De laatste waarnemingen zijn gedaan in 2018
De wandeling in PDF formaat
Begin van de wandeling: noordelijkste punt van Jl Maritim Raya (Kanaalweg).
Jl Maritim Raya is de kade langs de Pelabuhan Sunda Kelapa (de Kanaalweg langs de oude haven).
Om daar te komen: neem een taxi naar Pelabuhan Sunda Kelapa.
Ga via Jl Lodan Raya naar de ingang van het terrein: Jl Pagmawati.
Betaal entree: voor de taxi 5.000 en per persoon 2.500 Rp. (2018).
Ga na de ingang linksaf en daarna rechtsaf.
Rijd rechtdoor tot het uiterste einde van de weg.
de ReedeOp een Portugese landkaart uit het begin van de zestiende eeuw heet het kustdorp Sunda Kelapa, Kokosnoten-Sunda. De reede van Batavia omstreeks 1850. ↑ De reede van Batavia wordt nog altijd met regt voor eene der beste ligplaatsen der wereld gehouden. Zij is wel is waar van het Noord-west tot Oost-noord-oost open, doch door zeventien eilandjes van onderscheidene grootte gedekt zijnde, kunnen er ten minste twaalf honderd schepen eene veilige ankerplaats vinden. Meer informatieDe schippers, elkaar met bedrukte ogen aankijkend, lieten op staande voet leden van hun bemanning aan boord komen om ons naar Batavia te brengen, waar wij op 3 februari 1700 aankwamen met achttien soldaten, zeven gezonde matrozen en vijfentachtig zieken. De rest van 286 was al dood, waaruit kan worden opgemaakt wat ons was overkomen. Op 11 oktober hadden wij ‘s avonds en ‘s nachts in Batavia zwaar onweer met donder en bliksem. In de stad werd geen schade veroorzaakt, maar op de rede sloeg ‘s avonds om acht uur de bliksem in een schip, de Admiraal de Ruiter genaamd. Aldus kwamen wij zonder eenige verdere ramp, ook zonder eenen doode, of eenig geschil met iemand gehad te hebben, na eene zeer vermakelijke reis, op Zondag den 30 December 1685, ‘s morgens onder kerktijd op Batavia’s reede ten anker, alwaar ik mij eerst naar ‘t huis van den Eerw. Ds. Theodorus Zas, Nederduitsch predikant, begaf, De lucht stond smerig; van het land was niets te zien, dan de dof groene kustzoom, en er blies over de troebele Java-zee een stevige noordooster, kostelijk om mee uit te zeilen, maar een rakker om er bij te liggen schommelen op Batavia’s opene reede. Niets verklaarbaarder dus, dan dat kapitein Merkes – van het barkschip Cornelia, welks passagier ik was voor de thuisreis – teekenen van baloorigheid begon te geven, en, na herhaald uitkijken en heen en weer loopen, eindelijk zijnen eersten stuurman gelastte de lappen bij te zetten en het anker te lichten. En, toen we nu de reede van Batavia naderden, kwamen tal van inlandsche bootjes naar het schip geroeid; ze schoten van tusschen de eilandjes tevoorschijn, en doken van uit de schaduwen der groene kusten op als watervogels. Daar ik mij voor het eerst in een tropisch land bevond, en men mij in Europa nadrukkelijk tegen het gebruik van veel ooft in Indië gewaarschuwd had, was ik huiverig om gebruik te maken van de heerlijke vruchten, welke mij, nog eer wij aangeland waren, door de kadraaijers in overvloed werden aangeboden. De gewoonte om aan boord te komen bij vertrek of aankomst der schepen van de groote vaart, dateert reeds van 1632. Zij zouden haar afhalen van boord. Op het kleine bootje, dat naar de open reede voer, waar de groote stoomers moeten ankeren, ontmoetten zij van Herwijnen, minder hooghartig en met erger omlaag hangende knevels, haarlokken en schouders dan ooit te voren. |
De nieuwe havens liggen in Tandjong Priok, van hier hemelsbreed 8 km. naar het oosten. In 1883 werd daar de eerste haven geopend. In 1917 was de 2e binnenhaven voltooid en in 1920 begon men met de aanleg van de 3e met een lengte van 1030 meter, een breedte van 215 meter en een diepte van 10 meter. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-27, 10]
Eind Kanaalweg
Langs het Havenkanaal naar het cafétje aan zee, waar we koffie dronken. Itih houdt van de zee en ze kende al die plaatsen. Het aquarium was gesloten, tot haar spijt. Meer informatieEen meer duurzaam gedenkteeken der herstellende regering van den Baron van der Capellen, is het fraaije en tot op een aanmerkelijken afstand in zee uitloopende havenhoofd, uit dubbele reijen zware palen van djatiehout, tusschen welke de breede ruimten met groote klipsteenen zijn opgevuld. In de loop der eeuwen zijn de havenhoofden steeds verlengd. [Oud Batavia I, 237] Aan het uiterste eind van het jaagpad brandde een groot vuur op het zand. Het bleek een Japanse lijkverbranding! Een hoofdagent van politie waakte erbij als vertegenwoordiger van het Gezag, en de vrienden en familieleden van de overledene zaten in het cafeetje en dronken limonade en koffie, onophoudelijk druk pratende.[Walraven – Eendagsvliegen, 293] |
Ga de Jl Maritim Raya in zuidelijke richting.
![]() |
In feestelijk verbeiden als in ondertrouw liggen de grote zeilers aan de overkant; de trampers met de felle menierand, de slanke Makassaren en de ronde Boetonnezen, de fiere Boegis en de zware Madoerezen, de tongkangs en de wangkangs uit het land van Li Tai Peh. Er wordt lawaaierig gehesen en gekruid met kisten, krandjangs, balen, vaten; er is de stank van kopra en tjengkeh en het gezwatel van harpuizen en kalfaten. [Mahieu – Verzameld werk, 477-479] |
De ontelbre waarden uit het Indische gebied, Van all' de Eilanden, in zyn' ommekring gelegen, Geöpperd, en gevoerd langs ongebaande wegen, Zyn niet te noemen, schoon haar 't weidend oog beschouwt. Een onuitputbre myn baart hier een' stroom van goud; Een' rykdom die den Staat voor altoos kan verzaden. Bezie dees kleene vloot, tot zinkens toe geladen, Die in de haven bruischt. Bezie den andren kant, Daar duizende Kanoos de vruchten van dit land Aanvoeren op den rug van Javaas heldre stroomen, En, stuivende aan den boord der dichtgebouwde zoomen, Den last ontlaên waar op de Nederlander doelt. [De Marre in: De muze van Jan Compagnie, 159-160] |
Ongeveer 100 m voor een gesloten hek over de volle breedte van de weg, buigt het verkeer links af.
