comité is gevestigd in Semarang; [De Koloniale Roeping, 25-26] ‘Na een jaar ben ik naar Semarang getrokken. Daar kon ik aan de slag in het Lawang Sewu.’ Dat was het mooie, oude gebouw van de Nederlands-Indische Spoorweg Maatschappij. ‘De Kenpeitai had er zijn intrek genomen, dat was de Japanse militaire politie. Het stond bekend als een spookgebouw.’ De Kenpeitai was even gevreesd als de Gestapo in Europa. Haar leden begingen talloze oorlogsmisdaden. ‘Beneden in de kelder was een gevangenis waar gemarteld werd. Ik ben er nooit gaan kijken. |
De voorgevel is wat soberder geworden.
![]() Het boogveld boven het drielicht in het front is versierd met een decoratieve vulling van sectiel-aardewerk volgens ontwerp van Mej. Henr. A. Koopman te Amsterdam en vervaardigd in de Delftsche plateelbakkerij van Joost Thooft en Labouchere. Deze boogvulling geeft, met het roode pannendak en het groene patina van de koperen torenhelmen, tegen het met glazuursteen versierde witte gevelvlak een effect van rijkdom, wat nog verhoogd wordt door de bronzen topversiering, waarvan het model door den beeldhouwer L. Zijl is vervaardigd.[...] Uit de reservoirs, zoo hoog mogelijk in de torens opgesteld, wordt het geheele gebouwencomplex van water voorzien, dat uit een groote put opgezogen wordt en ruim 20 M. hoog opgeperst in de torenreservoirs. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-1, 23-31] |
![]() Ventilatoren op den nok versterken den luchtstroom in die tusschenruimte, die echter zoo hoog gehouden is dat schoonhouden zeer goed mogelijk blijft. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-1, 23-31] |
![]() |
![]() En nu terwijl het gebouw betrekkelijk slechts een gering aantal jaren in gebruik is genomen, is de uitbreiding van den dienst zoo belangrijk gestegen, dat op het nog open gedeelte van het terrein, aan de Oost-zijde, een nieuw gebouw moet worden gesticht. Dit nieuwe gebouw van rechthoekigen vorm, groot ruim 23 M. bij 77 M. lengte, bestaat in hoofdzaak uit een lange middengang waaraan de werklokalen zijn gelegen en is rondom omgeven door galerijen. Hoewel deze nieuwe bijbouw dus wat indeeling betreft niet afwijkt van het reeds bestaande gebouw zal de te volgen constructie eene geheel andere zijn. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-1, 23-31] |
Bovenin v.l.n.r. de wapens van Amsterdam, Batavia, Nederland, Semarang en Den Haag. |