Dit is ook de laatste plaats waar de Kleine Boom heeft gelegen.
Kleine Boom![]() Lang voordat Tandjong Priok het punt werd, waar de nieuwelingen uit het oude Europa voor ’t eerst den voet op Indischen bodem zetten, was de z.g. Kleine Boom de plek waar zij debarkeerden, wanneer na een maandenlange reis de sloep hen van het zeilschip naar den wal had gebracht. Meer informatieAan de regterhand van de trekvaart ziet men het tolkantoor, in de wandeling de Boom genoemd, en van hier komt men in weinige minuten aan de Werf, en in de stad Batavia. De beide roeyers heffen hunne riemen op en doen de prauw bij den Boom aandrijven. Weinige minuten later staat Mr. Alexander Wierincx op den vasten bodem van Batavia. De nederlandsche douane nadert schielijk en vraagt of er ook pistolen, geweren en kruid in zijn bagaadje zijn aan te geven. “Juist, meneer Ruytenburg! Gaat u ook familie afhalen?" De kleine bootjes waarmee we aan land werden gezet, slingerden hevig op de golven. De kade vol drukte van koelies en wuivende, wachtende mensen zinderde van de hitte. Het licht deed pijn aan mijn ogen. Twee sterke handen trokken mij op de kade en ik stond tegenover de man met de tintelende lichtblauwe ogen. Ik weet tot op de dag van vandaag wat toen door mij heen ging, en dat ik nooit anders zal kunnen omschrijven dan als een schok van herkenning. ‘Laat mij u helpen’, zei hij. Maar de kleine stoomer was tot den Boom genaderd en Henriëtte had onwillekeurig het oog gevestigd op de vreemde vaartuigen, die in de haven lagen, op de zonderlinge steenen schuur met bijgebouwen, waarvan de heer Ruytenburg haar thans verhaalde, dat daar de nederlandsche douane gewoonlijk de bagaadje der reizigers uit Europa onderzocht. Papa en mama waren aan den Boom met het rijtuig. De vreugde was groot, maar werd getemperd door de vreeselijke drukte met het lossen van koffers en kisten, en vooral met het aan den wal brengen van Bop, die haast niet te regeeren was. Te Batavia moest de oude Bruce in een draagstoel naar de wal. Onwillekeurig keek Lena in die vreemde omgeving eens rond en het verheugde haar een bekend gezicht te zien: dat van George Vermey. Het bataljon, waarbij Louis Rivière diende, had een goeden naam. Toen bekend werd, dat het op expeditie zou gaan, maakte ’t bericht sensatie, en toen op den voor ’t ernbarquement bepaalden dag de troepen naar den Boom trokken met de opwekkende militaire muziek aan het hoofd, deed groot en klein, arm en rijk het uitgeleide. De “Groote Boom” bij Pasar Ikan, waar tegen het einde der vorige eeuw de passagiers der uit Holland komende zeil- en stoomschepen debarkeerden. Rechts de “Uitkijk” met daaronder de raderboot welke reizigers en lading van de op de reede liggende schepen van en naar den wal vervoerde. [50 Jaar Hotel des Indes, 7] → |
Ga linksaf: Jl Baruna I.
Ga rechtsaf Jl Pagmawati.
Ga rechtsaf Jl Lodan Raya.
Ga linksaf: Jl Krapu.
Links: in zeer slechte toestand.
![]() Voor menschen, die niet terstond na aankomst den verren tocht naar Weltevreden konden beginnen, werd in 1849 de Stadsherberg aan het havenkanaal tegenover den Uitkijk geopend. [Oud Batavia II, 32-33] Zoolang de haven in gebruik bleef en men uit Holland komende hier voet aan wal zette, bleef de Stadsherberg de plaats van ontvangst voor ieder, die aankwam en een centrum voor de handelaren. [Locale Techniek-7-3, 72] Somtijds werd de pret voortgezet in de Stadsherberg aan den Kleinen Boom. Die had ook z’n grooten dag, maar dat was wanneer, éénmaal ’s maands, de Engelsche mail aankwam. [Indië, geïllustreerd weekblad-4, 792-793] Het debarkement vond toen nog plaats ter reede van Batavia en werd aan de oude stadsherberg tegenover Passar Ikan de traditioneele halve flesch wijn en een pond brood aan de troepen verstrekt. [Het Indische Leven-8, 489] |
Ga de brug over de Ciliwung over, over het noordelijke deel van de voormalige kasteelgracht.
De noorderkasteelgracht. [Oud Batavia I, 92-93], [Oud Batavia I, 184]
Kasteel
In den tijd van den kroniekschrijver ds. François Valentijn (1686–1713) vertoonde dit Kasteel zich ‘zeer hoog van muren’, te naastebij vierkant van vorm, verdedigd door vier bolwerken, alles van koraalsteen opgemetseld. Meer informatieTientallen jaren later liet een van hun zegevierende concurrenten uit de Nederlanden, Pieter Both (de eerste gouverneur-generaal in dienst van de Verenigde Oostindische Compagnie) op een stuk grond bij de riviermonding, dat hij van de plaatselijke vorst verworven had, een als vesting versterkt kantoor neerzetten waar een 'posthouder' de zaken waarnam. Verbouwd, van sterke muren en wachttorens voorzien, werd dit fort tot het Kasteel Batavia, van waaruit in 1621 Jan Pieterszoon Coen het nabijgelegen Yacatra verwoestte. Wij zullen de oude stad gaan zien, ons herinneren Jan Pietersz. Coen, het kasteel Batavia, de energie onzer koop-lieden-voorvaderen, geheel het ‘Westersch effort’ onzer stoere zeevaarders en mannen van de Compagnie. Wy ginghen inde stadt, quamen voor ‘t hof (daer de Generael Ian Pietersz. Koen van Hoorn, sijn residentie hiel). Wy vraeghden de hellebaerdiers, of sy wilden vragen of wy eens by de Generael mochten komen, hadden hem te spreecken. De dag nadat Sara Specx op de slaapkamer van alle staatsdochtertjes (geadopteerde meisjes) in het huis van gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen door Pieter Cortenhoef was beslapen, heeft de heer Coen mij laten roepen en opgedragen om voor de stoep van zijn huis een schavot te laten oprichten. Toen de V.O.C. zich hier vestigde, was een gevolg dat de oorspronkelijke inheemsche bevolking van Jacatra voor een groot deel de wijk nam, en dat in den Compagniestijd Batavia werd herbevolkt door tal van inkomelingen van buiten.
Links: |
Ga rechtsaf: Jl Pakin.
Ga de brug over de Kali Besar over.
Ga rechtsaf: Jl Pasar Ikan (Aquariumweg).
Rechts: Menara Syahbandar.
‘De Uitkijk’ is gebouwd in 1839 op het Bastion Culemborg, dat in 1645 een onderdeel vormde van de stadswal. De toren diende als uitkijktoren en later als meteorologisch station.
Aangeraden wordt om de toren, niet nu maar op de terugweg te beklimmen.
Ga schuin links: Jl Pasar Ikan.
Links: Museum Bahari – Maritiem Museum. Open van 8-5, ma dicht. Entreekaartje geldt ook voor ‘de Uitkijk’.
|
![]() Bij Pasar Ikan ben ik geweest, bij den ouden stadsmuur. Wij hebben den walgang gelopen, waar de schildwacht liep. Wij hebben gestaan in de stenen ‘peperbus’, die hem tot schuilplaats diende bij regen. De stadswal: bijna loodrecht en veel te laag! [Oud Batavia I, 219-220], [Oude Hollandsche Bouwkunst, 41] |
Ga aan het einde van de weg even rechtdoor.
Links: de muur van een bastion.
![]() ![]() In de vorige brief had ik natuurlijk gelezen, dat jullie nog eens naar Oud-Batavia zijn gaan kijken. Dat was heel aardig om te hooren. Ik had wel graag met jullie op de muur van het bastion gezeten, van Zeeburg, om te bespiegelen over het verleden. Het ìs inderdaad het verleden, dat op je toekomt daar, oud-Holland in Indië. Ik ben blij, dat ik het je heb kunnen laten zien. Die herinnering zal je altijd bijblijven, ook al kom je hier niet meer terug. [Walraven – Brieven, 473] |
Ga terug en ga linksaf.
Ga op de T-kruising: linksaf.
Rechts: In restauratie (Pasar Heksagon, gebouwd als ‘vischloods’).
![]() |
Na de bocht naar rechts, lag links: Het Instituut voor de Zeevisserij (Dept. v. Econ. Z. – 1922, BOW) en het Kantoor voor de Prauwvaartaangelegenheden (Dept. v. Econ. Z.).
Aquarium
Wie hier komt, moet ook het aquarium niet overslaan! Het is maar een klein aquarium, maar het bevat zeer veel moois, en de vissen worden goed verpleegd. Meer informatieWe vinden een bank in de tuin van ’t Aquarium en hebben toch nog uitzicht op 't water en op de prauwen die met scheefhangende zeilen en bont beschilderd houtwerk binnenkomen. [Het Indische Leven-5, 751] |
Ga terug en op de T-kruising rechtdoor: Tempat Pelelangan.
Passer
Nieuwbouw op de plaats van de voormalige
![]() Hier sinds 1846 [Oud Batavia I, 366].… of een oude, beroemde, als de vismarkt in de benedenstad met zijn scherpe zilte geur, waar de warme zeewind en de in vele kramen uitgestalde koraalgewassen, schelpen en gedroogde wieren de herinnering wakker roepen aan het zacht sissende schuim op de witte strandjes van de eilanden in de baai van Djakarta. [Haasse – Krassen op een rots, 67-68] Vandaar naar de Passer Ikan per ‘deleman’(wat een voertuigen toch voor een stad als Batavia), waar we de vischveiling in vollen gang zagen. Meer informatiePasser [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-28, 275] |
Ga terug naar de Uitkijk. Tussen de Westzijdse Pakhuizen en de Uitkijk stond in de VOC-tijd de Vierkantspoort.
Tegenover het fort is een ruim plein, het Vierkant genaamd, alwaar de pakhuizen der kompagnie gelegen zijn, en steeds eene bezetting van militie is.
[“Theeboom” in: De muze van Jan Compagnie, 133-135] De Vierkantspoort, gelegen tussen de Uitkijk en de pakhuizen, was genoemd naar een gebouw dat achter de pakhuizen stond: Het Vierkant, ‘het huis van den generalen ontvang’. [Oud Batavia I, 226-227, 228, 229] Wij wandelden over de gronden van de westzijdse pakhuizen, een goede twee eeuwen oud. Wij bekeken de Uitkijk, nog niet zoo oud, en Culemborg. Hier ergens was de plaats van het Vierkant, waar iedereen aankwam, die pas in Indië arriveerde, en waar zijn blik het eerste viel op de galg.[Walraven – Eendagsvliegen, 290] |
![]() D – Vierkantspoort E – Westzijdse Pakhuizen G – Culemborg (de Uitkijk) K – Stadsbuitengracht L – Vierkantsbrug N – Tolhuis P – Boom In de 17de eeuw lag de Boom aan de westelijke oever van de rivier. |
Links: Menara Syahbandar.
Nog moest de westerstad aan hare noordzij worden gesloten, alwaar, zooals reeds gezegd, de gracht zoodanig was omgebogen, dat het Vierkant er binnen viel. Ook dit werk is door den ijverigen aannemer Jancon verricht nog vóór 1639. De hier liggende punten, die nog heden bestaan, zijn Zeeburg op den hoek en Culemborg zuidelijker aan de kali, waarop thans de Uitkijk staat. Deze laatste punt, genoemd naar [G.G.] Van Diemen’s geboortestad en gebouwd in zijn sterfjaar 1645, sloot den versterkingsarbeid waardig af. [Oud Batavia I, 100-101] Wij wandelden over de gronden van de westzijdse pakhuizen, een goede twee eeuwen oud. Wij bekeken de Uitkijk, nog niet zoo oud, en Culemborg.[Walraven – Eendagsvliegen, 290]. |
Uitzicht vanaf de Uitkijk naar het noorden:
Uitzicht naar noordenIn 1832 werd de eigenlijke haven een dood zeekanaal, door de rivier bij den Uitkijk af te dammen en haar meer westelijk een nieuwe uitwatering te geven, de ‘Moera bahroe’. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-9,126] Deze nieuwe loop van de Ciliwung, op de foto van het midden naar de linker kant, liep noordelijk van de Uitkijk (naast de huidige Jl Pasar Ikan) via de toen nog bestaande Stads Buitengracht. Op het eind van die gracht boog de waterloop naar het noorden en liep ‘naast’ de huidige Jl Muara Baru naar zee. Meer informatieWe komen in Pasar Ikan, de oude vissershaven. Met onze toeristenbus hobbelen we over kronkelige zandweggetjes tussen de winkeltjes door, de chauffeur heeft permissie gekregen om deze wijk in te rijden, daarvoor moest hij iets betalen aan een geüniformeerde wachter. In de haven liggen oeroude vissersboten te stinken in het stinkende water, overal zijn mensen bezig – met het opknappen van hun boten, met het verstellen van netten. Overal zijn mensen bezig – in de winkeltjes, op de hobbelige zandpaden ertussen. Een gemeenschapsleven zoals wij niet meer kennen, Pasar Ikan doet zijn naam geen eer aan, vis valt er niet te bekennen, die is vermoedelijk al in de ochtenduren verkocht want in deze hitte moet het snel gaan. Wel zijn er nog veel stalletjes in huishoudelijke artikelen, speelgoed, schelpen, touw en andere visserijbenodigdheden. In de drooge moesson is er echter noch moeite noch gevaar van de modderbank te duchten. Men ziet er wel eens een kaaiman, zich aan het strand in de zon bakeren, of op eenigen afstand van de rivier op de modderbank zwemmen. Twee eeuwen vóór Olivier wordt al verhaald over de het ‘ghevaer’ van het ‘wreede ghedierte’ de ‘Cocodril’. Wat maakt krokodillen zo angstaanjagend? Het zijn vertegenwoordigers van een soort oer-agressiviteit. Tijgers kunnen in geëigende omstandigheden nog een onschuldige en vertederende indruk maken, maar krokodillen missen dat vermogen. ‘Dadelijk na hunne geboorte ijlen zij naar ‘t water,’ las ik in de Encyclopaedíe van Nederlandsch-Indië. ‘Reeds bij het verlaten der schaal bijten zij woedend om zich heen.’ Zij maken vooral het moerasland rondom de monding der Kali Betawi onveilig; men kan ze er soms zien liggen, half in het water en half op een modderbank, hunne kwaadaardige oogjes blinkende in het zonlicht, en hunne ontzaglijke kaken opengesperd, zoodat men het heldere geel van de keel kan onderscheiden. Daar wachten ze op krengen van verdronken dieren en op allen verderen afval, die de rivier komt afdrijven. Aan de aanlegplaats achter den Uitkijk in de benedenstad lagen de prauwen, versierd en voorzien van tafels en stoelen, alsmede het stoomsloepje dat de prauwen op sleeptouw zou nemen. De onderhavenmeester was belast met de leiding van den tocht. Naar de vloedbossen, voorbij de Pasar Ikan, op een Zondag of in de vacantie; tussen de bleke stammetjes door zagen wij de zee schitteren, er hing een sterke moerasgeur en de wind voerde van de vismarkt achter ons een stank van trassi en ikan kering aan. Het was er broeierig en vol met muggen, dichter bij zee bewogen kleine krabben in de modder tussen de boomwortels. De plek was niet gunstig voor het voeren van amoureuze of diepzinnige gesprekken, maar lag tenminste een eind buiten de bewoonde wereld. [Jansen – In deze halve gevangenis, 18] |
Uitzicht naar het zuiden:
← In 1790 werd de vijver gedempt en verdwenen de galerij en het speelhuis. Thans is er dus weer vaste grond op de plek, waar Coen’s fort van 1619 stond. De richting van den dam, die den vijver afsloot van de kali, is uit de kromming van den tegenwoordigen oostoever der rivier nog te zien. [Oud Batavia I, 168] De In 1997 sterk gerenoveerde Timmerwerf van de VOC. → |
Ga bij het verlaten van ‘de Uitkijk’ linksaf.
Ga rechtsaf: Jl Pakin.
Ga linksaf, over de brug: Jl Kakap. (Werfstraat). In de Jl Kakap meteen links: VOC Galangan (restaurant).
Ga na de brug linksaf en volg de weg naar rechts.
Wij weten niet altijd wie de voornaamste werken, raadhuizen, kerken, stadswoningen, stadspoorten enz., enz. hebben gebouwd. [Oude Hollandsche Bouwkunst, 39] |
Rechts: Raja Kuring, de rond 1997 gerenoveerde Ankerwerf.
![]() Maar is er eerlijk gezegd wel iets helemáál lelijk aan mijn Djakarta? [Robinson – Piekerans van een straatslijper, 69-70] |
![]() De Groote Boom ( het kantoor van de ontvanger en het entrepot) lag op de plaats van het viaduct van de Jl Tol. Eerder lag aan deze kant van de kali de vismarkt.. [Oud Batavia I, 365]. Sedert de haven van Tandjong-Priok in gebruik werd genomen, is de levendigheid aan den boom en op de Kali Besar (‘groote rivier’), zooals hier de Tji Liwoeng genoemd wordt, heel wat minder geworden . [Indië, geïllustreerd weekblad-3, 152] Wat toevloed? welk gewoel? de Vischmarkt, langs het natZo luchtig opgeboud, lokt hier de gantsche stad By honderd schuiten, met een ryke vangst volladen. [De Marre in: De muze van Jan Compagnie, 160-161] |
Ga onder het spoorwegviaduct door en ga rechtdoor: Jl Kali Besar Barat.
In de 18e en 19e eeuw was de naam ‘de Groote Rivier’. Eind 19e eeuw werd de naam veranderd in ‘Kali Besar’. De daaraan gelegen kades heetten ‘Kali Besar West’ en ‘Kali Besar Oost’.
Rechts: Jembatan Kota Intan
HoenderpassarbrugOostelijk van de brug lag de Hoenderpasar. [Oud Batavia I, 361] [1937] Inmiddels heeft het Gemeente-Bestuur van Batavia besloten de eenige oud-Hollandsche dubbele houten ophaalbrug, die over de Kali-Besar nog aanwezig is, af te breken. [Locale Techniek-6-1, 6] Meer informatieGa naar het oude Djacatra bij Batavia, waar de groote stadspoort, de ouderwetsche bruggen, het dicht daarbij gelegen ‘kasteel van Batavia’, aan uw geestesoog de krachtige breedgekraagde ‘poorters tot Amsterdam’ voortooveren. … gevoel ik spijt, als ik bedenk, dat bij mijn komst in dit land Pantjoeran nog niet gedempt moet zijn geweest, en ‘het rondeel’ nog op Glodok bestond, en dat ik daar niet aandachtig naar heb gekeken. Dat er meer ophaalbruggen waren in dien tijd dan alleen de Hoenderpasserbrug, en dat ik, komende uit een land vol ophaalbruggen, daar onverschillig aan ben voorbijgegaan. |
Een uitstapje naar het restant van de Oostzijdse Pakhuizen: 1100 meter v.v.
![]() ![]() Het laatste restant van de Oostzijdse Pakhuizen. Tussen 1748 en 1759 zette men drie pakhuizen. [Oud Batavia I, 371]. Maar volgen wy den loop der groenbezoomde vest.
↑ Foto uit 2005. Detail Stadskaart van de Gemeente Batavia (1921) → |
Ga terug naar de Hoenderpassarbrug en
Vervolg de route over de Jl Kali Besar Barat.
Rechts: 48 Gebouwen met pilaren en bruine, houten bovenbouw. (Catz Java Trading Co.)
|
Rechts: 44-47 Onmi Batavia Hotel (1995).
Rechts: 43 Naamloos.
De agente van de DAGD te Batavia, de firma Maintz & Co., verzocht toen aan onze regering een ambtenaar naar Colombo te zenden voor het voeren van onderhandelingen met de regering van Ceylon over de lading van het schip. |
Rechts: 41.Naamloos.
Batavia, 23 Mei 1869. Nieuws is hier niet, als alleen dat er een weinig windhandel gedreven wordt in tramway-aktiën, en de Indische Handelsbank door de Bataviasche Weeskamer gedagvaard is wegens smerige transaktiën in de nog smeriger zaken van Lichtenberg. |
Rechts: 40 Naamloos.
Een hunner moest in staat zijn, de sterk gecomprimeerde taal der Reuter-telegrammen te ontcijferen. Dat vereiste een routine van maanden. Agent van Reuter was destijds de Engelse handelsfirma John Peet te Batavia, waar een employé des middags voor de distributie van die telegrammen over de daarop geabonneerde bladen zorgde. |
In 1651 besloot de Regeering, eene steenen kerk te bouwen aan de westzijde der rivier, benoorden het begin der Utrechtsestraat. Pas op 1 Jan. 1673 werd de kerk geopend voor den Maleischen en Portugeeschen dienst. [Oud Batavia I, 301-303] Een' Tempel, waar voor 't hart des afgodsdienaars beeft,Daar 't Evangelylicht, dat zielen 't leven geeft, Het duister oog bestraalt der afgedwaalde volken, 't Geloof, gevlogen met hun zuchten naar de wolken, Word van het Godlyk oog, genadiglyk beschouwt; Terwyl de Middelpunt, in 't hart der Stad gebouwd, Het heilige Gesticht beveiligt ... [De Marre in: De muze van Jan Compagnie, 161-162] |
Links: Brug over Kali Besar (Middelpuntsbrug).
|
Rechts: Jl Kopi (Utrechtsche straat).
Chinezenmoord
’t Zyn Christenen! Het zyn, o Hemel! Batavieren, Wij zouden hen noch als soldaten, noch als bedienden kunnen gebruiken: want dapperheid, trouw en eerlijkheid zijn bij geenen Chinees te vinden. Daarenboven koesteren zij sedert den moord van 1740 eenen heimelijken wrok tegen de Europeanen Meer informatieIn die dagen, toen de chineesche emigratie een gevaar voor de Kolonie dreigde te worden, nam de toenmalige Gouverneur-Generaal Valckenier maatregelen tegen de toelating van behoeftige Chineezen; welke maatregelen echter, hoe goed ook bedoeld, zoo onbeholpen werden uitgevoerd, dat het gerucht zich verspreidde als zou het Gouvernement van plan zijn, zelfs de chineesche bewoners van Batavia te doen uitzetten. Afgaande op de statistieke lijsten in het Dagregister, zou men concludeeren dat van 1730 tot 1740 nooit 5.000 zielen van dezen landaard te Batavia met zijne voorsteden hebben gewoond, zoodat het gewoonlijk opgegeven aantal van 10.000 gedoode Chineezen de helft te veel zou zijn. […] Het gesluierd oog, dat niets verraadt; Zij lachen, hun smart is naar binnen gekeerd; Zij wenen niet meer, zij hebben ‘t verleerd. [Extraneus in: Indië – Indonesië, 38] |
Rechts: “1927” Naamloos. (Mirandolle, Voûte & Co.).
Het Nieuws van de Dag![]() In het eerste decennium dezer eeuw was een der meest bekende, ook meest beruchte namen in Nederlands-Indië die van Karel Wijbrands, eigenaar en hoofdredacteur van een der drie te Batavia verschijnende dagbladen, Het Nieuws van den Dag voor Nederlands-Indië. Hij werd in de loop der jaren een bijna legendarische figuur. [Koch – Batig slot, 170-171] Ik stond tegen de ruiten in het stoffige kantoor en ofschoon er buiten niets te zien was dan de nog stoffiger straten, de verveloze pakhuisachtige gebouwen, het vuile rivierwater en de hele povere sjachersfeer van de Kali Besar, voelde ik mij opeens boordevol worden met een verlangen … [Du Perron – Het land van herkomst, 333-334] Meer informatieHet Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië schreef: Wij Hollanders willen dus hier blijven en wij willen de baas blijven. Dat is the long and short of it. Maar zóó we dat willen, kunnen we de zonen van het overheerschte ras in ruime mate deel laten nemen, on der ons oppertoezicht, aan het bestuur over hunne eigen rasgenooten, doch nimmer ons prestige prijsgeven door ze te stellen boven ons! Een aspirant-Controleur is – helaas! – de meerdere ook van den Europeeschen ingezetene ... [Uit naam van de majesteit, 190-191] In het kort komen de praatjes hierop neer: Uw gewezen adjudant kapitein Janette Walen zou in de mening dat U zijn echtgenoote het hof maakte U hebben uitgedaagd hetgeen door U met het oog op Uw positie zou zijn geweigerd, waarna hij, door drift vervoerd, U te lijf zou zijn gegaan. In het Nieuws van den dag voor Ned. Indië zou in een bericht daarop zijn gezinspeeld. [Uit naam van de majesteit, 201-203] ‘Het gerucht gaat, dat de heer Idenburg zal worden teruggeroepen en dat de heer Van Heutsz is gepolst over het weder op zich nemen van het Gouverneur-Generaalschap.’ [Uit naam van de majesteit, 274-275] Een toonaangevende krant als Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië kon op de voorpagina van een zaterdageditie in 1915 de lokale bevolking onomwonden omschrijven als ‘een kudde laksche, domme, onontwikkelde menschen, wier denkvermogen zoo niet geheel afwezig, dan toch van allerprimitiefsten aard is’. De volgende dag begon ik mijn dagelijkse arbeid op het redactiebureau. De stemming was aanvankelijk goed, ofschoon Wijbrands een wispelturig en humeurig mens bleek te zijn, die, als hij ontstemd was zijn uitingen geen rem aanlegde. Ik ontdekte dan ook al spoedig dat hij zowel gevreesd als bewonderd werd, – gevreesd ook door velen die hem om zijn gaven bewonderden. Toen ik op de krant kwam, in het stoffige kantoor van de benedenstad, waar de zon nog gloeiender scheen dan elders op Batavia, toen ik eerst bij de correctors werd gezet in de zelfde achterzaal waar de inlandse zetters werkten onder leiding van een chinese baas, toen ik later de Aneta-telegrammen in redactie-hollands om te zetten kreeg, altijd dezelfde karakterloze formules, en ’s avonds bijwijze van gunst de opening van een automobielzaak mocht ‘verslaan’… ... het in Batavia verschijnend Nieuws van de Dag voor Nederlands-Indië, hetwelk bij die gelegenheid de inheemse bevolking aanduidde als ‘een kudde lakse, domme, onontwikkelde mensen wier denkvermogen, zo niet geheel afwezig, dan toch van allerprimitiefste aard is. Naast onze mening’, zo heette het verder, ‘is de Javaan een kind: stout en grillig, lastig en lui, onbetrouwbaar en wreed. Niet in staat om voor zichzelf te zorgen, niet in staat enig ernstig werk zelfstandig te doen. In de loop van 1935 hadden de grootste kranten van Nederlands-Indië met enthousiasme over de ontwikkelingen in Duitsland in 1933 bericht. De Java-Bode, Het Nieuws van de Dag voor Nederlandsch Indië, het Algemeen Indisch Dagblad en De Locomotief steunden zelfs voluit de oprichting van een Indische NSB. Die beweging was hier net zo reactionair, nationalistisch, ultrakoloniaal en openlijk fascistisch als in Nederland, maar ze heulde minder met het Duitse nationaalsocialisme en antisemitisme. De kranten hier en vooral de Europese geven heel andere inlichtingen over Duitsland dan die in Europa; de Europese pers is hier openlijk fascistisch. De gemiddelde krantenlezer hier in Indonesia heeft een bijna pathologische haat gekregen tegen alles wat “rood” is en beschouwt de fascisten als de redders van de wereld. [Sjahrir – Overpeinzingen, 91-92] |
Rechts: 14-15 Pelayanan Pajak Pratama Jakarta Tambora.
15. Hongkong Bank Building, waarin gevestigd: Federation of British Industries, Asia Life Insurance Company, Sun Lfe Assurance Co. of Canada, The United States Life Ins. Co.Hongkong & Shanghai Banking Corporation. Het gebouw van The Hongkong and Shanghai Banking Corporation, in de wandeling Hongkong Bank genoemd, is in de jaren 1910/1911, volgens de plannen van het Architecten-Bureau Ed. Cuypers en Hulswit te Weltevreden gebouwd. […] |
Rechts: 11 ‘Toko Merah’.
![]() …alleen heeft de architect, om het oud-Hollandsch aanzien van het geheel te verhoogen, de muren aan de buitenzijde opgetrokken van roode in metselwerk gevoegde baksteen, hetgeen oorspronkelijk niet zoo geweest is. Deze muren waren gewoon wit gepleisterd, zonder eenige versiering. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-12, 11-18] De zoo hooggeroemde interieurkunst der Hollanders leed hier volkomen schipbreuk, want het binnenhuis gelijkvloers vertoont onmiskenbare Chineesche trekken. Het is al rood en goud, dat schittert en blinkt en men vraagt zich onwillekeurig af, of men bij een Chinees te gast is. [Oude Hollandsche Bouwkunst, 52-53] [1920] Beide herstellingen hebben plaats onder leiding van den Heer Van Hoytema, den bekenden ingenieur voor ’s Lands gebouwen. [Het Indische Leven-2-7, 130-131, 132] Jammer genoeg hebben de belendende moderne gebouwen een vooruitspringende galerij. [Locale Techniek-6-1,1] In 1786 werd het [Heerenlogement] afgebroken en voor een nieuw logement de beide huizen aangekocht, die thans de Toko Merah of Bank voor Indië aan Kalibesar West uitmaken. [Oud Batavia II, 31-32], [Indië, geïllustreerd weekblad-7, Bijblad 28-11-23, 8] |
Rechts: 6 “Banteng Building” – Kantor Advokat.
[Olivier – Tafereelen I, 43-44] |
Rechts: 4 Naamloos.
![]() In de eerste plaats springt in het oog, dat hier de voorgevel ongerept bewaard is gebleven; de muur is opgemetseld van rood geschilderde baksteenen, zooals duidelijk zichtbaar is op plaatsen, waar het pleisterwerk heeft losgelaten. [Het Indische Leven-2-8, 144-145] Zoo had men aan de Westzijde van de Kali-Besar nooit galerijbouw moeten voorschrijven, waardoor de enkele oude huizen zonder galerij thans in de verdrukking staan, terwijl die galerijbouw nu weerverlaten wordt, omdat er toch geen behoefte aan blijkt te bestaan. [Locale Techniek-6-1, 7-8] Aanvankelijk, d.i. na de voltooiing van het historische Kasteel (gesloopt onder Daendels) bouwden de Nederlanders op Jakarta olim [eertijds] een stad, gelijk ze dat in ’t vaderland gedaan zouden hebben. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-2, 59, 61] |
Rechts: Hoekpand, Naamloos.
Op 27 Februari j.l. [1921] had de eerste steen-legging plaats van het nieuwe gebouw der Chartered Bank of India, Australia and China. [Het Indische Leven-2-35, 692] De geest ook onder de Oostersche rassen veranderde. De geest van gemoedelijkheid verdween. Zij willen iets grootsch zien en geïmponeerd worden. Dit is een in zekeren zin psychologische factor van zeer groote beteekenis. Zij speelt ook haar belangrijke rol in Indië. De Chineesche handelsman heeft de – noem het een ietwat kinderlijke – behoefte geïmponeerd te worden. Het versterkt zijn vertrouwen, hij houdt er van zaken te doen in een wijdsch milieu. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-7, 140-143] |
Ga rechtsaf: Jl Malaka (Malakkastraat).
Rechts: Jl Roa Malaka (Roa Malakka voordien Jonkersgracht).
![]() [Beek-Van Beveren In: Omstreden Paradijs, 43-44] Op de Roa Malakka (de Jonkersgracht) zijn nog mooie huisjes, die ook van binnen mooi houtwerk bevatten. Ik weet het. Maar ze zijn nu onbewoond en dus gesloten, en ik heb geen tijd den eigenaar op te schommelen. Het doet mij slechts genoegen, dat het er tenminste nog alles is en ik hoop, dat men het voor vernieling zal bewaren, zoolang mogelijk. [Walraven – Eendagsvliegen, 291] [Oude Hollandsche Bouwkunst, 53-54] Een straat met aanzien [Oud Batavia I, 263a]; een plaats voor de Portugezen [Oud Batavia I, 105-107] De Arabieren en Mooren *) zijn op Java niet zeer talrijk; men treft hen gewoonlijk slechts in de steden en in de hoofdplaatsen der residentiën aan. Te Batavia bewonen zij voornamelijk de Roea Malacca en den Moorschen passar, en hebben een opperhoofd, die den titel van Majoor voert. [Olivier – Tafereelen II, 187] *) [Oud Batavia I, 480] Hoek Jl Malaka / Jl Roa Malaka stond in 2012 nog het laatste ‘oude huisje’ van deze straat.→ |
Links: 7-9 Pesero.
Vóór 1883 was de Nederl. Handel Maatschappij te Bandjermassin en Palembang gevestigd en dreef daar ook handelszaken. In 1883 werden deze vestigingen door de Ned. Handel Mij. opgeheven en overgedaan aan J.W. Schlimmer, stichter van de firma Schlimmer & Co., waaruit in 1894 de N.V. ‘Borsumy’is voortgesproten. [Persoonlijkheden, 1310] |
Ga terug richting de Kali Besar
Rechts: 1 Telekom.
Telefooncentrale
De telefoon-centrale scheen er echter een zwarte lijst op na te houden. Sommige abonné's (ook Indonesiërs, die wat te druk met Nederlanders en Engelschen verkeerden) klaagden, dat zij in het geheel geen verbinding konden krijgen; anderen constateerden met eenige verbazing, dat de telefoonjuffrouw hen pas verbinden wilde nadat zij gezegd hadden waaròm zij 'n zeker nummer opbelden. Soms ook mengde de centrale zich op berispende wijze in een gesprek. Ik werd nu en dan in het Fransch opgebeld door een ontwikkeld Javaan, die niet wenschte te worden beluisterd; de telefoonjuffrouw vond dat amusant en zei er nu en dan “oui, oui" en “merci" tusschendoor. Meer informatie
|
Óp een kaart uit 1820 staat op de plaats van het telefoonkantoor het woord ‘Beurs’. [Indië, geïllustreerd weekblad-3, 155], [Oud Batavia I, 368] De kruising Jl Kali Besar Barat / Jl Malaka heette voor de oorlog Beursplein.
Ga de brug over.
Op de brug zicht op de achterkant van Museum Bank Indonesia.
|
Ga linksaf: Jl Kali Besar Timur (Kali Besar Oost).
Rechts: 1-2 PT.Skaha (houten bovenbouw).
Bij de nieuwe lokalen heeft men het overstek der verdieping gesteund door gemetselde pijlers en bogen, bij de oudere gebouwen heeft men dit gedaan op rond-massiefijzeren stangen van ± 7 cm. middellijn. De nieuwe gebouwen doen rustig en soliede, de oude ondersteuning doet vrees ontstaan voor invallen. Toch zijn deze ijzeren steunen statisch voldoende sterk, want geen enkele knik of buiging is te zien en van instorten ervan hebben wij nooit gehoord. Het ijzer heeft bij deze constructie te weinig massa om te kunnen bevredigen. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-15, 119] |
Rechts: 5-7 Bhenda Ghara Reksa (Administratiekantoor Tiedeman & Van Kerchem).
Tiedeman & Van Kerchem![]() ![]() Medio Maart 1922 nam de bouw een aanvang, in Mei van dit jaar [1923] werd de hoofdverdieping (de eerste etage) in gebruik genomen. Het gebouw is zeer eenvoudig van afwerking. De versiering werd in de feitelijke constructie gevonden, waardoor een harmonisch geheel werd verkregen. [Het Indische Leven-5, 14-17] Over 1916: tot 25% dividend. [De Locomotief, 15 Mei 1917] Maar in eigen beheer gebouwd volgens ontwerp van Van den Berg, nadat de op de onderhandsche aanbesteding ingekomen offerten te hoog waren bevonden. ← Achter de geopende voordeuren: links de namen van verzekeringsmaatschappijen, rechts van de ondernemingen die eigendom waren van de firma. Meer informatieOp 6 april 1909 commenteerde het Bataviaasch Nieuwsblad deze activiteit van de heer Van Kol en wist nog het volgende mee te delen: |
Rechts 9 Naamloos.
Voordien MUCH: Maatschappij voor Uitvoer en Commissiehandel. (1915, Cuypers-Hulswit) |
Rechts: 10 Jasa Raharja. (Gebouw ‘Mercurius’, 1913 – Moojen).
NB. Tegeltableaus voorstellende een schip op zee en een huis in vlammenkrans. NB. Op het dak ‘Assurantie kantoor’. |
![]() [Van Maurik – Indrukken van een Tòtòk, 107-108] …, om nijver aan hun schrijftafels, aan de tikmachines, of met de handen in rijst en koffiemonsters, zich bijna onafgebroken tot vijf uur bezig te houden en te vechten in den meedoogenloozen kamp… om goud… en een villa aan den Scheveningschen Weg of in Arnhem. [Wermeskerken – Langs de gordel, 53-54] In het begin van 18de eeuw handelden hier Chinezen… Maar hoê! wat koopgewoel heeft hier myn oog te aanschouwen, By zo veel winkels langs de stroomende rivier? [De Marre in: De muze van Jan Compagnie, 157-159] ... en dames die, gelijk de fashionable shoppers in Londen, de Toko’s of winkels te Batavia bezoeken, om het een of ander te koopen, maar ook niet zelden louter om hunne nieuwsgierigheid te bevredigen en in hunne bezigtigen der verwonderlijke verscheidenheid van goederen, welke zulk eene toko bevat, eenige tijdkorting te vinden; eene verscheidenheid waarvan men zich in Europa ondanks de menigte van welvoorziene winkels welke men daar vindt, met geene mogelijkheid een denkbeeld kan maken. [Olivier – Tafereelen I, 151-153] |
Rechts: 2de zijstraat Jl Kali Besar Timur IV (Lloydstraat, voordien Theewaterstraat).
Rechts: Naamloos.
Ongeveer een week na het uitgaan van deze circulaire kregen de Nederlandse importeurs en groothandelaren in Batavia de opdracht om op 18 mei om drie uur ’s middags in het gebouw van de Intematio (de Internationale Krediet- en Handelsvereniging Rotterdam) te verschijnen en alle sleutels van hun pakhuizen mee te brengen. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 318-319] |
Rechts Open plek.
Milde spot met de kennis van zaken waarmee Kolff geliquideerd wordt door Japansche 'experts' uit de boekhandel die van Westersche boeken misschien de titels en misschien ook dàt niet kunnen lezen. [1920] De Firma G. Kolff en Co. te Batavia heeft te Leiden een agentschap gevestigd. [Indië, geïllustreerd weekblad-I-3, 723] |
Ga rechtsaf: Jl Kali Besar Timur III (Pasar Pisang, [Oud Batavia I, 361]).
Zo zijn er in Indonesië in totaal meer dan 200 soorten pisang, [Kousbroek – Wonderen, 122-123]
Links: westhoek zijstraat Jl Teh (Theewaterstraat). – Oude huisjes in Hollandse stijl.
[Sunderman in: De muze van Jan Compagnie, 101-102] |
Links: Jl Teh.
De naam Heerenstraat werd in het begin van de 20ste eeuw veranderd in Theewaterstraat. [Oud Batavia I, 269], [Oud Batavia I, 508]. |
Rechts: Dasad Musih Building.
![]() ![]()
Aan den bouwkundige Jan H. Vromans werd het ontwerp en de uitvoering opgedragen van het gebouw ‘Mercurius’, eveneens drie verdiepingen hoog.. |
Grachten Op uitdrukkelijk bevel, en onder onmiddellijk toezicht van dezen Opperlandvoogd (want hij vreesde de lucht van Batavia niet, en bezocht de openbare werken, de hospitalen, zelfs die der Chinezen en der Melaatschen) werden verscheidene grachten gedempt, hetwelk meer stroomkracht aan de overblijvende kanalen gaf, welke laatsten allen uitgebaggerd en gereinigd werden. Meer informatieDe gracht, een open riool. [Oud Batavia I, 249-250]. De grachten werden eindelijk voor ’t meerendeel gedempt, de koopheeren behielden in de benedenstad hun kantoren en pakhuizen, waar zij overdag den noodigsten tijd bleven besteden, maar metterwoon vestigden zij zich in de nabijheid van hun ‘soos’ – met christelijke vrijgevigheid de oude stad overlatend aan inlanders en Chineezen. |
Rechts: Achterkant van Kantor Pos.
De bouw van het nieuwe postkantoor te Batavia-stad, maakte een eind aan het bestaan van een aardig Chineesch huisje, dat onder Hollandschen invloed gebouwd was op den hoek van de Prinsenstraat en de gedempte Leeuwinnegracht. [Locale Techniek-6-1, 5-6] |
Links: 9 (Hoofdkantoor Erdmann & Sielcken).
Rechts: Jl Pos Kota (Postkantoorweg)
De Tygers gragt zeer fraay ten toone, dat is het Puikje van de Stad, [Oud Batavia I, 263]. |
Rechts: Jl Kemukus (Binnen Kaaimanstraat, voordien Binnen Kaaimansgracht).
Tussen de Tijgersgracht en de Binnen Kaaimansgracht lag in de VOC-tijd het slaven- en ambachtskwartier. [Oud Batavia I, 96], [Oud Batavia I, 351-353]
Links 4.
|
Vervolg de weg: Jl Kunir, tot de brug over de Kali Ciliwung.
In vroeger tijd de brug over de Stadsbuitengracht bij de belangrijke Rotterdammer Poort. [Oud Batavia I, 223, 224-225]
Naar het noorden (links) zicht op het spoorwegviaduct.
|